In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.2 Spanningen in Europa
Slide 1 - Tekstslide
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kan vertellen hoe de wereld eruit zag voor 1914
Je kan drie oorzaken noemen van WOI
Slide 3 - Tekstslide
Hoe noem je de periode waarin er steeds meer fabrieken en vervoermiddelen komen (1800-1900)?
timer
1:00
Slide 4 - Open vraag
Er kwamen nieuwe vervoermiddelen, zoals:
- de auto
Slide 5 - Tekstslide
Welk type brandstof denk je dat het meest populair was voor auto's rond 1900?
timer
0:30
A
Benzine
B
Aardgas
C
Steenkool (stoom)
D
Elektriciteit
Slide 6 - Quizvraag
-metro
-tram
Slide 7 - Tekstslide
-stoomschip
Slide 8 - Tekstslide
Er kwam ook nieuwe communicatie, zoals:
-telefoon
Slide 9 - Tekstslide
Wat zeggen veel (vaak oudere) mensen als ze het verkeerde nummer hebben gebeld?
timer
1:00
Slide 10 - Open vraag
-radio
Slide 11 - Tekstslide
-film
Slide 12 - Tekstslide
-film
Slide 13 - Tekstslide
Door de komst van de lopende band ontstond er massaproductie.
Slide 14 - Tekstslide
Negatieve kanten van de industrialisatie rond 1900.
Slide 15 - Woordweb
Huizen voor arbeiders waren slecht en lonen waren laag.
Slide 16 - Tekstslide
Ook werden er nieuwe wapens uitgevonden zoals het machinegeweer.
Slide 17 - Tekstslide
4.2 Spanningen in Europa
Slide 18 - Tekstslide
Spanningen in Europa
De Eerste Wereldoorlog brak niet zomaar uit.
Al jarenlang voelden de Europeanen dat er oorlog aan kwam.
De spanningen tussen landen liepen steeds verder op.
Slide 19 - Tekstslide
De spanningen in Europa:
De explosieven die in een kruitvat worden gestopt.
Slide 20 - Tekstslide
Nationalisme
Een grote liefde voor eigen land, volk en cultuur.
Gaat vaak samen met vijandigheid richting andere landen.
Slide 21 - Tekstslide
Modern Imperialisme
Europese landen maakten ruzie om de koloniën in Afrika.
Vooral Duitsland was jaloers dat Frankrijk en Engeland veel koloniën hadden.
Jaloezie leidt tot vijandigheid.
Om koloniën te krijgen bouwde Duitsland een grote oorlogsvloot.
Daardoor bouwt Engeland ook weer meer oorlogsboten.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Tekstslide
Wapenwedloop
Door de industrialisatie werden er ook veel militaire uitvindingen gedaan (gifgas, machinegeweer)
Door massaproductie konden steeds sneller steeds meer wapens worden gemaakt
Landen begonnen een wedloop (wedstrijd) wie de grootste en sterkste wapens kon bouwen.
Veel mensen wilden de wapens testen tegen vijanden.
Slide 25 - Tekstslide
1860: HMS Warrior
Het toen grootste oorlogschip ter wereld:
700 man personeel
128 meter lang
Topsnelheid van 26 km/uur.
IJzeren romp
40 kanonnen aan de zijkant.
Slide 26 - Tekstslide
1906: HMS Dreadnought
46 jaar later, een nieuwe generatie oorlogsschepen:
800 man personeel (700)
160 meter lang (128)
topsnelheid van 39 km/uur (26)
Een stalen romp i.p.v. ijzer
32 ronddraaiende kanonnen
5 torpedo-buizen
Slide 27 - Tekstslide
Wat zou Duitslands reactie op de ontwikkeling van de HMS Dreadnought zijn?
A
Duitsland geeft toe dat Engeland machtiger is op zee.
B
Duitsland geeft de strijd om de macht op zee op.
C
Duitsland gaat nog grotere schepen bouwen dan de Engelsen.
Slide 28 - Quizvraag
Wat zou Engelands reactie op de ontwikkeling van het nieuwe grote Duitse oorlogschip zijn?
A
Engeland geeft toe dat Duitsland machtiger is op zee.
B
Engeland geeft de strijd om de macht op zee op.
C
Engeland gaat nog grotere schepen bouwen dan de Duitsers.
Slide 29 - Quizvraag
Wat zou Duitslands reactie op het nóg grotere Engelse schip zijn?
A
Duitsland geeft toe dat Engeland machtiger is op zee.
B
Duitsland geeft de strijd om de macht op zee op.
C
Duitsland gaat nog grotere schepen bouwen dan de Engelsen.
Slide 30 - Quizvraag
Dit proces wordt een wapenwedloop genoemd: een wedstrijd tussen landen over wie de beste en grootste wapens kan maken.
Slide 31 - Tekstslide
Het kruitvat van Europa raakt steeds verder gevuld met explosief materiaal.
Dit zijn oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Noem 3 oorzaken van WOI
Slide 34 - Open vraag
Leerdoelen
Je kan vertellen hoe de wereld eruit zag voor 1914
Je kan drie oorzaken noemen van WOI
Slide 35 - Tekstslide
Aan de slag
Maken vraag 1 t/m 5 van paragraaf 4.2
Slide 36 - Tekstslide
Twee Bondgenootschappen in1914 (let op: in 1917 verandert er iets!)
Bondgenootschappen. Militaire samenwerking tussen landen. Afspraak: je helpt elkaar in het geval van oorlog. Hierdoor werd een oorlog gelijk een oorlog tussen veel landen.
Geallieerden
Centralen
Groot-Brittannië
Duitsland
Rusland (1917 weg)
Oostenrijk -
Hongarije
Frankrijk
Ottomaanse Rijk
Italië (1915 erbij)
Amerika (1917 erbij)
Bondgenootschappen in WOI
Slide 37 - Tekstslide
Dit waren de landen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije.
Slide 38 - Tekstslide
Aan de andere kant stonden de geallieerden.
Dit waren, Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland.