3.3 Huisvesting van productiedieren

• Groen
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Huisvesting productiedieren

Huisvesting van productiedieren

productiedier = € verdienen

gezelschapsdier = voor plezier

Melkvee

Ligboxenstal
koeien lopen op roosters en liggen in boxen

Melkvee

potstal
koeien lopen vrij rond op stro

Melkvee

grupstal
koeien staan vast

Fokvarkens

Groepsdieren = huisvesten in groepen

Voeren gaat automatisch

Kraamafdeling

bij werpen (=biggen krijgen) worden zeugen apart gehouden

Geiten

potstal

geiten worden in groepen gehouden

Legkippen

Tot 2012 
legbatterij nu mag dat dus niet meer!

Legkippen

scharrelstal
(maximaal 9 kippen per vierkante meter)

automatisering melkveehouderij

melkrobot 

De koe gaat zelf naar de melkrobot en wordt beloond met voer

mestrobot

zorgt voor een schone stal

voer robot

Zorgt er voor dat het voer aan de zijkanten van de voergang ligt zodat de beesten er bij kunnen.

Een stal waar de koeien vast staan aan een riem of ketting heet een:

1. ligboxenstal
2. grupstal
3. potstal

Een drachtige zeug wordt meestal voor het werpen op de kraamafdeling in een kraamhok gelegd. Dit gebeurt omdat:

1. een zeug dan niet op haar biggen kan gaan liggen
2. een zeug agressief wordt als ze biggen heeft
3. een zeug niet kan werpen met veel varkens om haar heen

Legkippenhouder Haanstra wil een scharrelstal bouwen voor 18.000 kippen. De stal die hij wil bouwen is 20 meter breed. Hoe lang moet de nieuwe stal minimaal zijn?

1. 62 meter
2. 81 meter
3. 100 meter
4. 400 meter

Opdracht 

Zoek in je groepje waarmee je op excursie gaat informatie over: 

• Wat zijn productiedieren?
• Noem een aantal productiedieren.
• Benoem de vijf vrijheden.
• Welke automatiseringssystemen kennen we in de melkveehouderij? Zoek ook afbeeldingen
• Welke vormen van huisvesting zijn er voor koeien en zijn hier regels voor? Zoek ook afbeeldingen.
• Hoe wordt de conditie van een koe bepaald?
• Hoe ziet een voerkaart van een productie dier er uit? Maak er een foto van en plak in je dummy
• Schrijf alle gegevens op in je dummy
• Controleer jullie 10 interview vragen en kijk of je ze moet aanpassen nu je bovenstaande kennis hebt opgedaan.