Grote getallen & Wetenschappelijke notatie

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning van vandaag
Programma:
  • Terugblik paragraaf 8.1 en start 8.2
  • Aan de slag met het huiswerk

Doel van de les:
Aan het eind van de les weet ik wat de wetenschappelijke notatie is.



Slide 2 - Tekstslide

Grote getallen

Slide 3 - Tekstslide

Een miljoen...
A
6 nullen
B
9 nullen

Slide 4 - Quizvraag

11,25 miljoen
A
1.125.000
B
1.125.000.000
C
11.250.000
D
112.500.000

Slide 5 - Quizvraag

Een miljard...
A
6 nullen
B
9 nullen

Slide 6 - Quizvraag

1,98 miljard is..
A
198.000.000
B
1.980.000.000
C
19.800.000.000
D
198.000.000.000

Slide 7 - Quizvraag

Schrijf 12.400.000 met het woord miljoen

Slide 8 - Open vraag

Schrijf 32.450.000.000 met het woord miljard

Slide 9 - Open vraag

Wetenschappelijke notatie

Slide 10 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

 Wetenschappelijke notatie

Slide 13 - Tekstslide

Is dit een juiste wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Welke notatie is in
een juiste wetenschappelijke notatie?
A
24 x 10⁷
B
5 x 10²³
C
1,3 x 8⁵
D
10,4 x 10⁹

Slide 15 - Quizvraag

Sleep naar de juiste plek om 34 400 000 in wetenschappelijke notatie te schrijven
10
x
7
3,44

Slide 16 - Sleepvraag

Schrijf het getal in de wetenschappelijk notatie. Rond af op één decimaal.


  1 937 845 = 
Deze zijn over :
x 108
x 107
x 106
x 105
2,0
1,94
1,93
1,9

Slide 17 - Sleepvraag

Schrijf het getal in de wetenschappelijk notatie. Rond af op één decimaal.


  264 357 = 
Deze zijn over :
x 108
x 107
x 106
x 105
3,0
2,7
2,6
2,5

Slide 18 - Sleepvraag


2,9 x 105  = ....... 
A
2 900 000
B
2,90000
C
290 000
D
0,290000

Slide 19 - Quizvraag


6,81 x 106  = ....... 
A
6,810000
B
68,0001
C
681 000 000
D
6 810 000

Slide 20 - Quizvraag


1,75 x 109  = ....... 
A
0,1750000000
B
1 750 000 000
C
175 000 000 000
D
175 000 000

Slide 21 - Quizvraag

Wat is niet waar over de wetenschappelijke notatie?
A
Er kan maar 1 cijfer voor de komma staan
B
Het cijfer voor de komma mag geen 0 zijn
C
Je zet het in een macht van 10
D
Je mag het ook in een andere macht zetten dan 10

Slide 22 - Quizvraag

Wetenschappelijke notatie
  • De wetenschappelijke notatie kun je ook gebruiken bij heel kleine getallen.
  • Je telt het aantal nullen voor het eerste cijfer dat geen 0 is.
  • Je zet dan een - voor de macht.
Bijvoorbeeld:
0,000001   =   1 x 10-6 
0,00000000725   =   7,25x 10-9

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de wetenschappelijke notatie van 0,0023 ?
A
2,3×104
B
2,3×104
C
2,3×103
D
2,3×102

Slide 24 - Quizvraag

Vragen?

Slide 25 - Tekstslide