H10.5 Medische beeldvorming

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

H11.5 Medische beeldvorming

Welke soorten medische beeldvorming ken je?

In welke afbeelding zie je een röntgenfoto?

1. 
2. 
3. 
4. 

In welke afbeelding zie je een foto van een PET-scan?

1. 
2. 
3. 
4. 

Röntgenfoto's

• Maakt gebruik van het verschil in absorptie van straling door verschillende weefsels. 

• Botten absorberen meer straling.
• Dit zorgt voor een schaduwbeeld. 

Röntgenfoto's

1. Een gloeidraad (-) wordt warm door een elektrische stroom. 
2. Elektronen komen vrij. 
3. Deze worden door een spanningsverschil versneld naar de anode (+).
4. Elektronen botsen op de anode en remmen af. Deze energie wordt omgezet in röntgenstraling.  

Röntgenfoto's

Wat is belangrijk?

• De buisspanning (kV)      Dit zorgt voor de energie van de rötgenstraling.
• De buisstroom (mA)      Dit zorgt voor de hoeveelheid straling. 

• Totale straling = Buisstroom x tijd
• Dit wordt het mAs-getal genoemd. 

Een grotere buisspanning zorgt voor een .... doordringend vermogen.

1. Kleiner
2. Groter
3. Er is geen verband

CT-scanner

• Maakt gebruik van röntgenstraling. 
• Voegt meerdere beelden samen tot een 3D beeld. 

• Veel nauwkeuriger dan röntgen. 

Een CT-scan geeft een veel nauwkeuriger beeld dan een röntgenfoto. Waarom gebruiken we dan nog röntgenfoto's?

Angiografie

• Maakt bloedvaten en bloedstroming zichtbaar. 
• Gebruikt een contrastvloeistof. 
• Dit is ook een röntgenfoto. 

SPECT

• Single photon emission computed tomography.
• Er wordt in 3d naar een tracer gekeken. 
• De tracer zendt gammastraling uit. 
•  Voor bijvoorbeeld hart of schildklier.

PET-scan

• Positron emission tomography.

• Uitgezonden positronen botsen met elektronen en zenden dan 2 gamma fotonen uit. 

• Wordt gebruikt om tumoren te zoeken. 

Nucleaire geneeskunde

Tot nu toe zaten de stralingsbronnen buiten het lichaam. 

Door een kleine hoeveelheid van een radioactieve stof in te brengen zijn processen in het lichaam te volgen. 

Deze stof noemen we een tracer. 

De straling komt nu vanuit je lichaam.

Oefenen

Maak opgave 32, 33 en 35.