2.4 Veiligheid in huis

Elektriciteit en 
veiligheid (blz. 78)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Elektriciteit en 
veiligheid (blz. 78)

Slide 1 - Tekstslide

planning
uitleg 2.4
maken opg 47 t/m 60
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

                       Lesdoelen:
    - Maak onderscheid tussen 
    overbelasting en kortsluiting

- Leg uit waarom een kabelhaspel uitgerold moet worden.

- Leg uit wat het doel van een zekering is.

Slide 3 - Tekstslide

Gevaren:
  • Als leidingen teveel stroom 
       verwerken, kunnen ze zo 
       heet worden dat er brand 
       ontstaat.
  • Als je een geleidend voorwerp 
       aanraakt krijg je een schok.

Slide 4 - Tekstslide

Randaarde
- Voorkomt dat de lekstroom langs iemands lichaam loopt.
- Daarom loopt er een groen-gele aarddraad van de buitekant 
   van het apparaat via het snoer naar de rand van het 
   stopcontact, en van daar verder 
   naar de aardrail in de meterkast.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Stroom door je lichaam
- Als de stroom door je lichaam 
   klein blijft, heb je zelf beheer 
   over je spieren. 

- Als de stroom door je lichaam 
   te groot is dan kan je je spieren 
   niet meer ontspannen.

Slide 7 - Tekstslide

Aardlekschakelaar
- Vergelijkt de stroom in de fasedraad met de stroom in de nuldraad.
- Als ze evengroot zijn is het normaal, en laat de aardlekschakelaar de stroom gewoon door.
- Is het verschil groter dan 30 mA, 
   schakelt die de stroom uit.

Slide 8 - Tekstslide

Brand
  • Meerdere apparaten gebruiken samen een grote stroom (overbelasting).
  • Meer dan 16 A stroom - brandgevaar
  • Toevoerstroomdraad wordt te heet en vat vlam

Slide 9 - Tekstslide

Kortsluiting
Stroom gaat niet door het apparaat.

Stroom keert terug naar het stopcontact, zonder dat het door het apparaat beweegt.


Slide 10 - Tekstslide

Zekeringen
Elektrische installatie is beveiligd tegen overbelasting en kortsluiting.

Zekering
- Elektronisch
- Smeltzekering

Slide 11 - Tekstslide

Stop slaat door als:
er teveel stroom is als gevolg van kortsluiting
er teveel stroom is als gevolg van overbelasting (teveel apparaten tegelijk aan)

Slide 12 - Tekstslide

Berekenen max 16A zekering
Er mag maximaal 16 A door de zekering.
Methode 1: 
Bereken met P = U x I (of eigenlijk I = P / U) hoeveel stroom door elk apparaat gaat en tel dat op.
Methode 2: 
Bereken hoeveel de vermogens van alle apparaten bij elkaar opgeteld is en vergelijk dat met P = U x I = 230 x 16 = 3680 W.


Slide 13 - Tekstslide

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 14 - Quizvraag

Als meerdere apparaten op één stopcontact aangesloten worden, dan wordt de stroomsterkte door elk apparaat kleiner.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Als er teveel apparaten aangesloten worden, slaat een zekering door.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

De elektriciteitsdraden die naar een brandende lamp lopen, worden een beetje warm.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Door een verdeling in groepen kun je meer elektrische apparaten aansluiten.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Een woning is met een zekering tegen overbelasting en kortsluiting beveiligd.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Aan de slag!
Wat: opdracht 47 t/m 60 (blz. 57)
Waar: werkboek H4 P4
Hoe: individueel, in stilte met FOM
Oortjes: Ja, mag
Hulp: boek (blz. 42), docent
Uitkomst: leerdoelen behalen
Klaar?: Kijk het na via de ELO

timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide