9.5 De rechtszaak

9.5 De rechtszaak
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

9.5 De rechtszaak

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
Intro (5 min)
Uitleg (20 min)
Aan de slag (15 min)
Afsluiting (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen hoe een strafproces verloopt.
  2. Ik kan uitleggen wat ontoerekeningsvatbaarheid betekent

Slide 3 - Tekstslide

Opgepakt.. en dan?

Slide 4 - Tekstslide

Officier van Justitie

Heeft 3 mogelijkheden 

  1. Seponeren           2.  Schikken           3. Vervolgen

Slide 5 - Tekstslide

Dagvaarding
Oproep om voor de rechter te verschijnen
Tekst

Slide 6 - Tekstslide

Belangrijkste personen
  1. De verdachte geholpen door een advocaat.
  2. De officier van jusititie die wil bewijzen dat de verdachte schuldig is.
  3. De rechter die beslist of de verdachte schuldig is en wat voor straf hij of zij krijgt.

Slide 7 - Tekstslide


Hoe verloopt 

een rechtszaak?

Slide 8 - Tekstslide


1. 
De opening



Rechter controleert  de gegevens

Slide 9 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht  voor.

Slide 10 - Tekstslide

3. 
Vragen stellen aan de verdachte 
.

Rechter, officier van justitie en de advocaat stellen vragen aan de verdachte. 

Slide 11 - Tekstslide


4.

Het getuigenverhoor




Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.

Slide 12 - Tekstslide

5. Officier van justitie eist een straf


De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis

Slide 13 - Tekstslide


6. 
Advocaat verdedigd 



Advocaat gaat verdedigen en vraagt vaak om een lichtere straf. 

Slide 14 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier

Slide 15 - Tekstslide


8. 

Het vonnis 



De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven.  Het vonnis betekent: de laatste uitspraak van de rechter. Dit vonnis komt vaak twee weken later.

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer ben je schuldig?
  1. Is het een strafbaar feit?
  2. Heeft de verdachte het gedaan?
  3. Is de verdachte strafbaar?

Slide 17 - Tekstslide

Ontoerekeningsvatbaar
  • Als iemand een psychische stoornis heeft, heeft hij geen schuld. Dit noemen we ontoerekeningsvatbaar. 
  • Je krijgt dan een TBS-maatregel:
TBS met dwangverpleging → direct naar de kliniek.
TBS met voorwaarden → soms in combinatie met een celstraf.
Gevangenisstraf + TBS → eerst straf uitzitten, daarna behandeling in TBS-kliniek.







Slide 18 - Tekstslide

Jeugdstrafrecht voor jongeren tussen 12 en 18 jaar
  • Jongeren tussen 12 en 18 jaar die een zwaar misdrijf plegen vallen onder het jeugdstrafrecht. Dit strafrecht houdt rekening met hun leeftijd en ontwikkeling.
  • Straffen kunnen bijvoorbeeld zijn:
  • Jeugddetentie (gevangenisstraf)
  • Taakstraffen
  • Begeleiding/behandeling (bijvoorbeeld door een psycholoog).

Bij zeer ernstige misdrijven kan voor jongeren van 16 en 17 jaar het volwassen strafrecht worden toegepast, wat zwaardere straffen mogelijk maakt.

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen hoe een strafproces verloopt.
  2. Ik kan uitleggen welke mensen belangrijk zijn in een rechtszaak
  3. Ik kan uitleggen wat ontoerekeningsvatbaarheid betekent

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maken: paragraaf 5 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video