Herhalingsles H1 + H3.1/H3.2

Herhalingsles H1 + H3.1/H3.2
LTH3c
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalingsles H1 + H3.1/H3.2
LTH3c

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Terugblik paragaaf 3.2
- Herhaling stof 
- Aan de slag! 
- Terugblik en afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

timer
4:00
Wie heeft er wel is geld geleend? Welke leningen kennen jullie? Wat voor invloed heeft dit op je koopkracht? Schrijf dit op een blaadje in tweetallen op.

Slide 3 - Woordweb

Welke leenmotieven komen we in de praktijk vaak tegen?

Slide 4 - Woordweb

Leg aan de hand van een voorbeeld het verschil uit tussen een consumptief krediet en een hypothecaire lening.

Slide 5 - Woordweb

Je leent 4000 euro. Je betaalt voor je lening maandelijkse termijnen van 130 euro. De afsluitkosten bedragen 50 euro. De lening heeft een looptijd van drie jaar. Wat zijn de kredietkosten?

Slide 6 - Open vraag

Huiswerk bespreken! 
  • ga aan de slag met de opdrachten van 3.2:
  • 17 en 18 horend bij leerdoel 1!
  • 26 en 27 horend bij leerdoel 2!
  • 22 en  24 horend bij leerdoel 3!
  • 19 en 20horend bij leerdoel 4!
  • 3 en 5 van Rekenen

Heb je vragen of ben je eerder klaar? Steek je vinger op. 

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen herhalingsles
- Je kunt benoemen welke leerdoelen uit H1 en 3.1/3.2 lastig voor je zijn. 

- Je kunt aan de slag gaan met de stof uit H1 en 3.1/3.2 en deze toepassen in verschillende contexten. 

Slide 8 - Tekstslide

Herhaling H1 + H3 'Bekijk alle leerdoelen uit deze paragaven. Met welke doelen heb je de meeste moeite? Schrijf dit even op een briefje en vouw het dicht. Vervolgens krijgen jullie op basis hiervan een individuele vervolg opdracht.

Slide 9 - Woordweb

Wat zouden jullie allemaal graag willen hebben of kopen op dit moment?

Slide 10 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een primaire en secundaire behoefte.

Slide 11 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een schaars- en vrij goed.

Slide 12 - Open vraag

Geef een praktijkvoorbeeld waaruit het begrip alternatieve aanwendbaarheid duidelijk wordt.

Slide 13 - Open vraag

timer
5:00
Welke inkomsten en uitgaven hebben jullie op dit moment? Maak hier een overzicht van en geef ook aan hoeveel je ongeveer kwijt bent.

Slide 14 - Woordweb

timer
3:00
Geef per uitgaven en inkomsten een voorbeeld uit je eigen praktijk. Schrijf deze op in het schema.

Slide 15 - Woordweb

Wat is het verschil tussen het secundair inkomen en primair inkomen?

Slide 16 - Open vraag

Oefenen
- Kleding omrekenen naar een week?
- Overschot of tekort op de begroting?

Slide 17 - Tekstslide

V3e had 25 leerlingen in de klas. Nu zitten er 30 leerlingen in deze groep. Met hoeveel procent is het aantal leerlingen in V3e gestegen?

Slide 18 - Open vraag

Budgetlijn tekenen

Slide 19 - Tekstslide

Maak onderstaande budgetlijn:

Slide 20 - Tekstslide

Uitwerking: 

Slide 21 - Tekstslide

Welke oorzaken zijn er mogelijk, waardoor de budgetlijn is veranderd?

Slide 22 - Tekstslide

Ik krijg 200 euro kleedgeld per maand. Hoeveel krijg ik dan per week?

Slide 23 - Open vraag

V3e had 25 leerlingen in de klas. Nu zitten er 30 leerlingen in deze groep. Met hoeveel procent is het aantal leerlingen in V3e gestegen?

Slide 24 - Open vraag

De prijs van een boek was 20 euro. Nu zijn de prijzen met 3,8% gestegen. Wat is de nieuwe prijs?

Slide 25 - Open vraag

Bij Pluto kost een scherm 399 euro. Bij Slank kost hetzelfde scherm 380 euro. Hoeveel procent is het scherm bij Slank goedkoper dan bij Pluto?

Slide 26 - Open vraag

Wie is er nu actief actief aan het sparen? waarvoor spaar je dan? en hoe?

Slide 27 - Woordweb

Je stort 1645 euro op de bank. Je rente is 2,5% per jaar. Wat is je saldo na een jaar? Hoeveel rente heb je dan ontvangen?

Slide 28 - Open vraag

Je krijgt van de bank 5% rente over je spaargeld. De inflatie is 4%. Wat is de reële rente?

Slide 29 - Open vraag

timer
4:00
Wie heeft er wel is geld geleend? Welke leningen kennen jullie? Wat voor invloed heeft dit op je koopkracht? Schrijf dit op een blaadje in tweetallen op.

Slide 30 - Woordweb

Welke leenmotieven komen we in de praktijk vaak tegen?

Slide 31 - Woordweb

Leg aan de hand van een voorbeeld het verschil uit tussen een consumptief krediet en een hypothecaire lening.

Slide 32 - Woordweb

Je leent 4000 euro. Je betaalt voor je lening maandelijkse termijnen van 130 euro. De afsluitkosten bedragen 50 euro. De lening heeft een looptijd van drie jaar. Wat zijn de kredietkosten?

Slide 33 - Open vraag

'Quiz-masters'


- Stap 1: Maak met je buurman/buurvrouw 6 toets vragen per hoofdstuk uit H1 en 3.1/3.2. Schrijf op een blaadje de 6 vragen per hoofdstuk en op een ander blad de antwoorden. (Tip: niveau)
- Stap 2: Lever je antwoorden en vragen bij mij in. (15 min)
- Stap 3: Ieder groepje krijgt vragen uit een ander groepje, die jullie gezamenlijk kunnen gaan maken. (20 min)
- Stap 4: De uitwerkingen worden uitgedeeld en de punten worden bij elkaar opgeteld. (7 min)
- Stap 5: Centrale nabespreking. (10 min)



timer
15:00

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag! 
- 1 en 2 van de herhaling van H1
- 5 en 6 van de herhaling van H1
- 8 van de herhaling van H1
- 2,3,4 en 7 van de herhaling van H2 op blz. 69

Slide 35 - Tekstslide

Leerdoelen herhalingsles
- Je kunt benoemen welke leerdoelen uit H1 + 3.1/3.2 lastig voor je zijn. 

- Je kunt aan de slag gaan met de stof uit H1 en 3.1/3.2 en deze toepassen in verschillende contexten. 

Slide 36 - Tekstslide

Welke leerdoelen uit H1 en 3.1/3.2 beheers je erg goed?

Slide 37 - Open vraag

Over welke leerdoelen uit H1 en 3.1/3.2 zou je graag nog extra uitleg willen?

Slide 38 - Open vraag

Wil je verder nog iets kwijt? Dan kun je altijd bij me terecht.

Slide 39 - Open vraag

Terugblik en afsluiting
  • Terugblik vorige lessen
  • Herhaling H1 + H3 
  • Volgende les! (Oefentoets)
  • vragen? opmerkingen? 

Slide 40 - Tekstslide