Eerste Wereldoorlog 1.7 De wereld van het Oranjehuis

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Herhaling hoofdstuk 1

• Aanleiding 1e Wereldoorlog: Moord op Frans Ferdinand.
• Loopgravenoorlog.
• 1917 Rusland stopt met de oorlog, de VS ging meedoen.
• 1918 Wapenstilstand
• 1919 Vrede van Versailles
  

Welke begrippen stonden er in de paragrafen 1 t/m 5

Wat merkte de Nederlandse bevolking van de Eerste Wereldoorlog?

Wat veranderde er in de democratie in Nederland?

1.7 De wereld van het Oranjehuis

• Oranjes werden gezien als de beschermers van het volk.
• Na 1750 populariteit bergafwaarts (patriotten).
• Democratische revolutie 1795 stadhouder Willem V moest vluchten.
• Ellende Franse tijd (Nederland onder Napoleon)
• Nederland koninkrijk vanaf 1813
  

Willem II Grondwet 1848

• Koning verloor in 1848 zijn macht aan het parlement.
• Thorbecke schreef nieuwe grondwet.
  

• De koning is onschenbaar, ministeriële verantwoordelijkheid.

Koning Willem III

• Hij wilde dat de koning weer de macht kreeg.
• Socialisten hadden hekel aan Willem III.
• Volk bleef hem steunen, maar hij was geen populaire koning
• Zijn zoons stierven op jonge leeftijd.
• Koning trouwde met Emma, dochter Wilhelmina
• Emma en Wilhelmina maakten koningschap weer populair.
• Koninginnedag.
  

Intocht Emma en Wilhelmina in Amsterdam 1898

De mislukte revolutiepoging

• Socialisten wezen monarchie af. Monarchie hielp de onderdrukkers (kapitalisme).
• Revoluties in Europa. In Rusland, Oostenrijk en Duitsland republiek.
• Troelstra riep op tot revolutie 12 november 1918 (1 dag na de wapenstilstand).
• Er was wel ontevredenheid over schaarste, maar men wilde geen revolutie
  

Volk steunde Wilhelmina op het Malieveld in Den Haag

• Volle treinen met vrijwilligers reden naar de Randstad om de koningin te verdedigen.
• Burgermeester Den Haag deed oproep om vlag met oranje wimpel op te hangen om de koningin te steunen. Werd daverend succes.
• Bijeenkomst Malieveld Den Haag.
• Troelstra moest erkennen dat hij zich vergist had
  

Waardoor nam de populariteit van de stadhouder af in 1750 Ze vonden dat de stadhouder een.....was.

1. corrupt iemand
2. luiaard
3. machtswellusteling
4. zwakkeling

Onder welke koning werd Nederland een democratie?

Welke koning/koningin wilde de macht weer terug

1. Willem II
2. Willem III
3. Emma
4. Wilhelmina

Wat was de vergissing van Troelstra?

Vul woorden in die met paragraaf 7 te maken hebben.