7.4 Schuldig of onschuldig

 Schuldig of onschuldig?
in de rechtbank
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

 Schuldig of onschuldig?
in de rechtbank

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
1. Herhaling
2. Uitleg nieuwe stof
3. Filmpje over rechtspraak in de praktijk/zelfstandig werken
4. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Als de politie je ……………………, moet je mee naar het politiebureau.
Wat is weggelaten in deze zin?
A
fouilleert
B
huis doorzoekt
C
arresteert
D
herkent

Slide 4 - Quizvraag

Is deze uitspraak juist of onjuist?
De politie stuurt iedere verdachte naar Halt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Als de politie denkt dat je iets strafbaars hebt gedaan, ben je een crimineel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Als je meewerkt met Halt:
A
schrijft Halt een proces-verbaal
B
komt er GEEN rechtszaak
C
blijf je altijd een verdachte
D
krijg je als beloning een strafblad

Slide 7 - Quizvraag

Juist of onjuist?
De officier van justitie mag een boete geven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

De politie kan beslissen dat een verdachte voor de rechter moet komen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Vandaag 
Schuldig of onschuldig
Pak je boek op blz 180

Slide 10 - Tekstslide

Schuldig of onschuldig
Doel van de les:

Je kan uitleggen wie de belangrijke personen in een rechtzaak zijn.

Je  kan uitleggen hoe een rechtzaak verloopt.

Je kan uitleggen welke straffen er zijn

Slide 11 - Tekstslide


Hoe verloopt 

een rechtszaak?



casus: vechtpartij loopt uit de hand

Slide 12 - Tekstslide

Belangrijkste personen
  1. De verdachte geholpen door een advocaat.
  2. De officier van jusititie die wil bewijzen dat de verdachte schuldig is.
  3. De rechter die beslist of de verdachte schuldig is en wat voor straf hij krijgt.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


1. 
De opening



Controleren van jouw gegevens

Slide 16 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=beschuldiging verdachte) voor

Slide 17 - Tekstslide


3. 

Vragenstellen



De rechter, Officier van Justitie en de advocaat mogen nu vragen stellen.

Slide 18 - Tekstslide


4. 
Getuige


Er kan een getuige opgeroepen worden om te vertellen wat hij/zij gezien heeft.

Slide 19 - Tekstslide


5. 

Officier van Justitie:strafeis


  

De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis

Slide 20 - Tekstslide


6. 
Advocaat



Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging

Slide 21 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier

Slide 22 - Tekstslide


8. 

De uitspraak



De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of het vonnis pas later

Slide 23 - Tekstslide

Rechter geeft straf
  1. geldboete
  2. (voorwaardelijke) gevangenisstraf
  3. taakstraf

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

0

Slide 26 - Video

welke 3 personen zijn belangrijk in een rechtszaal?
advocaat 
getuige 
officier van justie
politie
verdachte 
rechter 

Slide 27 - Sleepvraag

Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie

Slide 28 - Quizvraag

Hoe noemen we de uitspraak van de rechter?
A
de uitslag
B
de taakstraf
C
de regeling
D
het vonnis

Slide 29 - Quizvraag

Wie heeft het laatste woord voordat de rechter een uitspraak doet?
A
het publiek
B
de verdachte
C
de rechter
D
de officier van justitie

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video

0

Slide 32 - Video

Uitspraak?
Rechter heeft gekozen voor een hogere straf:
36 onvoorwaardelijk --> betekent ook echt de gevangenis in.


 


Slide 33 - Tekstslide

Maken
opdracht 1 t/m 10
blz 181, 182 en 183

Slide 34 - Tekstslide

Afsluiting
Doelen van de les waren:

Je kan uitleggen wie de belangrijke personen in een rechtzaak zijn.

Je kan uitleggen hoe een rechtzaak verloopt.

Je kan uitleggen welke straffen er zijn


Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 1 t/m 10 
Leren: blz 181, 182 en 183

Slide 36 - Tekstslide