Irregulars

Irregulars 
I
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Irregulars 
I

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Find the mistake
Gisteren loopte ik naar de markt
A
markt schrijf je met een hoofdletter
B
Ik fietste gisteren naar de markt
C
Gisteren was er helemaal geen markt
D
loopte

Slide 3 - Quizvraag

In de zomer zwemde ik 5 baantjes elke dag
A
het waren er 10
B
Ik heb nog geen zwemdiploma
C
In de zomer was het zwembad in lockdown
D
zwemde

Slide 4 - Quizvraag

Het waaide vorige week zo hard
A
moet woei zijn
B
waaide kan wel, woei ook. Niet fout dus
C
vorige week scheen de zon

Slide 5 - Quizvraag

what does this little quiz tell us
* in Dutch you know what is regular or irregular
* some verbs are both (only a few)

How have you learned/ learnt (here we have one) this because your mother has given you a list when you were 4?

Slide 6 - Tekstslide

How have you learned/ learnt (here we have one) this because your mother has given you a list when you were 4?

Slide 7 - Tekstslide


You have learned it in use (door het te gebruiken)

So that's what we are going to in English as well

Slide 8 - Tekstslide

Irregular Bingo
write down 5 verbs on a piece of paper like this

Dutch verb - base form- past simple
example
weten - know -knew
take 3 minutes to do so

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

if you hear the past simple of the verb 
mark it. Marked  all of them:
 shout Bingo

Slide 11 - Tekstslide

learned something? Oh no learnt something? Oh no both possible

Slide 12 - Tekstslide