present simple vs present continuous

present simple vs present continuous
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

present simple vs present continuous

Slide 1 - Tekstslide

present simple
iets dat zo is
feiten - gewoonten - etc.
signaalwoorden: 
usually - always - normally - every - never - often - etc.

Slide 2 - Tekstslide

present simple
SHIT regel: 
She / He / It + S

Namen, dieren en dingen kan je vaak vervangen met he/she/it

Slide 3 - Tekstslide

present continuous
iets dat nu gebeurt / momentopnames 

singaalwoorden:
 tijdsindicaties / gesprekken / ! / but 

Slide 4 - Tekstslide

present continuous
ww + ing

let op spelling bij werkwoorden die anders vervoegd worden!

Slide 5 - Tekstslide

wat is het singaalwoord:
Every day his grandfather goes for a walk
A
every
B
day
C
every day
D
walk

Slide 6 - Quizvraag

wat is het signaalwoord:
Normally jenny wears black shoes, but today she is wearing pink shoes

A
normally
B
today
C
but
D
normally, but, today

Slide 7 - Quizvraag

wat is het singaalwoord:
I usually take the train to school, but today I am taking the car
A
usually
B
but
C
usually, but, today
D
taking

Slide 8 - Quizvraag

wat is het singaalwoord:
Robbert is currently taking a break from work
A
currently
B
a break
C
taking
D
currently, a break

Slide 9 - Quizvraag

wat is het singaalwoord:
Watch out! the path is usually quite slippery there
A
usually
B
Watch out!
C
quite
D
there

Slide 10 - Quizvraag

I … my homework right now. (do)

Slide 11 - Open vraag

Look! I think she … sick. (feel)

Slide 12 - Open vraag

I … soccer practice on Tuesdays. (have)

Slide 13 - Open vraag

My dad … always … his guitar for hours. (play)

Slide 14 - Open vraag

our friends usually ... football in the park (play)

Slide 15 - Open vraag

today our friends ... football in the park (play)

Slide 16 - Open vraag

today the children ... a hamburger (eat)

Slide 17 - Open vraag

the children frequently ... a hamburger (eat)

Slide 18 - Open vraag

bill often ... two noteboots (use)

Slide 19 - Open vraag

today bill ... two notebooks (use)

Slide 20 - Open vraag

Look out! I ... the floor (mop)

Slide 21 - Open vraag

I often ... the floor (mop)

Slide 22 - Open vraag