KA 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

KA 4
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaten.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

KA 4
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaten.

Slide 1 - Tekstslide

Noem de drie kenmerkende aspecten van de prehistorie (Tijdvak Jagers en Boeren).

Slide 2 - Open vraag

Als het gaat om het beoordelen van de bruikbaarheid van bronnen (betrouwbaarheid): let je op ...
A
Kijk naar de persoon van de schrijver of maker: wie is hier aan het woord, of wie heeft deze afbeelding gemaakt?
B
De tijd waarin de bron gemaakt is: was de maker of schrijver een tijdgenoot, of leefde hij of zij in een (veel) latere tijd? Is dat een voor- of een nadeel in verband met de betrouwbaarheid?
C
De informatie waarover de schrijver of maker kon beschikken. Was de schrijver of maker goed op de hoogte of kon hij niet over heel goede informatie beschikken
D
De bedoeling waarmee de bron gemaakt is. De sleutelvraag is hier: had de schrijver redenen om de situatie anders voor te stellen dan ze werkelijk was?

Slide 3 - Quizvraag

Voorbeelden van betrouwbare bronnen zijn ...
A
een verkoopacte van een notaris
B
een bevel van een legeraanvoerder
C
de boekhouding van een koopman
D
het dagboek van je opa

Slide 4 - Quizvraag

Van prehistorie naar oudheid
Van landbouwsamenleving naar landbouwstedelijke samenleving.

Uitvinding van het schrift
als keerpunt!



Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
1. De leerling heeft kennis over de ontwikkeling van het denken over politiek.
1.1 De leerling kan uitleggen dat de Griekse stadsstaten op bestuurlijk gebied verdeeld waren, maar op cultureel gebied verenigd.
1.2 De leerling kan uitleggen waarom de Griekse cultuur de klassieke cultuur wordt genoemd.
1.3 De leerling kan uitleggen wat een Griekse stadsstaat is.
1.4 De leerling kan vier bestuursvormen die in Griekenland voorkwamen, noemen, beschrijven en herkennen.
1.5 De leerling kan beschrijven wat het burgerschap in de Atheense democratie inhield.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De Griekse stadsstaat
Stadstaat (polis):
- 'Stad' met omringend platteland
- Klein in oppervlakte en inwoneraantal
- Autarkisch -> zelfvoorzienend
- Autonoom -> eigen bestuur en regels

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Klassieke cultuur
Tussen 800 en 500 v. Chr. ontstonden in het oude Griekenland een groot aantal zelfstandige stadstaten (i.p.v. één staat zoals in oude Egypte). Verklaring: natuurlijke omstandigheden in Griekenland (bergen, eilanden), behoefte aan veiligheid.

Deze politiek zelfstandige stadstaten ontwikkelden wél een gemeenschappelijke cultuur. De Grieken noemden zich Hellenen. Zij vereerden dezelfde goden (mythologie). Alle stadstaten vaardigden deelnemers af naar de Olympische Spelen. Zolang de Spelen duurden werden onderlinge oorlogen opgeschort.

De 5e eeuw v. Chr. staat bekend als de klassieke eeuw: de stadstaat Athene ontwikkelde zich toen tot centrum van Griekse cultuur. De Griekse kunst en cultuur uit deze periode noemen we klassiek omdat zij als voorbeeld voor de latere westerse cultuur gelden (zie hieronder het kenmerkend aspect klassieke vormentaal). De 5e eeuw is ook klassiek te noemen omdat toen in Athene de eerste democratie in de geschiedenis ontstond.

Slide 10 - Tekstslide

De ontwikkeling van het denken over politiek
Het woord politiek is afgeleid van het Griekse woord voor stadstaat (polis). In de stadstaten ontwikkelden zich verschillende soorten bestuur. Deze verschillende bestuursvormen onderscheiden zich van elkaar doordat de burgers in meer of mindere mate betrokken waren bij het bestuur: monarchie, aristocratie (en oligarchie), tirannie en democratie.

