Zelfredzaamheidsradar - Les 2

Zelfredzaamheid

Module begeleiden in zorg
Week 8 Lesdag 6
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zelfredzaamheid

Module begeleiden in zorg
Week 8 Lesdag 6

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Hoe breng je zelfredzaamheid in kaart
2. Opdracht zelfredzaamheid

Slide 2 - Tekstslide

Hoe breng je zelfredzaamheid in kaart?
- in gesprek gaan met de zorgvrager
- gebruik maken van zelfredzaamheidradar
- gebruik maken van positieve gezondheidsmodel

Slide 3 - Tekstslide

Zelfredzaamheidsradar
  • is een breed gebruikt instrument om de zelfredzaamheid van je cliënt in kaart te brengen en samen te bedenken hoe je die kunt verbeteren, met en zonder hulpmiddelen of slimme technologie.
  • bestaat uit 15 domeinen (continentie, aankleden, mobiliteit, leervermogen, etc.) die je een cijfer (tussen 1 en 5) kunt geven.
  • Als de cliënt op een bepaald domein lager scoort ga je zoeken naar verbeteringen.
  • https://www.zelfredzaamheidsradar.nl/

Slide 4 - Tekstslide

Zelfredzaamheidsradar

Slide 5 - Tekstslide

Positieve gezondheidsmodel
Positieve Gezondheid is een bredere kijk op gezondheid, uitgewerkt in zes dimensies. Met die bredere benadering draag je bij aan het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan. Én om zo veel mogelijk eigen regie te voeren.

Slide 6 - Tekstslide

Positieve gezondheid

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht invullen zelfredzaamheidsradar
  • Maak 2-tallen
  • Vul de zelfredzaamheidsradar in van de casus Maarten
  • Bedenk op welke manier jij als zorgverlener zou kunnen bijdragen aan het ondersteunen/verbeteren van de zelfredzaamheid. 
  • Tijdsduur: 30 min 
  • Klassikaal nabespreken (10 minuten)

Slide 8 - Tekstslide

Casus Maarten
Maarten is vijf jaar als hij wordt aangereden door een auto en in coma raakt. Als hij na twee maanden ontwaakt uit zijn coma wordt duidelijk welke desastreuze invloed dit op hem heeft gehad. De kracht in zijn armen en benen is verminderd en hij heeft visus-, spraak- en cognitieve problemen. Maarten revalideert twee jaar en gaat dan weer thuis wonen. De zorg vraagt veel zijn ouders, die nog drie kinderen hebben.


Maarten verhuist op zijn elfde jaar naar een huis voor kinderen met een verstandelijke beperking. Het gaat een tijd goed. Hij vindt het leuk om zelfstandig dingen te doen en geniet van de aandacht die hij krijgt. Toch neemt het probleemgedrag toe.
Hij maakt spullen kapot door ermee te gooien of door ze kapot te scheuren. Hij krabt zichzelf, schreeuwt, scheldt en verzet zich tegen begeleiders. Behandeling, waaronder medicatie, roept vragen op. Maartens zelfstandigheid komt in het geding en zijn ouders en het team vragen zich af of de kwaliteit van zijn leven nog wel voldoende is. 

Maarten slaapt hierdoor slecht en wil niet meer meehelpen aan de huishoudelijke taken. Hij zou het liefst alles zelfstandig willen doen, maar zelfs bij het toiletteren heeft hij hulp nodig. Door zijn frustraties is hij meer gaan eten, waardoor de begeleiders ook bang zijn dat hij meer problematiek zal krijgen als hij meer gaat aankomen.

Slide 9 - Tekstslide

Afronding
- evaluatie van de les
- zijn de lesdoelen behaald?
- hoe heb je het werken aan de opdracht ervaren?
- welke vragen zijn er nog?



Slide 10 - Tekstslide