241128 havostof pers.vnw/bezit.vnw + Thema C §5

Welkom M1a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • Leesboek
  • Werkboek
  • Schrift
  • Etui
  • iPad
timer
2:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom M1a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • Leesboek
  • Werkboek
  • Schrift
  • Etui
  • iPad
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. Huiswerk nakijken: bijvoeglijk naamwoord (10 min)
  3. Uitleg havostof: pers.vnw + bezit.vnw (20 min)
  4. Thema C: on/off: vlogs (20 min)
  5. Evaluatie (5 min)

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Mededeling
SO grammatica woordsoorten

Donderdag 12 december

Gaat alleen over de MAVO-stof: olw, blw, zn, bn, ww, vz

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Grammatica §5 (blz. 208)

Opdracht 2, 3 en 4

Slide 4 - Tekstslide

Beoordeel jezelf
Heb je de leerdoelen behaald? 




Ja > smiley
Nee > sad face + inschrijven flexuur Nederlands

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. Huiswerk nakijken: bijvoeglijk naamwoord (10 min)
  3. Uitleg havostof: pers.vnw + bezit.vnw (20 min)
  4. Thema C: on/off: vlogs (20 min)
  5. Evaluatie (5 min)

Slide 6 - Tekstslide

De vorige lessen:
Mavo lesstof:
  1. Werkwoorden 
  2. Onbepaald lidwoord / bepaald lidwoord
  3. Zelfstandig naamwoorden
  4. Bijvoeglijk naamwoorden

Havo lesstof:
  1. Zelfstandig werkwoord / hulpwerkwoord

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen

Ik kan persoonlijk en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en gebruiken.

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Verwijst naar een persoon, dier of ding. 

Ik, jij, hij, zij, wij, het, mij, jou, u, hem, haar, ons

Namen horen hier NIET bij. Dat zijn zelfstandig naamwoorden.

Twijfel je? Een pers.vnw kun je vervangen door je eigen naam.

Slide 9 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Ik lees een boek.

Jarah leest een boek.

Dat boek is van mij.

Slide 10 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
Geeft aan van wie iets is.

Mijn, jouw, uw, zijn, haar, jullie, ons

Twijfel je? Je kunt elk bezittelijk voornaamwoord vervangen door zijn.

Twijfel je? Een bezittelijk voornaamwoord staat ALTIJD voor een zelfstandig naamwoord.

Slide 11 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
Dat is mijn fiets!

Onze klas is het leukste.

Hebben jullie jullie telefoon weggelegd?


Slide 12 - Tekstslide

Bezittelijk of persoonlijk?
Mijn fiets staat daar.

Die fiets is van mij.

Als jullie jullie eten op hebben, dan kan ik eindelijk aan dat van mij beginnen.

Slide 13 - Tekstslide

We maken opdracht 1 samen.

Slide 14 - Tekstslide

Grammatica havo pers. vnw + bezit.vnw
Opdracht:
Maak opdracht 1+2 van het werkblad.
We bespreken deze over 7 minuten.

Nodig: Werkblad, schrift, pen
Klaar: Maak opdracht 3. Dit is een uitdagende opdracht!!

BEWAAR DIT WERKBLAD IN JE BOEK!
timer
7:00

Slide 15 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. Huiswerk nakijken: bijvoeglijk naamwoord (10 min)
  3. Uitleg havostof: pers.vnw + bezit.vnw (20 min)
  4. Thema C: on/off: vlogs (20 min)
  5. Evaluatie (5 min)

Slide 16 - Tekstslide

Dit hebben we al gedaan
Je hebt advies gegeven aan Mirte.

Je hebt advies gegeven aan Jochem die zonder internet zit.

  • Je denkt na over wat een vlog leuk maakt
  • Je weet waar je op moet letten als je een vlog maakt.

Slide 17 - Tekstslide

Dit hebben we al gedaan
Hij zou naar buiten kunnen gaan of een wandeling maken hij kan ook vrienden maken hij kan ook hij kan ook naar de gym gaan





Slide 18 - Tekstslide

Dit hebben we al gedaan
Hij zou naar buiten kunnen gaan of een wandeling maken hij kan ook vrienden maken hij kan ook hij kan ook naar de gym gaan


Het voordeel is dat hij niet meer altijd op beeld zit en zit te gamen en zo, maar dat hij juist meer tijd heeft voor zichzelf en dingen die hij altijd al had willen doen maar er nooit aan toe kwam omdat hij alleen maar zat te gamen. Dat is ook niet goed voor je ogen dus is het ook erg goed dat hij nu minder op beeld zit. En misschien kan hij daar nog andere vrienden maken en meer tijd doorbrengen met zijn ouders.






Slide 19 - Tekstslide

Dit hebben we al gedaan
Hij zou naar buiten kunnen gaan of een wandeling maken hij kan ook vrienden maken hij kan ook hij kan ook naar de gym gaan


Het voordeel is dat hij niet meer altijd op beeld zit en zit te gamen en zo, maar dat hij juist meer tijd heeft voor zichzelf en dingen die hij altijd al had willen doen maar er nooit aan toe kwam omdat hij alleen maar zat te gamen. Dat is ook niet goed voor je ogen dus is het ook erg goed dat hij nu minder op beeld zit. En misschien kan hij daar nog andere vrienden maken en meer tijd doorbrengen met zijn ouders.


Ik zou tegen Jochem zeggen. Je kan nieuwe vrienden maken en gewoon naar buiten gaan. Je kan ook de Schotse taal leren en meer Engels. Je kan ook met je ouders spelletjes spelen. Of gewoon naar buiten toe gaan voetballen. Dat is mijn advies voor Jochem



Slide 20 - Tekstslide

Vlogs
Opdracht:
Bespreek in tweetallen de volgende vragen:

  1. Kijk je liever naar vlogs of naar filmpjes op TikTok?
  2. Naar welke vloggers kijk jij graag?
  3. Waarom kijk je filmpjes soms niet helemaal af?



timer
2:00

Slide 21 - Tekstslide

Vlogs
Opdracht:
Werkboek blz. 166
opdracht 2


We bekijken een vlog. Geen in je werkboek aan hoe je vindt dat de persoon het doet.



Slide 22 - Tekstslide

Thema 'on/off' §5
Opdracht:
We bekijken een filmpje.

Schrijf mee:
+ Welke tips geeft de vlogger
- Wat moet je vooral niet doen?



Slide 23 - Tekstslide

Tips

  1.   
  2.  
  3.  

Dit moet je vooral niet doen!

  1.  
  2.  
  3.  
  4.  

Slide 24 - Tekstslide

Evaluatie

Slide 25 - Tekstslide