Tussen de Grieken werd – en dat was nieuw voor die tijd! - veel gediscussieerd over de voor- en nadelen van de verschillende bestuursvormen. De argumenten die zij gebruikten pro en contra de democratie, keren nog steeds terug in hedendaagse beschouwingen en discussies, bijvoorbeeld als het gaat over de voordelen en nadelen van het referendum (een volksraadpleging).

Het klassieke Athene in de 5e eeuw v. Chr. kende een democratische bestuursvorm. De burgers namen in de volksvergadering (de ekklèsia) zelf de besluiten. Dit noemen we directe democratie, in tegenstelling tot indirecte democratie waar de burgers vertegenwoordigers kiezen die namens hen de besluiten nemen. De ‘soldatenstaat’ Sparta was qua bestuur een mengvorm van meerdere bestuursvormen: er waren twee koningen (monarchie), een volksvergadering (democratie) maar ook een raad van ouden (oligarchie).

Slide 11 - Tekstslide

De ontwikkeling van het denken over burgerschap
De Grieken ontwikkelden ook nieuwe gedachten over de betrokkenheid van inwoners van een staat bij het bestuur. Ze meenden dat een inwoner van een staat niet slaafs gehoorzaam en onderworpen moest zijn, maar dat hij mocht meedenken over het bestuur van zijn staat en daaraan bijdragen; in dat laatste geval spreek je van ‘burgers’, wat het tegenovergestelde is van ‘onderdanen’. Burgerschap is een begrip dat in latere tijdvakken nog herhaaldelijk zal terugkeren.

Iedere cultuur beperkt het burgerschap tot een bepaalde groep en sluit andere groepen uit. In het klassieke Athene waren burgers alle ‘vrije’ volwassen mannen van Atheense geboorte. Slaven, allochtonen en vrouwen waren dus uitgesloten.




Slide 12 - Tekstslide

De ontwikkeling van het denken over burgerschap
Aan het burgerschap zijn in iedere cultuur speciale rechten & plichten verbonden. Op de Atheense volksvergadering had elke burger het recht om het woord te voeren (isegoria = gelijkspreekrecht). De volksvergadering kwam waarschijnlijk zo’n tien keer per jaar bijeen. Als er veel vaker vergaderd moest worden, zou dit veel burgers belemmeren in de uitoefening van hun beroep.


Om dit probleem te ondervangen stelden de Atheners een dagelijks bestuur in (de raad van 500) dat vaker bijeenkwam. Dit dagelijks bestuur bereidde de besluiten voor die de volksvergadering moest nemen en zag toe op de uitvoering ervan.

Het lot bepaalde wie zitting nam in het dagelijks bestuur. Het lotingsysteem is democratisch omdat ieder burger ervoor in aanmerking kan komen (gelijkheidsbeginsel) en bevoorrechting en machtsmisbruik in theorie zijn uitgesloten. Loting bepaalde ook wie in de juryrechtbank plaats moest nemen. De Atheners waren echter wel zo slim om hun legerleiders te laten kiezen, in de hoop dat iemands geschiktheid en talent dan de doorslag zou geven.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk de Griekse stadstaten?
A
De Griekse stadstaten werden door één koning bestuurd
B
De agora was het markplein van een Griekse stadstaat
C
De Griekse stadstaten bestonden uit een stad met omringend platteland
D
De verschillende stadstaten kenden verschillende wetten en regels

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin over de klassieke cultuur is juist?
A
De klassieke cultuur is een combinatie van de Romeinse, Griekse en Egyptische culturen.
B
De klassieke cultuur is een combinatie van de Griekse en Romeinse cultuur.
C
De klassieke cultuur is een combinatie van de Romeinse en de Keltische cultuur.
D
De klassieke cultuur is vooral gebaseerd op de Romeinse cultuur.

Slide 15 - Quizvraag

Schuif de omschrijving naar de juiste bestuursvorm!
Regering door het volk
Regering door weinigen
Regering door een onwettig alleenheerser
Regering door de adel
Regering door een vorst/koning

Slide 16 - Sleepvraag

In de tekst ontbreken vijf woorden in de tekst. Sleep de woorden naar het juiste getal om de tekst kloppend te maken. 
 
