Klimaten op aarde

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 3.1; Klimaten op aarde 

Tekst

     90 °C

23 °C
0°C

23°C

            

           90°C

Hoge breedte

Gematigde breedte

Lage breedte

Gematigde breedte

Hogebreedte 

Klimaten tussen lage en gematigde breedte

1. Rond de evenaar: Tropisch regenwoud.

2. Ten noorden en zuiden van het tropisch regenwoud komt een savanne klimaat voor.

3. Nog verder van de evenaar krijg je het steppe klimaat 

4. Hierna volgt woestijn.

Kenmerken
tropisch regenwoud

Warm, veel regen, geen seizoen, veel bomen, planten, diersoorten en altijd groen

In de savenne valt ongeveer 6 maanden per jaar neerslag. De rest van het jaar is het droog en warm. Doordat er in het gebied neerslag valt komen er bomen en planten voor. 

Komt na de savanne eerst de steppe of eerst de woestijn?

1. Eerst steppen en dan woestijn
2. Eerst woestijn en dan steppe
3. Komt alleen woestijn voor
4. Komt alleen maar steppe voor

Na de savanne komt eerst steppe voor. Hier komt weinig regen voor waardoor er geen bomen kunnen groeiten.

Woestijn is nog droger en hier groeit dus ook niets meer 

Klimaten gematigde breedte 

Op deze breedtegraad komen seizoenen voor. 

1. Landklimaat: warme zomers, koude winters met sneeuw

2. Gematigd zeeklimaat: Koele zomers en zachte winters 

Wat voor een klimaat komt er in Nederland voor?

1. Landklimaat
2. tropisch regenwoud
3. Gematigd zeeklimaat
4. savanne

Hoge breedte, rond de polen

Hiernaast een plaatje van het toendra klimaat: geen bomen, alleen wat mos. Gebied groot deel van het jaar bevroren.

Het poolklimaat

Sneeuw en ijs bedekken de bodem, groeien hierdoor nauwelijks planten. 

Ook op de toppen van zeer hoge bergen kan dit soort klimaat voorkomen. Hier ligt namelijk eeuwige sneeuw

Hoe kan het nou dat het op hoge breedte kouder is dan op lage breedte?