Gebed Vergeving, Verlossing en Lofverheffing (HC Zondag 51 en 52)

Welkom
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
CatechisatieMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Ga naar: 
student.lessonup.io

Slide 3 - Tekstslide

Vijfde bede:

 Vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren

Slide 4 - Tekstslide

Voel jij je wel schuldig?
A
Jazeker!
B
Meestal wel
C
Soms wel
D
Nee, eigenlijk niet

Slide 5 - Quizvraag

Als God je zou vragen: "Welke schulden moet ik je vergeven?", hoe lang is dan de lijst die jij kunt opnoemen?

Slide 6 - Woordweb

Ik heb een ....... schuldbesef
A
groot
B
gemiddeld
C
klein
D
geen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe zou je je schuldbesef kunnen ontwikkelen?

Slide 8 - Open vraag


Hoe vaak moet je een ander vergeven?
A
7x
B
7x7
C
77x
D
70x7

Slide 9 - Quizvraag

Mat. 18: 21-35

21 Toen kwam Petrus naar Hem toe en zei: Heere, hoeveel keer zal mijn broeder tegen mij zondigen en ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe?
22 Jezus zei tegen hem: Ik zeg u: niet tot zevenmaal, maar tot zeventig maal zevenmaal.
23 Daarom kan het Koninkrijk der hemelen vergeleken worden met een zeker koning die afrekening wilde houden met zijn dienaren.

Slide 10 - Tekstslide

Mat. 18: 21-35
24 Toen hij begon af te rekenen, werd er iemand bij hem gebracht die hem tienduizend talenten schuldig was.
25 En toen hij niet kon betalen, gaf zijn heer opdracht dat men hem zou verkopen, én zijn vrouw en kinderen en alles wat hij had, en dat de schuld betaald moest worden.
26 De dienaar dan knielde voor hem neer en zei: Heer, heb geduld met mij en ik zal u alles betalen.

Slide 11 - Tekstslide

Mat. 18: 21-35
27 En de heer van deze dienaar was innerlijk met ontferming bewogen, liet hem gaan en schold hem de schuld kwijt.
28 Maar deze dienaar ging naar buiten en trof een van zijn mededienaren aan, die hem honderd penningen schuldig was. Hij pakte hem beet, greep hem bij de keel en zei: Betaal mij wat u schuldig bent.
29 Zijn mededienaar dan liet zich voor hem neervallen en smeekte hem: Heb geduld met mij en ik zal u alles 

Slide 12 - Tekstslide

Mat. 18: 21-35
betalen.
30 Hij wilde echter niet, maar ging heen en wierp hem in de gevangenis, totdat hij de schuld betaald zou hebben.
31 Toen zijn mededienaren zagen wat er gebeurd was, werden zij erg bedroefd; zij gingen naar hun heer en vertelden hem alles wat er gebeurd was.
32 Toen riep zijn heer hem bij zich en zei tegen hem: Slechte dienaar, al die schuld heb ik u 

Slide 13 - Tekstslide

Mat. 18: 21-35
kwijtgescholden, omdat u mij dat smeekte.
33 Had ook u geen medelijden moeten hebben met uw mededienaar, zoals ik ook medelijden met u had?
34 En zijn heer, boos als hij was, gaf hem aan de pijnigers over, totdat hij alles wat hij hem schuldig was, betaald zou hebben.
35 Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als niet ieder van u van harte de misdaden van zijn broeder vergeeft.

Slide 14 - Tekstslide

Wat wil de Here Jezus ons hier leren?

Slide 15 - Open vraag

Schulden moet je betalen. Waarom betaal je niet gewoon?
A
Ik kan zelf niet betalen
B
Ik wil zelf niet betalen
C
Christus heeft toch betaald?
D
Anders, ....

Slide 16 - Quizvraag

…zoals ook wij vergeven onze schuldenaren. Betekent dat:

A
Je moet eerst zelf vergeven, anders vergeeft God niet
B
Als wij anderen vergeven, moet God dat ook doen
C
Ik merk dat ik anderen vergeef, omdat God mij vergeven heeft
D
Anders, nl....

