PW Voeding en vertering BK

Toets voeding en vertering
lees de vragen goed, 
Succes! 
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Toets voeding en vertering
lees de vragen goed, 
Succes! 

Slide 1 - Tekstslide

Honing is een voedingsmiddel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Een functie van darmperistaltiek is het vermengen van voedsel met verteringssappen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

De twaalfvingerige darm zit tussen de dunne en de dikke darm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Voedingsvezel is nodig voor een goede darmperistaltiek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een krop sla is een dierlijk voedingsmiddel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Door de twaalfvingerige darm worden verteringssappen gemaakt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Iemand met een slecht gebit kan minder goed voedsel verteren dan iemand met een goed gebit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Als je je voedsel goed kauwt, kunnen de verteringssappen beter op het voedsel inwerken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

In de endeldarm worden onverteerde voedselresten tijdelijk opgeslagen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

In de lever wordt gal gemaakt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Het gebitselement van afbeelding 2 zit in het gebit tussen een hoektand en een snijtand in
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Mineralen zijn reservestoffen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Een man van 40 jaar heeft meer energie nodig dan een jongen van 18 jaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Vitamine D zijn belangrijk voor stevige botten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

In afbeelding 3 is de Schijf van Vijf met enkele voedingsmiddelen schematisch getekend. Over deze afbeelding gaan de vragen 18 tot en met 20

Slide 16 - Tekstslide

Tot welk vak behoort prei?
A
Vak groen
B
Vak blauw
C
Vak geel
D
Vak oranje

Slide 17 - Quizvraag

Tot welk vak behoort macaroni?
A
Vak roze
B
Vak geel
C
Vak oranje
D
vak groen

Slide 18 - Quizvraag

Tot welk vak behoort kaas?
A
Vak groen
B
Vak geel
C
Vak roze
D
Vak blauw

Slide 19 - Quizvraag

Iemand is bezig met een vermageringskuur. Hij wil voedingsmiddelen gebruiken die weinig energie leveren. Hij kan kiezen uit mager vlees, gekookt ei, komkommer, patates frites en tomaat.

Welke van deze voedingsmiddelen kan hij het beste kiezen om per 100 gram voedingsmiddel zo weinig mogelijk energie op te nemen?

A
Gekookt ei en patates frites
B
Komkommer en mager vlees.
C
Komkommer en tomaat
D
Mager vlees en gekookt ei

Slide 20 - Quizvraag

Ons voedsel kan onder andere glucose, vetten en mineralen bevatten.
Welke van deze stoffen hoeven niet te worden verteerd?

A
Alleen vetten
B
Alleen glucose en vetten
C
Alleen glucose en mineralen
D
Glucose, vetten en mineralen

Slide 21 - Quizvraag

Welke stoffen kunnen (zonder vertering) door de wand van het darmkanaal in het bloed terechtkomen?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Mineralen
D
Vetten

Slide 22 - Quizvraag

Als bij een patiënt de galblaas is verwijderd, wordt een speciaal dieet voorgeschreven.
Van welke voedingsstoffen moet deze patiënt dan zo weinig mogelijk eten?

A
Van dierlijke eiwitten
B
Van dierlijke eiwitten
C
Van plantaardige eiwitten
D
Van vetten

Slide 23 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen worden opgeslagen in bepaalde delen van je lichaam?
A
Beschermende stoffen
B
Bouwstoffen
C
Brandstoffen
D
Reservestoffen

Slide 24 - Quizvraag

In de afbeelding is het verteringsstelsel van de mens schematisch getekend. Enkele organen zijn met nummers aangegeven. Gebruik deze bij de volgende vragen

Slide 25 - Tekstslide

Met welk nummer is de twaalfvingerige darm aangegeven?
A
Nummer 2
B
Nummer 5
C
Nummer 9
D
Nummer 10

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de naam van nummer 11
A
Endeldarm
B
Dikke darm
C
Dunne darm
D
Slokdarm

Slide 27 - Quizvraag

Welke nummers geven verteringssappen af?
A
1, 3, 7, 8 en 9
B
1, 3, 5, 8, 11
C
1, 3, 4, 9, 10
D
7, 4, 8, 9, 10

Slide 28 - Quizvraag

Welk orgaan maakt gal?
A
Lever
B
Galblaas
C
Twaalfvingerige darm
D
Maag

Slide 29 - Quizvraag

Welk verteringssap zorgt voor het emulgeren van vetten?
A
Alvleessap
B
Darmsap
C
Gal
D
Maagsap

Slide 30 - Quizvraag

In welk deel van het darmkanaal komen darmplooien en darmvlokken voor?
A
Dunne darm
B
Endeldarm
C
Slokdarm
D
Twaalfvingerige darm

Slide 31 - Quizvraag

In afbeelding 5 is in een diagram weergegeven hoeveel energie en hoeveel eiwit amandelen, boter, bonen en chocolade naar verhouding bevatten.
Gebruik bij de volgende vraag

Slide 32 - Tekstslide

Een jongen die in de groei is en veel aan sport doet, mag slechts een van de vier genoemde voedingsmiddelen gebruiken.
Welk voedingsmiddel kan hij het beste gebruiken?

