H1 en paragraaf 2.1 formatief

oefentoets  domein Arm en rijk
H1 :Twee werelden, één grensgebied
par 2.1 Verhuizen naar het Mexicaanse grondgebied
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

oefentoets  domein Arm en rijk
H1 :Twee werelden, één grensgebied
par 2.1 Verhuizen naar het Mexicaanse grondgebied

Slide 1 - Tekstslide

Noem een pullfactor die zowel vroeger (1950) als nu Hispanics naar de VS lokt.

Slide 2 - Open vraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving:
Het verschijnsel dat landen zich toeleggen op de productie van bepaalde goederen of levering van bepaalde diensten.

Slide 3 - Open vraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving:
stad die uit twee aan elkaar gegroeide steden bestaat. De twee delen kunnen door een grens van elkaar gescheiden zijn.

Slide 4 - Open vraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving:
Bedrijf waarin halffabricaten worden verwerkt tot een eindproduct.

Slide 5 - Open vraag

Welk begrip past bij de volgende omschrijving:
Vorm van volgmigratie die op gang wordt gebracht doordat eerdere migranten informatie stuurden naar de achterblijvers.

Slide 6 - Open vraag

Het BNP/hoofd kan als maatstaf gebruikt worden om de welvaart in een land aan te geven. Wat is het grootste nadeel van het gebruik van het BNP/hoofd als maatstaf voor de welvaart?

Slide 7 - Open vraag

Wat gebeurt er met de koopkracht van een Mexicaanse migrant in de VS?
A
die wordt groter
B
die daalt
C
die blijft gelijk

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de koopkracht van een Mexicaans familielid in Mexico die geldzendingen ontvangt van iemand die werkzaam is in de VS?
A
die wordt groter
B
die daalt
C
die blijft gelijk

Slide 9 - Quizvraag

Klik op het oog om de bron te bekijken. Je kunt inzoomen. Door nogmaals op het oog te klikken verdwijnt de bron.

Naar welke staat in de VS trekken de mensen uit de Mexicaanse staat Baja California vooral?
A
Texas
B
New Mexico
C
Arizona
D
California

Slide 10 - Quizvraag

Klik op het oog om de bron te bekijken. Je kunt inzoomen. Door nogmaals op het oog te klikken verdwijnt de bron.

Binnen welke dimensie geeft de kaart informatie?
A
Economische dimensie
B
nationale dimensie
C
sociaal-culturele dimensie
D
regionale dimensie

Slide 11 - Quizvraag

Klik op het oog om de bron te bekijken. Je kunt inzoomen. Door nogmaals op het oog te klikken verdwijnt de bron.

Binnen welke dimensie geeft de kaart informatie?
A
Economische dimensie
B
nationale dimensie
C
sociaal-culturele dimensie
D
regionale dimensie

Slide 12 - Quizvraag

Vanaf 1965 vestigden Amerikaanse bedrijven zich in het noorden van Mexico.
Noem een politieke, geografische en economische reden waarom bedrijven zich vanaf 1965 al in Mexico vestigden.
Geef in je antwoord duidelijk de reden weer.

Slide 13 - Open vraag

Wanneer werd de NAFTA opgericht?
A
1950
B
1965
C
1994
D
2000

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk de bronnen door op het oog met het jaartal te klikken. Je kunt inzoomen. De kaart gaat weg
als je nogmaals op het oog klikt. In de bronnen wordt de buitenlandse handel van Mexico weergegeven in twee verschillende jaren. Welke twee belangrijke verschillen in de handel tussen Mexico en de Europese Unie tussen 1992 en 1997 kun je aflezen.
1997
1992

Slide 15 - Open vraag

Er is sprake van selectieve migratie vanuit Mexico richting het Amerikaans-Mexicaans grondgebied. Wat is geen kenmerk van deze selectieve migratie.
A
hoog opgeleid
B
vrouw
C
tussen de 15 en 35 jaar
D
laag opgeleid

Slide 16 - Quizvraag

Klik op het oog om de bron te bekijken. Je kunt inzoomen. Door nogmaals op het oog te klikken verdwijnt de bron.

Wat betekent het getal 18% bij de verdeling van de beroepsbevolking in Tunesië?
A
Dat 18% van de bevolking in de landbouw werkt.
B
Dat de primaire sector 18% is.
C
Dat 18% van de beroepsbevolking werkzaam is in de landbouw.
D
Dat 82% van de bevolking werkzaam is in de tertiaire sector.

Slide 17 - Quizvraag

Klik op het oog om de bron te bekijken. Je kunt inzoomen. Door nogmaals op het oog te klikken verdwijnt de bron.

Bij welke positie binnen het centrum-periferie model past het percentage van 18% bij de verdeling van de beroepsbevolking?
A
periferie
B
semi-periferie
C
centrum

Slide 18 - Quizvraag

Klik op het oog om de bron te bekijken. Je kunt inzoomen. Door nogmaals op het oog te klikken verdwijnt de bron.

Geef de relatie tussen de 18% en 11% die genoemd staan bij de verdeling van de beroepsbevolking in Tunesië weer.
A
De 18% van de beroepsbevolking die werkzaam is in de landbouw 11% bijdraagt aan het totale BNP.
B
De 11% van de beroepsbevolking die werkzaam is in de landbouw verdient 18% van het totale BNP.
C
Dat 18% van de beroepsbevolking 11% verdient.
D
Dat 7% in de landbouw eigenlijk niets verdient.

Slide 19 - Quizvraag