les 5 - zware en lichte stoffen

§5 zware en lichte stoffen 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

§5 zware en lichte stoffen 

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
- begrippen massa/volume/dichtheid
-grootheden en eenheden benoemen 
- volume berekenen 
dichtheid berekenen 

Slide 2 - Tekstslide

massa
de massa geeft aan hoeveel iets weegt. 

de standaard-eenheid voor massa is kilogram. 

Slide 3 - Tekstslide

Massa
De massa bepaal je met een weegschaal.

Slide 4 - Tekstslide

Massa

Slide 5 - Tekstslide

Massa

Slide 6 - Tekstslide

massa is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 7 - Quizvraag

Massa bepaal je met een
A
liniaal
B
geodriehoek
C
weegschaal
D
maatcilinder

Slide 8 - Quizvraag

De eenheid van massa is:
A
Gram
B
Liter
C
Newton
D
Pfennig

Slide 9 - Quizvraag

Volume
  • Een stof neemt ruimte in.
  • We noemen dit het Volume.

Slide 10 - Tekstslide

Volume (II)
In sommige gevallen kun je het volume ook anders bepalen.                        
                   volume =
 lengte x breedte x hoogte

Slide 11 - Tekstslide

Volume

Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode

Slide 12 - Tekstslide

Het symbool van volume is
A
V
B
L
C
v
D
dm3

Slide 13 - Quizvraag

Een eenheid van volume is:
A
Kilogram
B
Newton
C
Meter
D
kubieke centimeter

Slide 14 - Quizvraag


Wat is het volume?
A
64cm3
B
16cm3
C
64m3
D
16m3

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het volume?
timer
2:30
A
60cm3
B
600cm3
C
0.6cm3
D
0.06cm3

Slide 16 - Quizvraag

Volume
A
grootheid
B
eenheid

Slide 17 - Quizvraag

Het volume meet je in ....
A
g
B
kg
C
l
D
m3

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het volume van het blokje?
A
10 ml
B
20 ml
C
19 ml
D
9 ml

Slide 19 - Quizvraag

Dichtheid

Slide 20 - Tekstslide

Dichtheid
dichtheid= massa/volume

Slide 21 - Tekstslide

Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g
Uitleg van de wipwap

Slide 22 - Tekstslide

Lichte en zware metalen
lichte metaal: kleine dichtheid
zwaar metaal: hoge dichtheid

Slide 23 - Tekstslide

Dichtheid
Dichtheid,
massa en volume

Slide 24 - Tekstslide

Dichtheid

Slide 25 - Tekstslide

Wanneer blijft iets drijven?
DRIJVEN: De dichtheid van het voorwerp is kleiner dan de dichtheid van water
ZWEVEN: de dichtheid van het voorwerp is gelijk aan de dichtheid van water
ZINKEN: de dichtheid van het voorwerp is groter dan de dichtheid van water


Slide 26 - Tekstslide

Berekenen van de Dichtheid








Dichtheid = massa : volume
Grootheid
Eenheid
Massa 
kilogram (kg)
Volume
liter (l)
kubike decimeter (dm3)
Dichtheid
kg/l
kg/dm3

Slide 27 - Tekstslide

De eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g
C
g
D
cm3

Slide 28 - Quizvraag

De dichtheid van ijs is .... dan de dichtheid van water





















































































































De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk

Slide 29 - Quizvraag

Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet

Slide 30 - Quizvraag

Hout drijft op water.
De dichtheid van hout is (groter of kleiner) dan de dichtheid van water.
A
groter
B
kleiner

Slide 31 - Quizvraag

Wat is dichtheid?
A
Eenheid van volume
B
Massa/Volume
C
Eenheid van Massa
D
Hoe makkelijk je er een deuk in slaat

Slide 32 - Quizvraag

De formule voor dichtheid is
A
massa : volume
B
volume : massa
C
voluma x massa

Slide 33 - Quizvraag

huiswerk 

§3.5 zware of lichte stoffen 
opdracht t/m 95

Slide 34 - Tekstslide