In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
4.1 De Eerste Wereldoorlog
+ oefenvragen
Slide 1 - Tekstslide
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Tekstslide
"De oorlog die alle
oorlogen zou beëindigen"
Slide 3 - Tekstslide
Planning
Introductievraag
Leerdoelen
Instructie paragraaf 4.1
Herhalingsvragen
Aan de slag
Slide 4 - Tekstslide
WO1
Slide 5 - Woordweb
Leerdoelen
Aan het eind van deze les:
Kun je herkennen en uitleggen op welke manier de Eerste Wereldoorlog verliep en:
Waarom er in de Eerste Wereldoorlog zoveel doden vielen.
Slide 6 - Tekstslide
Wij gaan winnen!
Overal in Europa is er veel enthousiasme om
te gaan vechten én vertrouwen om te winnen:
met Kerst zijn we weer thuis zijn!
Slide 7 - Tekstslide
Totale oorlog
De Eerste Wereldoorlog was een totale oorlog: iedereen had last van de gevolgen, ook als je niet vocht.
Vrouwen namen de banen van de mannen over.
Regering overtuigde volk met propaganda over de vijand.
Regering deed aan censuur: slecht nieuws niet zeggen, dus nederlagen mogen niet in het nieuws.
Slide 8 - Tekstslide
Nieuwe wapens
Nieuwe wapens
Slide 9 - Tekstslide
Welke kleur heeft Nederland?
In volgende dia oorzaken WOI.
Slide 10 - Tekstslide
Oorzaak 1
Nationalisme
Extreme trots op het eigen volk en land
'Ons land is het beste!'.
Slide 11 - Tekstslide
Oorzaak 2
Militarisme
Trots op alles wat met het eigen leger te maken heeft.
Vertrouwen in de kracht van het eigen leger.
Slide 12 - Tekstslide
Oorzaak 3
Wapenwedloop
Vooral tussen Engeland en Duitsland ontstaat
een felle strijd om wie de sterkste en meeste wapens heeft.
Slide 13 - Tekstslide
Alle oorzaken zorgen voor een eplosieve situatie in Europa. Het wachten is op het aansteken van de lont...
Slide 14 - Tekstslide
Vier jaar lang vanuit de loopgraven kijken naar
hetzelfde stuk, kapotgeschoten, niemandsland.
Slide 15 - Tekstslide
Loopgraven
De wapens (bv gifgas, vlammenwerpers en tanks) zijn zo krachtig geworden, dat vechten op een open veld zelfmoord zou zijn
Loopgraven zorgen voor meer beschutting
In totaal wordt er aan het Westfront 40.000 km aan loopgraven aangelegd
Slide 16 - Tekstslide
Van wanneer tot wanneer duur de Eerste Wereldoorlog?
A
Van 1917 tot 1921
B
Van 1940 tot 1945
C
Van 1914 tot 1918
D
Van 1905 tot 1909
Slide 17 - Quizvraag
Op het plaatje hiernaast wordt in Sarajevo de Oostenrijkse troonopvolger vermoord.
Deze gebeurtenis ....
A
is het startmoment van de Eerste Wereldoorlog
B
geeft een verklaring waarom Nederland neutraal bleef
C
zorgde ervoor dat de Tweede Wereldoorlog ten einde kwam
D
geen van de genoemde antwoorden is juist
Slide 18 - Quizvraag
Deze zin werd na ongeveer 3 minuten letterlijk genoemd: "Jonge mannen in heel Europa willen dolgraag vechten, omdat ze van hun land houden en denken dat hun niets kan overkomen. Ze zien de oorlog als een groot avontuur."
Deze zin is een voorbeeld van ....
A
Militarisme
B
Nationalisme
C
Wapenwedloop
D
Bondgenootschap
Slide 19 - Quizvraag
De hoofdpersoon in de aflevering heet Gilbert en komt uit Frankrijk. Frankrijk hoorde bij de Geallieerden.
Welke drie landen hoorden ook bij de Geallieerden?
A
Het Ottomaanse Rijk, het Duitse keizerrijk en Engeland
B
Rusland, het Ottomaanse Rijk en Engeland.
C
Rusland, Oostenrijk-Hongarije en de Verenigde Staten
D
Engeland, Frankrijk en Rusland
Slide 20 - Quizvraag
Twee uitspraken:
I. Het Schlieffenplan (zie plaatje hiernaast) is een aanvalsplan van Duitsland om de Fransen via België in de rug aan te vallen.
I. Duitsland hoorden bij 'de Centralen'.
A
Alleen uitspraak I is juist
B
Alleen uitspraak II is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beiden uitspraken zijn onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Welke oorzaak van het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog wordt in het plaatje hiernaast uitgebeeld?
A
Nationalisme
B
Modern imperialisme
C
Wapenwedloop
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist
Slide 22 - Quizvraag
Welk woord heeft NIETS te maken met militarisme?
A
Soldaat
B
Volkslied
C
Uniform
D
Medailles
Slide 23 - Quizvraag
De tank werd tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het eerst als wapen ingezet. Voor welke wapens geldt hetzelfde?
A
De atoombom, de auto, de duikboot
B
Het vliegtuig, de auto, de duikboot
C
Het gifgas, het vliegtuig, de duikboot
D
De atoombom, het gifgas, de duikboot
Slide 24 - Quizvraag
Sleep de onderstaande drie woorden naar de juiste plek in de legenda:
timer
0:30
Neutraal
Geallieerden
Centralen
Slide 25 - Sleepvraag
Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog
Sleep de 6 plaatjes naar de juiste kolom:
timer
0:40
Slide 26 - Sleepvraag
Leerdoelen
Aan het eind van deze les:
Kun je herkennen en uitleggen op welke manier de Eerste Wereldoorlog verliep en:
Waarom er in de Eerste Wereldoorlog zoveel doden vielen.