Herhaling H3

Herhaling H3
De bank en jouw geld
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H3
De bank en jouw geld

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Herhaling paragraaf 3.1 en 3.2 (20 min.)
  • Pauze (5 min.)
  • Herhaling paragraaf 3.3 en 3.4 (20 min.)
  • Leren voor de toets / vragen stellen (10 min.)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 3.1
Hoe betaal je?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Paragraaf 3.2
Waarvoor zou je sparen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld samengestelde rente
  • Je zet € 2.000 op een spaarrekening
  • De rente is 4% per jaar
  • Bereken jouw spaarsaldo na 5 jaar

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt op een spaarrekening € 750 staan. Je krijgt een rente van 1,8%. Bereken het spaarbedrag na 2 jaar op basis van samengestelde rente.

Slide 13 - Open vraag

€ 777,24

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rente op je spaargeld is 0,5%. De inflatie is 0,3%.

De koopkracht van je spaargeld (neem toe/neemt af) met …%

Slide 15 - Open vraag

1. Neemt toe
2. 0,2%
Paragraaf 3.3
Geld lenen kost geld!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beau leent € 10.000. Ze betaalt 60 maanden lang € 189 per maand.

Bereken de kredietkosten die Beau betaalt.

Slide 19 - Open vraag

(60 x € 189) - € 10.000 = € 1.340

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 3.4
Nog meer bankzaken?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Waarom is de rente op een lening hoger dan die op een spaarrekening?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken hoeveel euro je betaalt als je 500 Australische dollars koopt.

Slide 29 - Open vraag

Antwoord: € 312,50
Extra oefenen voor de toets
  • Paragraaf 1: -
  • Paragraaf 2: opdracht 7, 8, 9 en 12
  • Paragraaf 3: opdracht 9
  • Paragraaf 4: opdracht 8

  • Rekenopdracht 11, 15 en 16

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies