Laatste loodjes....

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat staat er nog te gebeuren?
  • Maandag 28 maart PTA SSI 11 t/m 20
  • PTA's inhalen/afronden
  • PTA week; PTA leesvaardigheid  
  • Verplicht examentraining 

Slide 2 - Tekstslide

Wat wil ik zelf nog heel graag oefenen?

Slide 3 - Woordweb

om- en om: Interpunctie
Schrijf om- en om iets op het blaadje
je mag niet praten/overleggen

Slide 4 - Tekstslide

Check
komma
punt
hoofdletters
tussen twee persoonsvormen
voegwoorden
tussen bijvoeglijke naamwoorden
dubbele punt
opsomming
vraagteken
aanhalingstekens

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet jij? 
  • werkblad SSI  
  • loop rond en wissel uit

Slide 6 - Tekstslide

Congruentie
Congruentie houdt in dat het getal van het onderwerp overeen komt met het getal van de persoonsvorm (het werkwoord). 

Je schrijft bijvoorbeeld: 'De leraar schrijft op het bord', en 'De leraren schrijven op het bord'

Slide 7 - Tekstslide

Lastige gevallen
percentages
45% van de leerlingen vindt

woorden die je nauwelijks in het enkelvoud gebruikt
de media schrijven 

een aantal of een groep
een aantal leerlingen kwam te laat
er loopt nu alweer een groep leerlingen in de gang

Slide 8 - Tekstslide



links

Het merendeel van de scholieren vindt congruentie erg moeilijk.



rechts

Het merendeel van de scholieren vinden congruentie erg moeilijk.


Slide 9 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord
  • De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn: die e(bij de-woorden) en dat (bij het-woorden).

Slide 10 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 11 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord
- Het bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan. Iets is dus van iemand.

- Tip: als je twijfelt tussen persoonlijk of bezittelijk: vul het bezittelijke voornaamwoord ‘mijn’ in.

Slide 12 - Tekstslide

moeilijke woorden
  • dissident: persoon met afwijkende mening
  • manuscript; getypte of met de hand geschreven tekst die drukklaar moet worden gemaakt
  • correlatie: onderlinge samenhang
  • er de pee in hebben: iets heel erg vervelend vinden
  • octrooi: het alleenrecht om iets te produceren
  • dislocatie: het verspreid zijn over verschillende plaatsen of gebouwen

Slide 13 - Tekstslide

Taak 
zie mail voor forms toets
examen nakijken (2021 tijdvak 3)
jaarboekstukje 

Slide 14 - Tekstslide