2A woensdag 6 okt 2e uur oefenen met de toetsstof

Welkom bij Nederlands!
- ga rustig zitten
- inloggen op je telefoon als dit kan, 
anders mag je samen doen!
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
- ga rustig zitten
- inloggen op je telefoon als dit kan, 
anders mag je samen doen!

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
herhaling theorie hoofdstuk 1 en 2 taalverzorging grammatica


Slide 2 - Tekstslide

Vragen over de theorie?

Slide 3 - Tekstslide

grammatica Hoofdstuk 1 en 2 
- log  in via de lessonup app met de code 
- voer je naam in

Slide 4 - Tekstslide

Zijn jullie er klaar voor????

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 6 - Open vraag


Alberto wil een hippe vogel zijn.
A
persoonsvorm
B
gezegde
C
onderwerp

Slide 7 - Quizvraag


Alberto wil een hippe vogel zijn.
A
persoonsvorm
B
gezegde
C
onderwerp

Slide 8 - Quizvraag


Alberto wil een hippe vogel zijn.
A
persoonsvorm
B
gezegde
C
onderwerp

Slide 9 - Quizvraag


Alberto wil een hippe vogel zijn.
A
lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 10 - Quizvraag


Alberto wil een hippe vogel zijn.
A
lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quizvraag

Welke lidwoorden kennen we?

Slide 12 - Open vraag

4. op welke manieren kun je de persoonsvorm in een zin vinden?

Slide 13 - Open vraag

Welke voorzetsels
staan in de mop?

Slide 14 - Open vraag

omdat is een:
A
voegwoord
B
lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in de mop?

Er lopen twee oenen over straat. Zegt de ene oen tegen de andere: 'Mag ik nu in het midden lopen?'

Slide 16 - Open vraag

Persoonsvorm?
Simon zou een nieuwe computer willen kopen.

Slide 17 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm van de zin.

Zullen wij bij jou op visite komen?

Slide 18 - Open vraag

Gezegde?
Simon zou een nieuwe computer willen kopen.

Slide 19 - Open vraag

Onderwerp?
Simon zou een nieuwe computer willen kopen.

Slide 20 - Open vraag

Noteer het onderwerp van de zin.

Zullen wij bij jou op visite komen?

Slide 21 - Open vraag

Zelfstandig naamwoord??
Simon zou een nieuwe computer willen kopen.

Slide 22 - Open vraag

Lidwoord??
Simon zou een nieuwe computer willen kopen.

Slide 23 - Open vraag

Bijvoeglijk naamwoord??
Simon zou een nieuwe computer willen kopen.

Slide 24 - Open vraag

Wat voor zinsdeel is 'gaat / maaien' in de zin:

Morgen / gaat / hij / het gras / maaien.
A
gezegde
B
Onderwerp (OND)
C
persoonsvorm

Slide 25 - Quizvraag

Wat voor zinsdeel is 'hij' in de zin:

In de bioscoop / keek / hij / naar de film.
A
(Werkwoordelijk} gezegde
B
Onderwerp (OND)
C
persoonsvorm

Slide 26 - Quizvraag

Noteer de persoonsvorm van de zin.

Geef jij die stoel eens aan!

Slide 27 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm van de zin.

Onze broeken drogen aan de waslijn.

Slide 28 - Open vraag

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 29 - Open vraag

Noteer het (werkwoordelijk) gezegde van de zin:

De hond is naar zijn baas gelopen.

Slide 30 - Open vraag

10. Noteer het (werkwoordelijk) gezegde van de zin:

Waarom werd je gisteren opgehaald door je zus?

Slide 31 - Open vraag

11. Noteer het (werkwoordelijk) gezegde van de zin:

Waarom ga je nu niet slapen?

Slide 32 - Open vraag

Noteer het onderwerp in de zin

Waarom werd je gisteren opgehaald door je zus?

Slide 33 - Open vraag

Wat is een samengestelde zin?

Slide 34 - Open vraag

13. Wat zijn de kenmerken van een samengestelde zin?

Slide 35 - Open vraag

14. Welke regel pas je toe om een werkwoord goed te kunnen spellen?

Slide 36 - Open vraag

15. noem het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden en geef een voorbeeld

Slide 37 - Open vraag

huiswerk
- Neem de theorie nog eens goed door voor de toets van a.s. maandag!

Slide 38 - Tekstslide