In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
4H SK Hoofdstuk 3
3.3 moleculaire stoffen
De atoombinding
Slide 1 - Tekstslide
3.1 en 3.2 zouten en metalen...
...bestaan uit deeltjes met (+) en (-) ladingen, die elkaar aan trekken. Daarom vallen zoutkorreltjes of stukjes metaal niet uit elkaar in losse atomen.
Maar hoe zit dat bij
moleculen?
cafeïne
water
Slide 2 - Tekstslide
hoe zitten de atomen in een molecuul aan elkaar vast..?
A
met ladingen
B
er zit een soort touwtje tussen
C
ze delen elektronen
D
met een atoombinding
Slide 3 - Quizvraag
veel atomen zijn wannabe's
alle niet-metalen komen één of meer elektronen tekort
voor een volle buitenste schil
behalve de edelgassen
alle niet-metalen willen lijken op de edelgassen
dus... streven naar een volle buitenste schil
Neon
Zuurstof
wil lijken op...
Slide 4 - Tekstslide
wat heeft dit te maken met...
de atoombinding??
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Voorbeeld: waterstof
H heeft 1 elektron in de buitenste schil (= 1 valentie-elektron), de max is 2, dus H wil er 1 bij. De covalentie van een H-atoom = 1
Beide H-atomen Molecuulformule= H2
willen er 1 elektron bij Structuurformule= H-H
H + H
H2
door elkaars elektronen te delen, voelen ze er allebei 2!
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld 2: zuurstof
O heeft 6 elektronen in de buitenste schil (= 6 valentie-elektronen),
max = 8, dus O wil er 2 bij. Covalentie = 2
Molecuulformule= O2
Structuurformule= O=O
O + O
O2
door elkaars elektronen te delen, voelen ze er allebei 8!
Slide 8 - Tekstslide
A. Wat zijn valentie-elektronen? B. En wat is covalentie?
A
A) aantal e- tekort in de buitenste schil. B) aantal bindingen dat een atoom aan kan gaan.
B
A) aantal e- in de buitenste schil.
B) aantal bindingen dat een atoom aan kan gaan.
C
A) aantal e- in de buitenste schil.
B) aantal e- dat een atoom erbij wil hebben.
D
A) aantal e- tekort in de buitenste schil. B) aantal e- dat een atoom erbij wil hebben.
Slide 9 - Quizvraag
valentie en covalentie
Valentie elektronen zitten in de buitenste schil. Zij bepalen de chemische reactiviteit van een deeltje (wel of niet reageren)
Als elektronen worden gedeeld, dus samen een binding zijn,
noemen we dan een covalente binding.
'Co' staat voor: samen, en 'valentie' staat voor: de buitenste-schil elektronen.
De covalentie van een atoom geeft dus aan hoeveel bingingen een atoom aan kan gaan (via delen van elektronen)
Slide 10 - Tekstslide
als elektronen gedeeld kunnen worden, dan is de bouw van een H₂O molecuul als volgt:
H-atomen
O-atomen
door elkaars elektronen te delen, voelen ze er allebei 2 per binding!
=
Slide 11 - Tekstslide
Atoombinding
Een atoombinding is een gedeeld elektronenpaar = covalente binding
Atoombinding is heel sterk.
Atoombinding verbreekt alleen bij chemische reacties, waarbij nieuwe moleculen ontstaan.
Hoeveel bindingen een niet-metaal aangaat, hangt af van de covalentie.
Covalentie geeft aan hoeveel elektronen gedeeld moeten worden om de edelgas-configuratie te bereiken.
Slide 12 - Tekstslide
Covalentie
Geeft aan hoeveel elektronen gedeeld worden, dus hoeveel atoombindingen worden gevormd.
Eenvoudig af te lezen uit periodiek systeem.
Aantal elektronen erbij tot edelgas (groep 18) = covalentie.
Covalentie H=1, F=1, O=2 enz.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de covalentie van koolstof (C)?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de covalentie van stikstof (N)?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 15 - Quizvraag
schrijf op:
covalentie van ... is:
C: 4
H: 1
O: 2
N: 3
covalentie = aantal bindingen dat een niet-metaal
aan kan gaan met een ander niet-metaal
deze moet je kennen!
Slide 16 - Tekstslide
Tekenen
Opdracht: teken in je schrift de structuurformule van:
waterstofcyanide of blauwzuurgas: CNH
tip!
Start met het atoom met de grootste covalentie in het midden.
H kan er maar eentje!
timer
1:30
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de molecuulformule van CNH?
A
B
C
D
Slide 18 - Quizvraag
Tekenen
Opdracht: teken in je schrift de structuurformule van:
methaanzuur: HCOOH
tip!
Start met het atoom met de grootste covalentie in het midden.
H kan er maar eentje!
timer
1:30
Slide 19 - Tekstslide
wat is de structuurformule van HCOOH?
A
B
C
D
Slide 20 - Quizvraag
Tekenen
Opdracht: teken in je schrift de structuurformule van:
koolstofdioxide: CO2
tip!
Start met het atoom met de grootste covalentie in het midden.
H kan er maar eentje!
timer
1:00
Slide 21 - Tekstslide
Wat is de structuurformule van CO₂?
A
B
C
D
Slide 22 - Quizvraag
geleerd!
valentie-elektronen (elektronen in buitenste schil)
covalentie (= aantal bindingen dat atoom aangaat)
atoombinding = gedeeld elektronenpaar waarmee elk atoom voldoet aan de edelgasconfiguratie
covalente binding is een sterke binding, verbreekt alleen bij chemische reactie (ontleding, verbranding, etc) , niet bij fase-overgang (smelten, koken)