Leesvaardigheid 2.1 en 2.2

Leesvaardigheid 2.1 en 2.2
Betrouwbaarheid van informatie

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid 2.1 en 2.2
Betrouwbaarheid van informatie

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaan we het over hebben? 
Vaste tekststructuren
Onderwerp en hoofdgedachte
Functies van tekstgedeelten
Beoordelen van informatie en argumentatie

Slide 2 - Tekstslide

Vaste tekststructuren
Voordelen-nadelenstructuur
Stelling-argumentenstructuur
Indelingstructuur
Verklaringstructuur
Probleem-oplossingstructuur
Tijdsstructuur
Onderzoeksstructuur
Vraag-antwoordstructuur

Slide 3 - Tekstslide

Structuur
Inleiding
Kern
Slot
voor- en nadelen
welk onderwerp?
voor- en nadelen
wat is de conclusie?
stelling-argumenten
het standpunt
argumenten, tegenargumenten, weerlegging
conclusie
indeling
het ondewerp
aspecten behandelen
samenvatten
verklaring
het verschijnsel
kenmerken van het verschijnsel
voor de hand liggende verklaring
probleem-oplossing
het probleem
oorzaak, gevolg, probleem
beste oplossing
tijd
onderwerp of verschijnsel
het verleden, het heden
conclusie de toekomst
onderzoek
onderwerp
methode 
resultaten
vraag-antwoord
welke vraag?
antwoorden
conclusie of samenvatting

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een onderwerp en hoofdgedachte van een tekst?

Slide 5 - Open vraag

Onderwerp en hoofdgedachte
Als je de tekst verkennend leest, weet je het onderwerp. Vaak is de titel en de inleiding genoeg hiervoor. 

Als je een tekst grondig leest, komt je achter de hoofgedachte. Dus: wat is het belangrijkste dat er over het onderwerp is gezegd. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdgedachte
  1. Bepaal het onderwerp
  2. Lees de tekst nauwkeurig
  3. Bestudeer nogmaals de titel, de inleiding en vooral het slot
  4. Formuleer in één zin de hoofdgedachte; wat is zijn conclusie 

Slide 7 - Tekstslide

Fucnties van tekstgedeelten
De samenhang tussen zinnen en alinea's. 
Denk aan: aanbeveling, aanname, argument, beoordeling, bewering, conclusie, constatering, gevolgen, karakterisering, onderbouwing, stelling, theorie, uitwerking, voorbeelden enz. 

Zie bladzijde 84 voor een volledige lijst mét uitleg

Slide 8 - Tekstslide

Beoordelen van informatie en argumentatie
Beoordeel of de informatie van de tekst betrouwbaar is. 
Let o.a. op: zijn de feiten te controleren, is het volledig en up-to-date, goede onderbouwing met (feitelijke) argumenten, niet teveel meningen, de bron, partijdigheid van de schrijver. 

Slide 9 - Tekstslide

De opdracht
Kijk de video
https://youtu.be/1pFWjjI4by0

Maak de opdrachten van hoofdstuk 2.2
blz. 32/33 tekst 1 en tekst 2
Maak opdracht 1, 2, 3, 4

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Volgende les
Tekstdoelen en tekstsoorten
Vaste tekststructuren en vaste vragen
Kritisch lezen
Presentatiemiddelen
Drogredenen

Slide 12 - Tekstslide

Deze les
Presentatiemiddelen
Drogredenen

Al behandeld: 
Tekstdoelen en tekstsoorten
Vaste tekststructuren en vaste vragen
Kritisch lezen

Slide 13 - Tekstslide

Presentatiemiddelen

Slide 14 - Woordweb

Wat is het nut van presentatiemiddelen?

Slide 15 - Open vraag

Presentatiemiddelen
Dia's
Powerpoint of Prezi
Tabel
Verduidelijk complexe zaken
Video
Verduidelijk jouw onderwerp. Laat bijvoorbeeld een deskundige aan het woord
Voorwerp
Ter illustratie, zoals een boek, kledingstuk, gereedschap
Test of quiz
Voorkennis activeren, jezelf testen
Hand-out
Van te voren de belangrijkste informatie delen

Slide 16 - Tekstslide

Drogredenen
Drogredenen ontstaan wanneer argumentatieschema's onjuist gebruikt worden of een discussieregel overtreden wordt. Het zijn onjuiste argumenten die bewust of onbewust in een redenering worden gebruikt. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video