2.5 Veranderingen in Nederlandse steden 21-1-25

Lesplanning
Herhalen vorige paragrafen + vragen
Herhalen 2.6  (kort)
Topo


1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesplanning
Herhalen vorige paragrafen + vragen
Herhalen 2.6  (kort)
Topo


Slide 1 - Tekstslide

Als een dorpje wordt opgeslokt door uitbreidende steden, is er sprake van
A
Agglomeratie
B
Stadsregio
C
Stedelijk gebied
D
Smart cities

Slide 2 - Quizvraag

De belangrijkste Nederlandse steden liggen in Nederland in
A
het noorden
B
het oosten
C
het zuiden
D
het westen

Slide 3 - Quizvraag

Inwoners van een Nederlandse stad 
Sleep de ontwikkeling naar de juiste periode 
Jaartallen van 1564 (links) tot 2019 (rechts)
Urbanisatie 
Suburbanisatie 
Terug nar de stad

Slide 4 - Sleepvraag

Urbanisatie

= Mensen trekken van het platteland naar de stad.

Slide 5 - Tekstslide

Suburbanisatie
Urbanisatie

Slide 6 - Tekstslide

Vooral arme landen hebben vaak een
A
Primate city + hoog verstedelijkingstempo
B
Primate city + laag verstedelijkingstempo
C
stedelijk netwerk + laag verstedelijkingstempo
D
stedelijk netwerk + hoog verstedelijkingstempo

Slide 7 - Quizvraag

Bij een vestigingsoverschot:
A
Gaan er meer mensen naar een plek toe dan er weg gaan
B
Verlaten meer mensen een plek dan er naartoe gaan.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noemen ze het groene gebied midden in de randstad?
A
Flevopolder
B
Veluwe
C
Biesbosch
D
Het groene hart

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heeft de grootte van de stad zich ontwikkeld? Gebruik de begrippen: urbanisatie, suburbanisatie en terug naar de stad in je antwoord.

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent CBD?
A
Centrale belasting dienst
B
Communication Board director
C
Critical Banana Detroit
D
Central Business District

Slide 11 - Quizvraag

Sleep de foto naar de juiste plek op de kaart 

Slide 12 - Sleepvraag

Tijdlijn
Urbanisatie
na 1870
Suburbanisatie
1960 - 1985
Re - urbanisatie
1985 - 2006

Slide 13 - Tekstslide

Wat is urbanisatie?
A
Mensen trekken naar de dorpen.
B
Mensen verhuizen.
C
Mensen verhuizen naar de steden.
D
Mensen zijn op zoek naar ruimte en een grote woning.

Slide 14 - Quizvraag

Gentrification is een proces waarbij een oude, vervallen stadswijk wordt opgeknapt en uiteindelijk bewoond wordt door rijkere burgers.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Re - Urbanisatie is...
A
Als mensen van stad naar platteland gaan
B
Als mensen van platteland naar stad gaan
C
Als mensen verhuizen naar een ander land
D
Als mensen na lange tijd weer terug gaan naar de stad

Slide 16 - Quizvraag

Stad in een arm land
Stad in een rijk land

Slide 17 - Sleepvraag

Een kenmerk van een zelfbouwwijk is dat er een lage woningdichtheid is.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Urbanisatie

Suburbanisatie
Re-urbanisatie
Verhuizen van het dorp naar de stad
Terug verhuizen van de stad naar het dorp
Voor de 2e keer van het dorp naar de stad verhuizen

Slide 19 - Sleepvraag

Een stedelijk netwerk, vind je vooral in
A
rijke landen
B
arme landen

Slide 20 - Quizvraag

Hier is sprake
van een hoog
verstedelijkingstempo
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

A
B
CBD
Suburb

Slide 22 - Sleepvraag

CBD
Centrale stad
Suburb

Slide 23 - Sleepvraag

De opbouw van een minder welvarende stad is te herkennen aan...
A
Één CBD
B
Krottenwijken
C
Suburbs
D
Een industrieterrein buiten de stad

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een nadeel van gentrificatie?
A
De leefbaarheid in een wijk gaat achteruit
B
Het aantal voorzieningen neemt toe in een wijk
C
De oorspronkelijke bewoners kunnen de huur niet meer betalen
D
Huizen worden opgeknapt door rijke bewoners

Slide 25 - Quizvraag

Samen lezen 
 paragraaf 2.5 

Slide 26 - Tekstslide

§ 2.5 Veranderingen in Nederlandse Steden 

Leerdoelen 
  • Je weet hoe de Nederlandse stad is opgebouwd 
  • Je begrijpt hoe probleemwijken in steden kunnen ontstaan 
  • je kunt oplossingen aandragen voor problemen in steden 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

1. (Oude) binnenstad 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

2. 19e-eeuwse wijken  

Slide 31 - Tekstslide

2. 19e-eeuwse wijken  + vooroorlogse wijken

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

3. Hoogbouw wijken  

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

4. Laagbouw wijken  

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

5. Vinex-wijken  

Slide 38 - Tekstslide

Woningnood
  • Te weinig woningen voor het aantal mensen
  • Inbreiding: gebouwen verbouwd of vervangen door appartementen of woningen

Slide 39 - Tekstslide

Vernieuwing van de stad
  • Leefbaarheid verbeteren door:
  1. Stad socialer maken: stad veiliger en mensen kunnen elkaar ontmoeten.
  2. Het opnieuw inrichten van de stad: Herstructureren
  3. Het opknappen van huizen en gebouwen door isolatie, centrale verwarming en beter sanitair = Renoveren

Slide 40 - Tekstslide

4. Door herstructurering van een buurt: het vervangen van slechte oude huizen voor nieuwe duurdere huizen. Er komt meer groen en veiligere plekken, buurthuis. 

5. Verduurzaming: luchtkwaliteit verbeteren, geluidsoverlast verminderen en afval recyclen. Zonnepanelen 

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Werk en inkomen 
Kwaliteit van woningen 
Overlast en criminaliteit
Probleemwijken

Slide 45 - Woordweb

Probleemwijken verbeteren 
  1. Mensen helpen met solliciteren  
  2. Meer politie op straat om de criminaliteit tegen te gaan 
  3. Het renoveren (=opknappen) van huizen 
  4. Het herstructureren (= slopen en nieuw bouwen) van een buurt
    Doel van herstructureren: meer rijke mensen naar de wijk trekken

Slide 46 - Tekstslide

of 
Renovatie
Herstructurering

Slide 47 - Sleepvraag

of 
Renovatie
Herstructurering

Slide 48 - Sleepvraag

of 
Renovatie
Herstructurering

Slide 49 - Sleepvraag

of 
Renovatie
Herstructurering

Slide 50 - Sleepvraag

of 
Renovatie
Herstructurering

Slide 51 - Sleepvraag

Waar kun je nu mee aan de slag?
  • Zoek ten minsten 3 voorbeelden van verschillende wijken/straten in je eigen omgeving met Googlemaps Streetview
  • Maak hier een schermafbeelding van
  • Bundel je foto's in een document en zet erbij welk type wijk het volgens jou is
  • Geef ook voorbeelden waar je dat aan kunt zien
  • Lever het in in het mapje aangegeven in It's learning
  • Maak  van § 2.5 opdracht 2, 3, 5 & 6 bij de digitale methode   

Slide 52 - Tekstslide