In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Lesplanning
Herhalen vorige paragrafen + vragen
Herhalen 2.6 (kort)
Topo
Slide 1 - Tekstslide
Als een dorpje wordt opgeslokt door uitbreidende steden, is er sprake van
A
Agglomeratie
B
Stadsregio
C
Stedelijk gebied
D
Smart cities
Slide 2 - Quizvraag
De belangrijkste Nederlandse steden liggen in Nederland in
A
het noorden
B
het oosten
C
het zuiden
D
het westen
Slide 3 - Quizvraag
Inwoners van een Nederlandse stad
Sleep de ontwikkeling naar de juiste periode
Jaartallen van 1564 (links) tot 2019 (rechts)
Urbanisatie
Suburbanisatie
Terug nar de stad
Slide 4 - Sleepvraag
Urbanisatie
= Mensen trekken van het platteland naar de stad.
Slide 5 - Tekstslide
Suburbanisatie
Urbanisatie
Slide 6 - Tekstslide
Vooral arme landen hebben vaak een
A
Primate city + hoog verstedelijkingstempo
B
Primate city + laag verstedelijkingstempo
C
stedelijk netwerk + laag verstedelijkingstempo
D
stedelijk netwerk + hoog verstedelijkingstempo
Slide 7 - Quizvraag
Bij een vestigingsoverschot:
A
Gaan er meer mensen naar een plek toe dan er weg gaan
B
Verlaten meer mensen een plek dan er naartoe gaan.
Slide 8 - Quizvraag
Hoe noemen ze het groene gebied midden in de randstad?
A
Flevopolder
B
Veluwe
C
Biesbosch
D
Het groene hart
Slide 9 - Quizvraag
Hoe heeft de grootte van de stad zich ontwikkeld? Gebruik de begrippen: urbanisatie, suburbanisatie en terug naar de stad in je antwoord.
Slide 10 - Open vraag
Wat betekent CBD?
A
Centrale belasting dienst
B
Communication Board director
C
Critical Banana Detroit
D
Central Business District
Slide 11 - Quizvraag
Sleep de foto naar de juiste plek op de kaart
Slide 12 - Sleepvraag
Tijdlijn
Urbanisatie
na 1870
Suburbanisatie
1960 - 1985
Re - urbanisatie
1985 - 2006
Slide 13 - Tekstslide
Wat is urbanisatie?
A
Mensen trekken naar de dorpen.
B
Mensen verhuizen.
C
Mensen verhuizen naar de steden.
D
Mensen zijn op zoek naar ruimte en een grote woning.
Slide 14 - Quizvraag
Gentrification is een proces waarbij een oude, vervallen stadswijk wordt opgeknapt en uiteindelijk bewoond wordt door rijkere burgers.
A
goed
B
fout
Slide 15 - Quizvraag
Re - Urbanisatie is...
A
Als mensen van stad naar platteland gaan
B
Als mensen van platteland naar stad gaan
C
Als mensen verhuizen naar een ander land
D
Als mensen na lange tijd weer terug gaan naar de stad
Slide 16 - Quizvraag
Stad in een arm land
Stad in een rijk land
Slide 17 - Sleepvraag
Een kenmerk van een zelfbouwwijk is dat er een lage woningdichtheid is.
A
goed
B
fout
Slide 18 - Quizvraag
Urbanisatie
Suburbanisatie
Re-urbanisatie
Verhuizen van het dorp naar de stad
Terug verhuizen van de stad naar het dorp
Voor de 2e keer van het dorp naar de stad verhuizen
Slide 19 - Sleepvraag
Een stedelijk netwerk, vind je vooral in
A
rijke landen
B
arme landen
Slide 20 - Quizvraag
Hier is sprake van een hoog verstedelijkingstempo
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
A
B
CBD
Suburb
Slide 22 - Sleepvraag
CBD
Centrale stad
Suburb
Slide 23 - Sleepvraag
De opbouw van een minder welvarende stad is te herkennen aan...
A
Één CBD
B
Krottenwijken
C
Suburbs
D
Een industrieterrein buiten de stad
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een nadeel van gentrificatie?
A
De leefbaarheid in een wijk gaat achteruit
B
Het aantal voorzieningen neemt toe in een wijk
C
De oorspronkelijke bewoners kunnen de huur niet meer betalen
D
Huizen worden opgeknapt door rijke bewoners
Slide 25 - Quizvraag
Samen lezen
paragraaf 2.5
Slide 26 - Tekstslide
§ 2.5 Veranderingen in Nederlandse Steden
Leerdoelen
Je weet hoe de Nederlandse stad is opgebouwd
Je begrijpt hoe probleemwijken in steden kunnen ontstaan
je kunt oplossingen aandragen voor problemen in steden
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
1. (Oude) binnenstad
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
2. 19e-eeuwse wijken
Slide 31 - Tekstslide
2. 19e-eeuwse wijken + vooroorlogse wijken
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
3. Hoogbouw wijken
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
4. Laagbouw wijken
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
5. Vinex-wijken
Slide 38 - Tekstslide
Woningnood
Te weinig woningen voor het aantal mensen
Inbreiding: gebouwen verbouwd of vervangen door appartementen of woningen
Slide 39 - Tekstslide
Vernieuwing van de stad
Leefbaarheid verbeteren door:
Stad socialer maken: stad veiliger en mensen kunnen elkaar ontmoeten.
Het opnieuw inrichten van de stad: Herstructureren
Het opknappen van huizen en gebouwen door isolatie, centrale verwarming en beter sanitair = Renoveren
Slide 40 - Tekstslide
4. Door herstructurering van een buurt: het vervangen van slechte oude huizen voor nieuwe duurdere huizen. Er komt meer groen en veiligere plekken, buurthuis.
5.Verduurzaming: luchtkwaliteit verbeteren, geluidsoverlast verminderen en afval recyclen. Zonnepanelen
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Tekstslide
Werk en inkomen
Kwaliteit van woningen
Overlast en criminaliteit
Probleemwijken
Slide 45 - Woordweb
Probleemwijken verbeteren
Mensen helpen met solliciteren
Meer politie op straat om de criminaliteit tegen te gaan
Het renoveren (=opknappen) van huizen
Het herstructureren (= slopen en nieuw bouwen) van een buurt Doel van herstructureren: meer rijke mensen naar de wijk trekken
Slide 46 - Tekstslide
of
Renovatie
Herstructurering
Slide 47 - Sleepvraag
of
Renovatie
Herstructurering
Slide 48 - Sleepvraag
of
Renovatie
Herstructurering
Slide 49 - Sleepvraag
of
Renovatie
Herstructurering
Slide 50 - Sleepvraag
of
Renovatie
Herstructurering
Slide 51 - Sleepvraag
Waar kun je nu mee aan de slag?
Zoek ten minsten 3 voorbeelden van verschillende wijken/straten in je eigen omgeving met Googlemaps Streetview
Maak hier een schermafbeelding van
Bundel je foto's in een document en zet erbij welk type wijk het volgens jou is
Geef ook voorbeelden waar je dat aan kunt zien
Lever het in in het mapje aangegeven in It's learning
Maak van § 2.5 opdracht 2, 3, 5 & 6 bij de digitale methode