A
Amandelen
B
Bonen
C
Boter
D
Chocolade

Slide 33 - Quizvraag

Welke stoffen die eigenlijk als bouwstof dienen, worden als brandstof gebruikt bij anorexia?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten
D
Vitamines+mineralen

Slide 34 - Quizvraag

Welke zin omschrijft steriliseren het best?
A
Stoffen aan voedingsmiddelen toevoegen om ze aantrekkelijker te maken.
B
Sulfiet aan voedingsmiddelen omdat bacteriën en schimmels er niet tegen kunnen.
C
Voedingsmiddelen verhitten tot een temperatuur waarbij de meeste bacteriën en schimmels doodgaan
D
Voedingsmiddelen verhitten tot een temperatuur waarbij alle bacteriën en schimmels doodgaan.

Slide 35 - Quizvraag

Welke van de onderstaande zinnen is juist?
A
De verschijnselen van een salmonellabesmetting kunnen weken aanhouden
B
Door kunstmatige kleur-, geur- en smaakstoffen kun je een voedselvergiftiging krijgen
C
Een besmetting met salmonella geeft klachten als diarree, buikpijn en koorts.
D
Meestal kun je zien of ruiken dat voedsel besmet is met salmonellabacteriën

Slide 36 - Quizvraag

Gideon en Anouk hebben een discussie over het conserveren van voedsel.
Gideon zegt: ‘Vlees kun je lang bewaren als je het invriest tot −4 °C.’
Anouk zegt: ‘Door voedsel vacuüm te verpakken kan er geen zuurstof bij, zodat bacteriën en schimmels zich niet kunnen voortplanten.’
Wie heeft of hebben er gelijk?

A
Alleen Gideon heeft gelijk
B
Alleen Anouk heeft gelijk
C
Gideon en Anouk hebben allebei gelijk
D
Geen van beiden heeft gelijk.

Slide 37 - Quizvraag

Als je een kilogram vlees koopt, hoeveel kilogram gras of graan was er dan nodig om die ene kilogram te krijgen?
A
Ook een kilogram.
B
Ongeveer vijf kilogram.
C
Ongeveer tien kilogram.

Slide 38 - Quizvraag

Jaap doet een zware krachttraining. Aan welke voedingsstof heeft hij vooral behoefte?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 39 - Quizvraag

Nadia is 15 jaar oud en sport een keer per week.
Teun is 14 jaar oud en voetbalt drie keer per week.
Wie verbruikt de meeste energie en waarom? Geef minimaal 2 argumenten.

Slide 40 - Open vraag

Mannetjeshyena’s eten heel veel botten, waardoor hun kiezen snel slijten.
Leg uit dat oude mannetjeshyena’s daardoor ondervoed raken.

Slide 41 - Open vraag

Enkele voedingsmiddelen of voedingsstoffen zijn: eieren, mineralen, rijst, thee en vitamines.
Welk(e) hiervan is of welke zijn voedingsmiddelen?

Slide 42 - Open vraag

Wat word er al opgenomen in je mondholte? En door middel van wat?
A
Kiezen zorgen voor fijnmalen en opname van vet
B
Snijtanden zorgen voor opnamen van vezels
C
Speeksel zorgt voor opname van vitamine C
D
Speeksel en tanden zorgen voor kauwen van mineralen

Slide 43 - Quizvraag

Welke organen zitten er op plek 2 en 3 en wat is de functie van 3?
A
Alvleesklier, twaalfvingerige darm, functie vet opname
B
Alvleesklier, gal, functie emulgeren vet
C
Lever, galblaas, functie alvleessap produceren
D
Lever, galblaas, functie opslaan gal

Slide 44 - Quizvraag

Bij welke nummers vind ik de verterings- sap-klieren?
A
1,3,4,5,6
B
1,3,4,6
C
1,2,4,6
D
2,3,7

Slide 45 - Quizvraag

Ik heb
A
goed geleerd
B
te weinig geleerd

Slide 46 - Quizvraag

Ik denk dat mijn cijfer is
A
tussen 1 en 4
B
5 of 6
C
7 of 8

Slide 47 - Quizvraag

Wat vond je van de toets
op deze manier vanuit thuis?
A
Gemakkelijk
B
Moeilijk
C
Ik weet het niet

Slide 48 - Quizvraag

Bijna klaar....
Vergeet niet op X te drukken en de toets in te leveren.
Dank je wel!

Slide 49 - Tekstslide