In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
do. 24 juni - 4V3 - 3e uur
Algemene feedback superbetogen
Citeren
Beoordelingsmodel gpw betoog
Logistiek rondom gpw betoog
Beoordelingsmodel SE duo-interview
Lezen in je leesboek
Slide 1 - Tekstslide
Wat zullen we morgen doen in de laatste les?
Slide 2 - Woordweb
Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je precies wat er van je verwacht wordt bij het gpw schrijfvaardigheid betoog en bij het SE duo-presentatie boek 4.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Veel voorkomende feedback superbetogen
Inleiding:
Zorg dat je aandachttrekker écht aantrekkelijk is: gebruik de actualiteit, de geschiedenis, een anekdote of het belang voor de lezer.
Zorg dat de introductie van je onderwerp uitgebreid genoeg is.
Zorg dat je standpunt enkelvoudig is.
Slide 5 - Tekstslide
Veel voorkomende feedback superbetogen
Middenstuk:
Zorg dat je de redenering afmaakt door een voorbeeld of uitleg te geven en daarna weer terug te komen bij je argument.
Zorg dat het opgenomen citaat je argument ondersteunt.
Zorg dat je op de juiste manier citeert.
Beperk de onderbouwing van het tegenargument tot het hoogstnoodzakelijke
Zorg dat de weerlegging inhoudelijk verschilt van je argumenten voor. Je kunt je weerlegging als een soort 3e argument voor zien.
Slide 6 - Tekstslide
Veel voorkomende feedback superbetogen
Slot:
Zorg dat de stelling in de inleiding en in het slot inhoudelijk hetzelfde zijn. De formulering mag wel verschillen.
Neem in je samenvatting de argumenten voor en de weerlegging op.
Maak je verhaal rond: kom bijvoorbeeld. in de uitsmijter terug op je aandachttrekker.
Slide 7 - Tekstslide
Veel voorkomende feedback superbetogen
Algemeen:
Zorg voor variatie in woordkeuze. Voorkom bijvoorbeeld dat je meer dan twee keer achterelkaar hetzelfde signaalwoord gebruikt.
Gebruik alleen woorden waar je zelf de betekenis van kent.
Lees je tekst minstens twee keer zorgvuldig na. Ook geoefende en getalenteerde schrijvers maken (slordigheids)fouten in zinsbouw en spelling.
Slide 8 - Tekstslide
Citeren
Citaat = letterlijke weergave van tekst van iemand anders, bijvoorbeeld een uitspraak.
Het citaat staat altijd tussen aanhalingstekens.
Verder vermeld je:
- auteur (alleen achternaam) --> WIE?
- bron (naam krant, tijdschrift, website) --> WAAR?
- datum (datum of jaartal van publicatie of datum van raadpleging) --> WANNEER?
DE 3 W'S
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld 1
Ten eerste moeten mobieltjes in de klas verboden worden omdat het slecht is voor de concentratie van leerlingen. "Meer dan de helft van de scholen zegt dat leerlingen zich door de smartphone minder goed kunnen concentreren en dat ze niet opletten omdat ze met hun smartphone bezig zijn", aldus Verkuil (NOS, 2011).
Zie je de 3 W's?
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld 2
Ten eerste moeten mobieltjes in de klas verboden worden omdat het slecht is voor de concentratie van leerlingen. Researchredacteur Verkuil van de NOS constateerde in 2011 het volgende: "Meer dan de helft van de scholen zegt dat leerlingen zich door de smartphone minder goed kunnen concentreren en dat ze niet opletten omdat ze met hun smartphone bezig zijn."