3 vwo herhaling ww-er/ir + werkwoorden -re

Deel 1 werkwoorden-er/-ir
- présent
- passé composé
- imparfait 

Deel 2 (werkwoorden -re) in bovenstaande tijden
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Deel 1 werkwoorden-er/-ir
- présent
- passé composé
- imparfait 

Deel 2 (werkwoorden -re) in bovenstaande tijden

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoord tijden
  • Présent = NU   (ik eet)

  • Passé composé =  voltooid verleden tijd (ik heb gegeten etc)

  • Imparfait = onvoltooid verleden tijd   (ik at)

Slide 2 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden
.... hebben een STAM

Die maak je door:
- er
- ir


Slide 3 - Tekstslide

Présent: ww-er ~chanter
Stam+uitgang
Stam: chant

Uitgang:
  • je + e
  • tu +es
  • il/elle/on +e
  • nous +ons
  • vous + ez
  • ils/elles +ent



Présent: -ir ~choisir
Stam+uitgang 
Stam: chois
Uitgang: 
  • je +is
  • tu +is 
  • il/elle/on +it
  • nous +issons
  • vous + issez 
  • ils/elles +issent

Slide 4 - Tekstslide

passé comp.: ww-er
  • ond+hww (avoir/être)+vd

  • VD: Stam+é

  • j'ai chanté
  • tu as parlé
  • elle est arrivée
  • nous sommes montés

hww=être --> VD +e/s/es

Passé comp.: -ir ~choisir
  • ond+hww (avoir/être)+vd

  • VD: Stam+i

  • j' ai rempli
  • nous avons choisi

Slide 5 - Tekstslide

Imparfait.: ww-er
  1. nous-vorm
  2. -ons
  3. + uitgang: ais, ais, ait, ions, iez, aient


  • chantons
  • chantons
  • je chantais


Imparfait.: -ir ~choisir
  1. nous-vorm
  2. -ons
  3. + uitgang: ais, ais, ait, ions, iez, aient



  • choisissons
  • choisissons
  • vous choisissiez

Slide 6 - Tekstslide

Regelmatig werkwoord -re

Slide 7 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden-re
b.v. rendre, vendrem entendre, attendre,...


  • Zorg dat je de werkwoorden en vertalingen uit bron G goed leert!

Slide 8 - Tekstslide

présent: ww-re  ~vendre
Stam+uitgang,  Stam: vend
Uitgang:
  • je +s
  • tu +s
  • il/elle/on + -
  • nous +ons
  • vous +ez
  • ils/elles +ent

Slide 9 - Tekstslide

Passé composé: ww-re 
Stam+u, 
ond+hww (avoir/être)+vd

  • j'ai vendu
  • nous avons entendu

Slide 10 - Tekstslide

Imparfait: ww-re 
  1. nous vorm
  2. - ons
  3. +uitgang (ais, ais, ait, ions, iez, aient)

  • je vendais
  • nous entendions

Slide 11 - Tekstslide

je (demander)
A
je demand
B
je demande
C
je demands
D
je demandes

Slide 12 - Quizvraag

tu (punir)
A
tu punissons
B
tu punit
C
tu punis
D
tu punez

Slide 13 - Quizvraag

il (entendre)
A
il entendre
B
il entendez
C
il entendons
D
il entend

Slide 14 - Quizvraag

on (choisir)
A
on choisis
B
on choisi
C
on choisit
D
on choises

Slide 15 - Quizvraag

nous (parler)
A
nous parle
B
nous parlons
C
nous parles
D
nous parlez

Slide 16 - Quizvraag

vous (perdre)
A
vous perdre
B
vous perdez
C
vous perdrez
D
vous perdons

Slide 17 - Quizvraag

elles (chanter)
A
elles chantes
B
elles chanten
C
elles chante
D
elles chantent

Slide 18 - Quizvraag

Wat is goed?
A
elles ont parlent
B
elles ont parlé

Slide 19 - Quizvraag

Zet in de passé composé:
Nous (travailler)

Slide 20 - Open vraag

Zet in de passé composé:
Nous (arriver=aankomen)

Slide 21 - Open vraag

Mettez au passé composé:
ils (choisir=kiezen)

Slide 22 - Open vraag

Mettez au passé composé:
on (vendre=verkopen)

Slide 23 - Open vraag