Krachten les 5

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3   Krachten

Les 5

paragraaf 3:

nettokracht

Terugblik paragraaf 1 & 2

Opbouw van de les

• Bespreken leerdoelen vorige les
• Oefenen berekenen zwaartekracht
• leerdoelen deze les
• Proef 3
• Uitleg
• Zelfstandig werken
• Terugblik leerdoelen

De zwaartekracht op Bas is 650 Newton. Bereken de massa van Bas.

Leerdoelen deze les

3.3.1 Je kunt drie situaties beschrijven waarin de zwaartekracht en een andere kracht elkaar in evenwicht houden.

3.3.2 Je kunt uitleggen op welke manier de andere kracht in deze evenwichtssituaties ontstaat.

3.3.3 Je kunt de nettokracht berekenen die op een voorwerp werkt (in situaties waarbij alle krachten langs dezelfde lijn werken).

Teken het stripverhaal over en schets de krachten erin. Maak een foto van je tekening en zet deze hier neer.

Proef 3

Nettokracht

§2.2

Nettokracht= resulterende kracht

Welke kant op werkt de nettokracht?

Nettokracht

Nettokracht

Normaalkracht

Normaalkracht

Een normaalkracht is de kracht waarmee het ondersteunende 

                                              grondvlak tegen een voorwerp aanduwt.

Een n.                                 Normaalkracht staat ALTIJD LOODRECHT op het steunvlak.  

Bi                                                  Bij evenwicht is de zwaartekracht         g                                              gelijk aan de normaalkracht. 

F​Z​​=F​N​​

Normaalkracht (F_n)

De normaalkracht heeft een maximum. Dan zal de ondergrond het niet meer houden.

Wet van archimedes

De opwaartse kracht is gelijk aan de zwaartekract  

van het verplaatste water.

Opwaartse kracht (F_opw)

Een voorwerp onder water verplaatst een hoeveel water.

Dit zorgt voor een kracht omhoog: opwaartse kracht.

De grootte hangt af van hoeveel water wordt verplaatst.

Aan de slag

Bestudeer paragraaf 3.3

Maken opdrachten 1 t/m 9

Wat is
de
nettokracht?

1. 25N
2. 225N
3. 1,25N
4. 12500N

Wat is er aan de hand als de nettokracht 0N is?

1. Het voorwerp remt
2. Het voorwerp verstelt
3. Het voorwerp verandert niet van snelheid
4. Het voorwerp valt

Wat is de
nettokracht?

1. 186N
2. 8360N
3. 1,45N
4. 34N

Aan de slag

Bestudeer paragraaf 3.3

Maken opdrachten 1 t/m 9

Huiswerk

Leerdoelen deze les

3.3.1 Je kunt drie situaties beschrijven waarin de zwaartekracht en een andere kracht elkaar in evenwicht houden.

3.3.2 Je kunt uitleggen op welke manier de andere kracht in deze evenwichtssituaties ontstaat.

3.3.3 Je kunt de nettokracht berekenen die op een voorwerp werkt (in situaties waarbij alle krachten langs dezelfde lijn werken).