Les 4: oefenen met moessons en passaten

Tijdens deze les
Uitleg verschil moesson en passaat.

Ga je zelfstandig aan het werk in deze Lesson Up.
Je oefent met luchtdruk, de ITCZ, passaten en moessons.

Je bent constant zelfstandig aan het werk voor aardrijkskunde.
Je geeft volledig antwoord en vult je antwoorden aan na de hint-knop te hebben geraadpleegd.

Je leest goed in de Lesson Up wat je moet doen.
Ook als je klaar bent met deze Lesson Up werk je verder aan AK.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tijdens deze les
Uitleg verschil moesson en passaat.

Ga je zelfstandig aan het werk in deze Lesson Up.
Je oefent met luchtdruk, de ITCZ, passaten en moessons.

Je bent constant zelfstandig aan het werk voor aardrijkskunde.
Je geeft volledig antwoord en vult je antwoorden aan na de hint-knop te hebben geraadpleegd.

Je leest goed in de Lesson Up wat je moet doen.
Ook als je klaar bent met deze Lesson Up werk je verder aan AK.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een moesson en een passaat wind? Kijk naar de windrichtingen in de 2 perioden.

Slide 2 - Tekstslide

Bij stijgende lucht is er wat voor een luchtdruk?
A
hoge
B
lage

Slide 3 - Quizvraag

Wat is juist bij de evenaar?
A
lage druk met neerslag
B
hoge druk met neerslag
C
lage druk met droogte
D
lage druk met droogte

Slide 4 - Quizvraag


Leg uit wat er bij 30NB gebeurt waardoor er daar woestijnen liggen.
hint
Geef aan: of er hoge of lage luchtdruk is
- of de wind daalt of stijgt
- of de wind warmer of kouder wordt
- of er condensatie plaatsvindt of wolken verdwijnen
- of het daardoor regent of juist droog is

Slide 5 - Open vraag


Leg uit wat er op 60NB gebeurt waardoor het daar regelmatig regent.
hint
Geef aan: 
- wat er met de wind van 90NB en 30NB gebeurt
- welke lucht er opstijgt
- of er hoge/lage luchtdruk is
- of er daarbij condensatie plaatsvindt of wolken verdwijnen

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide


Beredeneer met behulp van de heersende luchtdrukgebieden uit dat de kaart op de vorige dia echt over Januari gaat.
Hint deel 1
De ITCZ verschuift met de loodrechte instraling van de zon (dus tussen de 23,5NB en 23,5ZB).


Hint deel 2
Geef aan:
- waar de loodrechte instraling van de zon in januari is
- wat loodrechte instraling van de zon met luchtdruk doet
- waar de ITCZ ligt op de kaart
(dus gaat de kaart over januari)

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Beredeneer met behulp van de heersende luchtdrukgebieden uit dat de kaart op de vorige dia echt over Juli gaat.
Hint
De ITCZ verschuift met de loodrechte instraling van de zon (dus tussen de 23,5NB en 23,5ZB).
Geef aan:
- waar de loodrechte instraling van de zon in juli is
- wat de loodrechte instraling van de zon met de luchtdruk doet
- waar de ITCZ ligt op de kaart
(dus gaat de kaart over juli)


Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide



Bekijk de kaart op de vorige dia. In de paarse cirkel zie je dat de wind een gekke bocht maakt. Leg met behulp van de wet van Buys Ballot uit waarom de wind daar waait zoals hij waait.

Hint
- Beschrijf van welk luchtdrukgebied naar welk luchtdrukgebied de wind waait op de kaart.
- Geef ga in op het verschil in afwijking op het NH en het ZH.
(Let op: de wind steekt de evenaar over om het lage luchtdrukgebied te bereiken.)

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide



Bekijk de kaarten op de vorige 2 dia's.
Leg uit of er boven Paramaribo een passaat of een moesson ligt.
Hint
- leg uit wat het verschil tussen een passaat en een moesson is.
- wat de windrichting in januari is (aanlandig/aflandig)
- wat de windrichting in juli is (aanlandig/aflandig)

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide



Bekijk de kaarten op de vorige 2 dia's.
Leg uit waardoor er boven India (bij Mumbai en Delhi) een moesson is.
Hints deel 1
- leg uit wat het verschil tussen een passaat en een moesson is.
- beschrijf waar de ITCZ in januari ligt
- gebruik de Wet van Buys ballot
- wat de windrichting is (aanlandig of aflandig)

hints deel 2
- beschrijf waar de ITCZ in juli ligt
- gebruik de Wet van Buys ballot
- wat de windrichting is (aanlandig/aflandig)

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide



Bekijk de kaarten op de vorige 2 dia's.
Beredeneer of de wind bij Nairobi (Afrika) een moesson of een passaat is.
Hints deel 1
- leg uit wat het verschil tussen een passaat en een moesson is.
- beschrijf waar de ITCZ in januari ligt
- gebruik de Wet van Buys ballot
- wat de windrichting is (aanlandig of aflandig)

hints deel 2
- beschrijf waar de ITCZ in juli ligt
- gebruik de Wet van Buys ballot
- wat de windrichting is (aanlandig/aflandig)

Slide 21 - Open vraag

Klaar met deze lesson up?
Geen vragen en het onderwerp begrijp ik goed:

Ga aan het werk met de weektaak.

We nemen iets langer de tijd voor 3.1 en 3.2 qua uitleg. De opdrachten hoor je af te hebben.

Maak vraag: 1,2,3,5 van 3.3
Maak vraag: 1,2,4,5 van 3.4

Ik heb geen vraag maar ik vind het onderwerp nog wel lastig.

Kijk de filmpjes in de volgende dia's (oortjes in).
(
1e filmpje passaten en moessons, filmpjes erna gaan nog een paar stapjes verder terug).


Ik heb nog wat extra uitleg nodig.

Bijvoorbeeld:
- mondiaal windsysteem
(op 0, 30, 60 en 90 graden)

- Wet van Buys Ballot

- Hoe en waardoor de ITCZ verschuift.

- Het gevolg van het verschuiven van de ITCZ

- Hoe je kan zien of een wind een moesson of passaat is.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video