Een [...1...] is een manier van besturen waarbij de bewoners veel invloed hebben op hoe hun land wordt geregeerd. Bij een [...2...], zoals in [...3...], stemmen mensen zelf voor of tegen een plan. De meeste stemmen gelden. Bij een [...4...], zoals in [...5...], stemmen mensen op andere mensen, die namens hen het land besturen.




1............
2...........
3...........
4...............
5..............
Athene
democratie
directe democratie
indirecte democratie
Nederland

Slide 17 - Sleepvraag

Polis
één voorbeeld van Griekse eenheid:
Kenmerk van stadstaat Sparta:
Kenmerk van stadstaat Athene:
Soldatenstadstaat
Een stadstaat met eigen wetten en bestuur, wel onderdeel van Griekenland. 
Cultuurstadstaat
Alle stadstaten spreken dezelfde taal.

Slide 18 - Sleepvraag

Welke inwoners van Athene hadden het burgerschap in de tijd van de democratie?

Slide 19 - Open vraag

Welke inwoners van Athene hadden niet het burgerschap in de tijd van de democratie?
A
Allochtonen
B
Vrouwen
C
Slaven

Slide 20 - Quizvraag

Waarom is het lotingsysteem democratisch?

Slide 21 - Open vraag

Zoekopdracht de Atheense democratie
www.histoforum.net
Kies: 'Lesmateriaal' en vervolgens 'oudheid'
Kies: 'Democratie in Athene' (Tweede Fase)
Gebruik de 'Bronnen' om de volgende vragen te beantwoorden:
1. Kenmerken van de Atheense democratie?
2. Maatregelen om de democratie te beschermen?
3. Voor- en nadelen van de Atheense democratie?


Slide 22 - Tekstslide

ANTWOORDEN
1. Kenmerken Atheense democratie:
 - Directe democratie
 - Alle vrije mannen hadden volledig burgerrecht (mochten naar de volksvergadering)
 - Vrouwen, slaven en vreemdelingen konden niet deelnemen aan de volksvergadering
 
2. Het dagelijks bestuur werd jaarlijks gekozen via een lotingsysteem
- Ostracisme (= schervenrechtbank)
 - Eind 5e eeuw v Chr ontvingen deelnemers aan de volksvergadering een vergoeding.
 - Lotingsysteem (dagelijks bestuur, rechtbanken)

3. Voorbeeld voordeel: het volk beslist mee (geen onderdrukking / tirannie)
 Voorbeeld nadeel: gevaar voor populisme (= volksmennerij)



Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Het ontstaan van wetenschap en wetenschappelijk denken
Het filosoferen over de beste bestuursvorm paste bij de Griekse neiging om kennis over de wereld te verzamelen, niet door zomaar oude verhalen over te nemen maar door zelf onderzoek te doen, en de daarbij verzamelde informatie kritisch te behandelen, om zo tot nieuwe waarheden te komen.

Menige wetenschappelijke discipline heeft haar wieg in het oude Griekenland: bijvoorbeeld filosofie, geneeskunde, wis- en natuurkunde en natuurlijk de niet-exacte wetenschap bij uitstek, geschiedenis (het woord onderzoek is afkomstig van het Griekse woord historia). De Griekse geschiedschrijver Herodotus hechtte groot belang aan het optekenen van feiten zonder zich te laten leiden door vooroordelen, bijvoorbeeld tegenover andere volken. Dit leverde hem het verwijt op dat hij een ‘vriend van vijandige volken’ was.

Slide 25 - Tekstslide

Filosofie
Wetenschap
Zoeken naar wijsheid door vragen te stellen 
Onderzoeken de natuur / mens 

Slide 26 - Sleepvraag

Oefenen Examenvraag :
In het begin van de vierde eeuw voor Christus werd in Athene de regel ingevoerd dat de burgers voor het bijwonen van de volksvergadering presentiegeld kregen. Dit wordt beschouwd als een belangrijke stap in het democratiseringsproces in de Atheense stadstaat.

Leg dit uit. (3p)

Slide 27 - Open vraag


Slide 28 - Open vraag