In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
les 2 de Grieken
Tempels
Goden
Sportwedstrijden
Een belangrijke cultuur
Stadstaten
Democratie
Mythes
Alfabet
Slide 1 - Tekstslide
Griekse stadstaten
Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd
Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden
De bekendste poleis waren Athene en Sparta
Slide 2 - Tekstslide
Een stadstaat bestaat uit een stadcentrum met omliggend land (dorpjes en boerderijen)
Stadstaat: stad met omliggend land.
Stadscentrum: Akropolis en agora.
Slide 3 - Tekstslide
Athene
Het volk is de baas (democratie)
Oorlog en het leger zijn minder belangrijk
Kinderen krijgen een opvoeding met veel kunst en cultuur
Er zijn slaven
Slide 4 - Tekstslide
Sparta
Een koning is de baas (monarchie)
Oorlog en het leger zijn belangrijk
Kinderen krijgen zware, Spartaanse opvoeding
Er zijn slaven
Slide 5 - Tekstslide
Culturele eenheid
De Grieken vonden zichzelf heel wat. Andere culturen die geen Grieks sprak werden barbaren genoemd.
Grieken voelden zich één volk. Ze spraken dezelfde taal, aanbeden dezelfde goden en hadden hetzelfde schrift.
Slide 6 - Tekstslide
Democratie
Direct: meeste stemmen telt, direct voor of tegen een plan stemmen
Indirect: andere mensen laten beslissen over plannen
Het ostracisme was een manier om te kunnen stemmen in het oude Griekenland. Dit gebeurde met behulp van scherven. Daar schrijf je een naam op. Degene die je noteert moet de stad verlaten.
Slide 7 - Tekstslide
Goden en mensen
Om de goden tevreden te houden bouwden de Grieken tempels en organiseerden ze sportwedstrijden. Ook vroegen de Grieken vaak advies aan de goden in een Orakel.
Slide 8 - Tekstslide
Olympia
Slide 9 - Tekstslide
Goden en Mensen
De Grieken hadden Polytheistische godsdienst. Net als de Egyptenaren geloofden de Grieken in meerdere goden.
Voor elk (natuurs)verschijnsel was een god:
Poseidon God van de zee
Aphrodite Godin van de liefde
Slide 10 - Tekstslide
Sport en religie
Eens in de vier jaar werd er in Olympia spelen georganiseerd in Olympia ter ere van de god Zeus.
Als er dan staten in oorlog waren werd er een wapenstilstand getekend
Deze spelen waren alleen voor mannen. Er bestonden ook spelen voor vrouwen, deze waren dan ter ere van de godin Hera
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Test je kennis
Slide 13 - Tekstslide
Welk bestuur had de stad Athene?
A
Keizer
B
Democratie
C
Adel
D
Koning
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert
Slide 15 - Quizvraag
I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet. II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist,
stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist
Slide 16 - Quizvraag
De Grieken stichtten koloniën. Waarom deden ze dat?
Slide 17 - Open vraag
Wat is een ander woord voor stadstaat?
A
Paleis
B
Polis
C
Provincie
D
Kolonie
Slide 18 - Quizvraag
Welke griekse god heeft een drietand en regeert over de zeeën?