Herhalen hoofdstuk 6 - Negatieve getallen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat staat er op de puntjes?
-5,8 ... 4,9
A
<
B
>

Slide 2 - Quizvraag

Wat staat er op de puntjes?
-12,5 ... -14,7
A
<
B
>

Slide 3 - Quizvraag

Wat staat er op de puntjes?
0,2 ... -0,3
A
<
B
>

Slide 4 - Quizvraag

Vorige week woensdag was het 's nachts -2 graden. Overdag was het 6 graden.
Met hoeveel graden is de temperatuur gestegen?

Slide 5 - Open vraag

Bereken
-4 + 6 =

Slide 6 - Open vraag

Bereken
7 - 15 =

Slide 7 - Open vraag

Sleep de opdrachten (aan de linkerkant)
naar het goede antwoord (aan de rechterkant)
2
-2
-14
14
-6 +- 8 =
-6 -- 8 = 
6 +- 8 =
6 -- 8 =

Slide 8 - Sleepvraag

Bereken
-2 - 7 =

Slide 9 - Open vraag

5 + - 12 =

Slide 10 - Open vraag

- 3 - 9 =

Slide 11 - Open vraag

-5 - - 6 =

Slide 12 - Open vraag

Sleep de opdrachten (aan de linkerkant)
naar het goede antwoord (aan de rechterkant)
Negatief
Positief
Positief x positief
Positief x negatief

Slide 13 - Sleepvraag

Sleep de opdrachten (aan de linkerkant)
naar het goede antwoord (aan de rechterkant)
Negatief
Positief
Negatief : negatief
Positief : negatief

Slide 14 - Sleepvraag

-70 : 7 =

Slide 15 - Open vraag

3 x -4 =

Slide 16 - Open vraag

-4 x -2 =

Slide 17 - Open vraag

Sleep alles in de juiste volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Plus en min
Vermenigvuldigen en delen
Haakjes

Slide 18 - Sleepvraag

6 + 4 x 3 =
A
24
B
30
C
18
D
13

Slide 19 - Quizvraag

(-4 + 7) x 6 =
A
66
B
18
C
-18
D
-66

Slide 20 - Quizvraag

-2 + 5 x (5 - 3)
A
8
B
6
C
12
D
20

Slide 21 - Quizvraag

(8 + 3 ) x (7 - 8) =
A
-69
B
69
C
-11
D
11

Slide 22 - Quizvraag

20 : 2 x 8 - 4 =
A
2,5
B
5
C
1
D
76

Slide 23 - Quizvraag

Rekenmachine
Vanaf hier mag je je rekenmachine gebruiken!

Slide 24 - Tekstslide


-58 - 16 =
A
74
B
-74
C
42
D
-42

Slide 25 - Quizvraag

Bereken de volgende som op je rekenmachine:

100 ÷ 5 + 3 × 2 - 4 × 9 =

Slide 26 - Open vraag

-3465 - 68977 = -72432
Klopt deze berekening?
A
JA
B
NEE

Slide 27 - Quizvraag

-478 x -239 =
A
114242
B
-2
C
-717
D
717

Slide 28 - Quizvraag