In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop --> dicht
Etui --> pen/potlood en rekenmachine.
Map --> open
Gelukt = stil zijn en wachten :)
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les
Slide 2 - Tekstslide
Trede 7
In deze trede ga je aan de slag met 3D. In 3D kun je figuren tekenen. We noemen dit ruimtefiguren. Je leert de namen van allerlei ruimtefiguren en welke woorden we gebruiken voor de verschillende onderdelen van zo'n figuur. Ook gebruik je kijklijnen en aanzichten om te bepalen wat je precies kunt zien als je van een bepaalde kant naar een figuur kijkt. Heel veel plezier!
Slide 3 - Tekstslide
Planning
Uitleg nieuwe trede 5 min
Uitleg 5 min
Oefen in lesson up 5 min
Opdracht 5 min
Werken 20 min --> opgesplitst in delen
Les afronden 5 min
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoel trede
week 1
Je herkent en benoemt eigenschappen van ruimtefiguren en je gebruikt de bijbehorende begrippen. Je tekent een kubus of een balk.
Slide 5 - Tekstslide
Wat gaan wij leren vandaag?
Je herkent een kubus, balk, piramide, cilinder, prisma, bol en kegel.
Je noemt voorwerpen in de vorm van een kubus, balk cilinder en bol.
Je legt uit wat een ruimtefiguur is en noemt voorbeelden van ruimtefiguren.
Je legt uit wat de dimensies 2D en 3D zijn en wat het verschil tussen de dimensies 2D en 3D is.
Je benoemt van een samengestelde figuur uit welke ruimtefiguren die figuur bestaat.
Slide 6 - Tekstslide
Wat zijn ruimtefiguren?
Ruimtefiguren zijn 3 dimensionale figuren.
Voorbeelden van ruimtefiguren zijn:
Balk
Kubus
Bol
Prisma
Piramide
Slide 7 - Tekstslide
2D
3D
Slide 8 - Tekstslide
VS
2D
3D
Slide 9 - Tekstslide
VS
Vlakke figuur
Ruimte figuur
Slide 10 - Tekstslide
A
Vlakke figuur
B
Ruimte figuur
Slide 11 - Quizvraag
A
Vlakke figuur
B
Ruimte figuur
Slide 12 - Quizvraag
A
Vlakke figuur
B
Ruimte figuur
Slide 13 - Quizvraag
Opdracht:
Ga opzoek naar ruimtefiguren :
Voorbeeld:
Telefoonbak = balk
Hoeveel vormen zie jij?
timer
1:00
Slide 14 - Tekstslide
Wat is een ruimtefiguur?
A
Een platte figuur zonder hoogte.
B
Een figuur met lengte, breedte en hoogte.
C
Een figuur met alleen lengte en breedte.
D
Een figuur met alleen lengte en hoogte.
Slide 15 - Quizvraag
We gaan aan de slag!
Doelen deze week:
Les 1: 7.1.1 Introductie ruimtefiguren
Les 2: 7.1.2 Eigenschappen van ruimtefiguren
Les 3 7.1.3 Een kubus en een balk ruimtelijk tekenen
Slide 16 - Tekstslide
Wat gaan wij leren vandaag?
Je telt op en trekt af met (decimale) positieve en negatieve getallen, met of zonder getallenlijn.
Je bepaalt het verschil tussen twee getallen.
Je maakt eenvoudige opgaven met negatieve getallen op je rekenmachine.
Je rekent met negatieve getallen waarbij tussen de termen een +- staat.
Je rekent met negatieve getallen waarbij tussen de termen een - - staat.
Je maakt opgaven met positieve en negatieve getallen op je rekenmachine.