Prepositions of Place

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Prepositions of Place

In deze les ga je oefenen met de 'prepositions of place'. Eerst kijk je een korte video over deze grammatica regel. Daarna maak je de rest van de vragen in deze LessonUp. 

Succes!

Wat is volgens jou de juiste beschrijving bij het voorzetsel?

in

at

on

oppervlaktes en openbaar vervoer (bus, trein etc)

huisnummers en namen van gebouwen 

wegen, steden, landen en binnen grote gebieden en ruimtes.  

In

On

In front of

Between

Next to

Under

Above

I live ______ Germany.

1. in
2. on
3. at

1. The elephant is.......... the chair

1. next to
2. in front of
3. under
4. between

I live _____ the Reeweg 14.

1. in
2. on
3. at

5. He is stuck.................the rocks

1. opposite
2. next to
3. between
4. on

7. The man is standing............the bear

1. opposite of
2. behind
3. next to
4. on

I will meet you _______ (voor) the cinema.

1. on
2. between
3. in front of

I am .... the bus to school.

1. in
2. on
3. above
4. at

I am .... school

1. in
2. on
3. at
4. under

I am .... school

1. in
2. on
3. at
4. under

The boy is walking .... the roof.

1. in
2. on
3. above
4. at

Where is the cat?
.... the box

1. under
2. behind
3. opposite
4. above

Where is the bird?
.... the boxes

1. under
2. in front of
3. between
4. on

Where is the bird?
.... the box

1. in
2. above
3. opposite
4. on

Where is the bird?
.... the box

1. on
2. under
3. above
4. between

Where is the cat?
.... the box

1. under
2. over
3. between
4. next to

Kies de juiste voorzetsel van plaats:

Do you take sugar __ your coffee?

1. at
2. on
3. in
4. above

Kies de juiste voorzetsel van plaats:

There was a boy ____the window.

1. at
2. in
3. on
4. between

Plaats de voorzetsel in het huisje

in

above

behind

in front of

next to

Hoe voel jij je over de 'prepositions of place'?

😒🙁😐🙂😃

Heb jij nog vragen over dit grammatica onderdeel?

Vroeg klaar?

- Ga aan de slag met het leren van de woorden van hoofdstuk 6.

Maandag 12 Juni = toets theme 6 woordjes en grammatica