Hfst 4.3 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom! 

Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 

Log alvast in. 

Pak je leesboek en start met lezen. 

Lesopbouw:

Absentie

Hfst overzicht

Herhaling vorige les

Doel en uitleg deze les

Maken en bespreken opdrachten

Afsluiting

Hfst overzicht: Vol Spanning

Les 1: Fictie

Les 2: Gedicht

Les 3: Lezen

Les 4: Schrijven en formuleren

Les 5: Woorden

 

Daarna Toets Thema 4

Les 6: Spreken, kijken en luisteren

Les 7: Grammatica

Les 8: Spelling: 

Les 9 Media en onderzoek

Doel vorige lessen: 4.1 en 4.2

Ik weet wat spanning in een boek is. 

Ik weet wat spanningsvragen zijn. 

Ik kan een gedicht voorlezen. 

Welk pictogram geeft spanning aan?

1. 
2. 
3. 

huiswerk bespreken

blz 13

Noem eens drie woorden die in je opkomen als je denkt aan het woord: 'verhuizen'

Doel les: 4.2 Gedicht

Ik kan een gedicht lezen. 

Lees het gedicht bij opdracht 2. (Mag via Malmberg)

Wat is de titel?

Hoeveel alinea's heeft het gedicht?

Wat is het onderwerp van het gedicht?

maken opdracht 3 en 4

Betekenis van woorden/zinnen. 

Beschrijf goed en uitgebreid jouw antwoord. 

(Denk aan je hoofdletters en punten.)

Antwoord in een zin en niet in losse woorden. 

Herken je het gedicht?

Wat zou jouw advies zijn voor mensen/vrienden die afscheid moeten nemen?

Wat voor een cijfer zou jij dit gedicht geven?
1 - 10 en waarom?

Doel les: 4.2 Gedicht

Ik kan een gedicht lezen. 

Zet een streep door 5 en 6. 

Doel les: 4.3 Lezen

Ik kan twee nieuwe tekstdoelen herkennen; activeren en amuseren

Ik ken het tekstdoel informeren al. 

Wat wil de schrijver als hij dit doel heeft?

Wat weet je al over lezen?

Bij nauwkeurig lezen zoek je alles op in een woordenboek.

Een schrijver heeft altijd een tekstdoel.

Verkennend lezen is een tekstdoel.

Doel les: 4.3 Lezen

Ik kan twee nieuwe tekstdoelen herkennen; activeren en amuseren

Bekijk opdracht 2.

Samen maken.

Doel les: 4.3 Lezen

Ik kan twee nieuwe tekstdoelen herkennen; activeren en amuseren

Activeren: De schrijver wil de lezer iets laten doen. De lezen moet in actie komen. VB reclames

Amuseren: De schrijver wil de lezen vermaken. VB leesboek, mop

Doel les: 4.3 Lezen

Maak opdracht 6, 7 en 8

Je mag gebruikmaken van Malmberg. 

Luister met oortjes in naar het verhaal/tekst.  

Klaar: Fictiedossier 3. 

Welke 3 tekstdoelen ken je nu?

Leg uit wat de bedoeling van de schrijver is met: amuseren?

Leg uit wat de bedoeling van de schrijver is met: activeren?

Bedankt voor jullie aandacht!