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de vijfde bede?

En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.
Dat wil zeggen: Wil ons, arme zondaren, om het bloed van Christus geen van onze misdaden toerekenen en ook niet de slechtheid die altijd nog in ons is, zoals wijzelf ook als een bewijs van uw genade in ons opmerken, dat wij het vaste voornemen hebben onze naaste van harte te vergeven.

Slide 18 - Tekstslide

In Zondag 51 is sprake van arme zondaren.
Hoezo arm?

Slide 19 - Open vraag

Wat is moeilijker?
A
een ander vergeven
B
zelf om vergeving vragen

Slide 20 - Quizvraag

Moet je ook vergeven als anderen daar niet om vragen?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Wat is vergeven?

Slide 22 - Open vraag

Weet je zeker dat jouw zonden vergeven zijn?
A
ja
B
ik twijfel
C
nee

Slide 23 - Quizvraag

Jes. 1: 18

Al waren uw zonden als scharlaken,
ze zullen wit worden als sneeuw;
al waren ze rood als karmozijn,
ze zullen worden als witte wol.

Slide 24 - Tekstslide

zesde bede:

En leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Slide 25 - Tekstslide

Wie is de duivel voor jou?

Slide 26 - Woordweb

Ik kan de duivel aan
A
Altijd
B
Vaak
C
Soms
D
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Volgens de Catechismus is 'de wereld' één van onze doodsvijanden.
Wat is 'de wereld'?

Slide 28 - Open vraag

Volgens de Catechismus is ook 'ons eigen vlees' een doodsvijand voor ons.
Hoezo?

Slide 29 - Open vraag

Wat mij het meest bedreigt in mijn leven als gelovige is:
A
de duivel
B
de wereld
C
mijn zondige aard
D
anders,...

Slide 30 - Quizvraag

Mijn strijd tegen de aanvallen van de duivel, enz.
A
is goed
B
kan beter
C
helpt niet
D
is er niet

Slide 31 - Quizvraag

Wat helpt jou in je strijd tegen verzoekingen?
A
Gebed
B
Bijbelstudie
C
Preek
D
Anders,...

Slide 32 - Quizvraag

Ga jij het winnen van de duivel?

Slide 33 - Woordweb

Wat is de zesde bede?


En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Dat wil zeggen: Wij zijn van onszelf zó zwak, dat wij zelfs geen ogenblik kunnen standhouden, en bovendien houden onze doodsvijanden - de duivel, de wereld en ons eigen vlees - niet op ons aan te vechten. Daarom bidden wij U: wil ons toch staande houden en sterken door de kracht van uw Heilige Geest, zodat wij in deze geestelijke strijd niet het onderspit delven, maar altijd krachtig tegenstand bieden, totdat wij uiteindelijk de volkomen overwinning behalen.

Slide 34 - Tekstslide

Waarmee beëindigt u uw gebed?

Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid.

Dat wil zeggen: Dit alles vragen wij van U, omdat U ons al het goede wilt en kunt geven, want U bent onze Koning en hebt alle dingen in uw macht.
Wij bidden u dit, opdat daardoor niet aan ons maar aan uw heilige naam eeuwig lof wordt toegebracht.

Slide 35 - Tekstslide

Je looft God om wie Hij is.
Waarvoor zou jij God willen prijzen?

Slide 36 - Open vraag

Ik eindig mijn gebed met 'Amen". Want
A
dat heb ik zo geleerd
B
dat vraagt God van mij
C
daarmee geef ik aan dat ik zeker ben dat God mij verhoord
D
daarmee geef ik het einde van het gebed aan

Slide 37 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'Amen'?

'Amen' wil zeggen: het is waar en zeker.
Want God heeft mijn gebed veel stelliger verhoord, dan ik in mijn hart voel dat ik dit van Hem begeer.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide