Allemaal anders

HS 1.5: Allemaal anders
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

HS 1.5: Allemaal anders

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Voorkennis
uitleg Allemaal Anders
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt aanpassingen bij planten noemen.
  • Je kunt aanpassingen bij dieren noemen.
  • Je kunt beschrijven wat een gedaanteverandering is en hoe deze verloopt bij een vlinder

Dieren en planten moeten zich voeden, verdedigen en voortbewegen. Dat doet elke soort op zijn eigen manier

Slide 3 - Tekstslide

Glucose
Koolstofdioxide
Water
Zuurstof
Energie uit licht

Slide 4 - Sleepvraag

Aanpassingen
Alle organismen hebben aanpassingen aan hun omgeving en leefwijze.

Je kunt denken aan ademhaling, beweging, voeding, verdediging en voortplanting.
Bijvoorbeeld: Vissen zijn aangepast aan water (kieuwen)
Vogels om te vliegen (vleugels)

Slide 5 - Tekstslide

Aanpassing bij planten

Slide 6 - Tekstslide

Genoeg water?
  • Aanpassingen tegen uitdroging (bv in woestijn)
  • kleine dikke / grote dunne bladeren
  • veel / weinig wortels 
  • Grote bladeren veel fotosynthese
Natte omgeving
Droge omgeving

Slide 7 - Tekstslide

Waterplanten

Slide 8 - Tekstslide

Waterdieren
  • leven in het water
  • hebben vinnen om te sturen, lichaamsvorm
  • zijn gestroomlijnd: kop, lijf & staart lopen in elkaar over daardoor glijden ze snel door het water

Slide 9 - Tekstslide

Verdediging bij planten

  • Stekels
  • Brandharen
  • Maken van gifstof

Slide 10 - Tekstslide

Voortbewegen
  • zoolgangers
  • teengangers
  • topgangers (hoefgangers)

Dit zijn aanpassingen op de ondergrond.

Slide 11 - Tekstslide

      Zool      teen     hoefganger

Slide 12 - Tekstslide

Voeden



Een snuit van een varken, het gebit van een mens, de snavel van een vogel. Allemaal aangepast naar hun leefwijze.
  • kegelsnavel → zaden
  • pincetsnavel → insecten
  • haaksnavel → vlees
  • priemsnavel → bodemdiertjes
  • zeefsnavel → zeven uit water

Slide 13 - Tekstslide

Vogels: Aanpassingen voor voeden

Slide 14 - Tekstslide

Zoolganger
Loopt op zijn hele voetzool 
(van hielbeen tot en met de teenkootjes). 

Voordeel: hij verdeelt zijn gewicht over een groot oppervlak en zakt niet snel diep weg in een zachte ondergrond zoals bijv. sneeuw.
Nadeel: een zoolganger is minder snel

Slide 15 - Tekstslide

Teenganger

Loopt op zijn tenen (alleen op de teenkootjes)

Voordeel: hij kan zachtjes sluipen
                     hij kan snel sprinten
Nadeel: bij lange afstanden is hij minder snel

Slide 16 - Tekstslide

Topganger  of hoefganger
Loopt op het puntje van zijn tenen 
(alleen op het laatste teenkootje/hoef)

Voordeel: hij heeft enorm lange poten/benen
en kan daardoor heel hard lopen
Nadeel: bij drassige ondergrond zakt hij makkelijk de bodem in

Slide 17 - Tekstslide

Verdedigen


Organismen moeten zich verdedigen tegen andere organismen die hun willen opeten.
Planten ook!

Slide 18 - Tekstslide

Verdediging bij dieren
       Tegen vijanden:
  • stekels of gifstekels
  • schutkleur -> onzichtbaar
  • schild 
    Tegen de omgeving:
  • vacht tegen kou

Slide 19 - Tekstslide

Gedaantewisseling
Hoe ontstaat een vlinder? 
  • ei - larve - pop - vlinder

  • De rups is de larve van de vlinder. In de pop vindt de gedaanteverwisseling plaats.
  • Imago is een volwassen insect.


Slide 20 - Tekstslide

Nog een gedaantewisseling
Naast insecten hebben ook amfibieën een gedaantewisseling

Slide 21 - Tekstslide

En nu...
10 minuten in stilte eerst lezen en 
Werken aan paragraaf 5 
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Dit is een
A
Teenganger
B
topganger
C
zoolganger

Slide 23 - Quizvraag

Een hond
is een .........
A
Topganger/hoefganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 24 - Quizvraag

Een beer is een.........
A
Topganger/hoefganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 25 - Quizvraag

Methode
Log in via magister
Ga naar leermiddelen en kies biologie voor jou 1KGT
code invullen

Slide 26 - Tekstslide