Stap voor stap uitleg esttenten
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Link
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Stap 1 - Stam maken:
Hoe maak je de stam van een werkwoord?
Hoe maak je de stam van een werkwoord?
timer
0:15
A
Hele werkwoord - en
B
Hele werkwoord + en
C
Stam - en
D
Stam + en
Slide 8 - Quizvraag
Noteer de stam van: spielen
Slide 9 - Open vraag
Noteer de stam van: streicheln
Slide 10 - Open vraag
Noteer de stam van: verbessern
Slide 11 - Open vraag
Noteer de stam van: lachen
Slide 12 - Open vraag
Noteer de stam van: machen
Slide 13 - Open vraag
Noteer de stam van: weinen
Slide 14 - Open vraag
Stap 2: Wat was stap 2 ook alweer?
timer
0:15
A
Stam + en
B
stam + uitgang
C
kijken naar welke persoon je het werkwoord moet vervoegen
D
hele werkwoord opschrijven
Slide 15 - Quizvraag
Om welke persoon/ding gaat het in de zin: Ich ... (wohnen) mit meine Eltern in Berlin
Slide 16 - Open vraag
Om welke persoon/ding gaat het in de zin: Julia und Sebastiaan ... (backen) eine Torte
Slide 17 - Open vraag
Om welke persoon/ding gaat het in de zin: Der Stuhl ... (sein) zu klein
Slide 18 - Open vraag
Om welke persoon/ding gaat het in de zin: Die Suppe ... (sein) zu heiß!
Slide 19 - Open vraag
Stap 3: Wat was stap 3 ook alweer?
timer
0:15
A
Stam + en
B
stam + uitgang van de gekozen persoon
C
kijken naar welke persoon je het werkwoord moet vervoegen
D
hele werkwoord opschrijven
