Ik kan standaard bewerkingen op de rekenmachine uitvoeren.
Ik kan de breukentoets gebruiken op de rekenmachine.
Ik kan haakjes gebruiken op de rekenmachine.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Les 1: De rekenmachine
Leerdoelen:
Ik kan standaard bewerkingen op de rekenmachine uitvoeren.
Ik kan de breukentoets gebruiken op de rekenmachine.
Ik kan haakjes gebruiken op de rekenmachine.
Slide 1 - Tekstslide
Wat heb je nodig?
Laptop met geluid of oortjes
Rekenmachine
Schrift en etui (aantekeningen)
Slide 2 - Tekstslide
Op de rekenmachine gebruik je de wiskundige bewerkingen die je hebt geleerd. Wat is ook alweer een product?
A
+
B
-
C
X
D
:
Slide 3 - Quizvraag
Wat is ook alweer een quotiënt?
A
+
B
-
C
X
D
:
Slide 4 - Quizvraag
Wat is ook alweer een verschil?
A
+
B
-
C
X
D
:
Slide 5 - Quizvraag
Wat is ook alweer een som?
A
+
B
-
C
X
D
:
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Video
01:16
Wat is het antwoord van opgave-a in het filmpje? Rond je antwoord niet af.
Slide 8 - Open vraag
01:44
Wat is het antwoord van opgave-b in het filmpje?
Slide 9 - Open vraag
03:22
In welke modus moet je rekenmachine standaard staan?
A
Statistics
B
Calculate
C
Table
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
01:29
Hoeveel helen zitten er in deze breuk? Geef alleen het getal (geen min ervoor zetten).
Slide 12 - Open vraag
02:29
Wat is het antwoord van opgave-a uit het filmpje? Je mag een normale min gebruiken, zet GEEN komma tussen de min en het getal. Voorbeeld: -8
Slide 13 - Open vraag
03:00
Wat is het antwoord van opgave-b uit het filmpje? Je mag een normale min gebruiken, zet GEEN komma tussen de min en het getal.
Slide 14 - Open vraag
03:46
Wat is het antwoord van opgave-d uit het filmpje?
A
75
B
−72
C
−75
D
Het goede antwoord staat er niet tussen.
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Video
01:06
Wat is het antwoord van opgave-a in het filmpje? Rond je antwoord niet af.
Slide 17 - Open vraag
01:44
Wat is het antwoord van opgave-b in het filmpje? Rond je antwoord niet af.
Slide 18 - Open vraag
Bereken. Rond af op twee decimalen. 6,32 x 0,51 =
Slide 19 - Open vraag
Bereken. Rond af op twee decimalen.
8,05+71+8,3123=
Slide 20 - Open vraag
Bereken. Rond af op twee decimalen.
1011(10101+100)=
Slide 21 - Open vraag
Bereken. Rond af op twee decimalen. 6,32 : 0,51 x 0,04 =
Slide 22 - Open vraag
De 24 leerlingen van klas 1c gaan samen met vier begeleiders naar een pretpark. De entreeprijs voor leerlingen is € 10,95. Voor een begeleider is dit € 15,75. Iedereen krijgt een bakje patat van € 2,50. De school heeft voor dit uitje € 400,00 beschikbaar gesteld. Bereken hoeveel geld er overblijft. Typ je berekening hieronder stap-voor-stap uit of maak een foto van je schrijft met de volledige berekening en voeg deze toe.
Slide 23 - Open vraag
Annelies ziet een mooie trui van € 79,50 en een sjaal van € 9,95. Ze heeft drie briefjes van 20 euro, vier briefjes van 5 euro, vijf munten van 1 euro en nog drie muntjes kleingeld. Kan ze de trui en de sjaal kopen?
Typ je berekening hieronder stap-voor-stap uit of maak een foto van je schrijft met de volledige berekening en voeg deze toe.