Thema 7 les 2 Zwakke en sterke werkwoorden (deel 2)

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Zwakke en sterke werkwoorden

In deze les ga je leren wat zwakke en sterke werkwoorden zijn...

en

Je kan woorden in de verleden tijd goed opschrijven

Hoe werkt de tegenwoordige tijd ook alweer?

Stam + ...

Zwakke en sterke werkwoorden

Wat is het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden?

Bij zwakke werkwoorden wordt in de verleden tijd achter de ik-vorm

-de(n)

of

-te(n)

geschreven

Voorbeelden:

gebruiken - ik gebruik + te         dus het wordt gebruikte
rennen - ik ren + de                      dus het wordt rende 

Zwakke werkwoorden

Welke verleden tijd is goed? (gebruik 't kofschip)

mijn zus [bakken] koekjes

1. bakde
2. baktte
3. bakte
4. bakten

Zwakke werkwoorden

Welke verleden tijd is goed? (gebruik 't kofschip)

Rob [fietsen] vroeger heel graag

1. fietstte
2. fietste
3. fietsde
4. fietsten

Zwakke werkwoorden

Welke verleden tijd is goed? (gebruik 't kofschip)

[studeren] je vaak voor je lessen?

1. studeerte
2. studeerde
3. studeerden
4. studeerdte

Zwakke werkwoorden

Welke verleden tijd is goed? (gebruik 't kofschip)

jullie [gebruiken] geen handschoenen

1. gebruikten
2. gebruiktten
3. gebruikden
4. gebruikte

Zwakke werkwoorden

Welke verleden tijd is goed? (gebruik 't kofschip)

Ann en Maria [feesten] tot laat in de avond

1. feesten
2. feesden
3. feestten
4. feestte

Zwakke werkwoorden

Welke verleden tijd is goed? (gebruik 't kofschip)

Waar [horen] je dat verhaal?

1. hoorden
2. horde
3. hoordde
4. hoorde

Sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden

Voorbeeld:

Ik leesde las gisteren een boek.

Zij loopte liep naar haar mama.

Ik kijkte keek vroeger graag naar de Fabeltjeskrant.

Bij sterke werkwoorden verandert in de verleden tijd de klinker van de stam.

Voorbeeld:

hele werkwoord: lopen - Stam: loop - verleden tijd: liep

sterke werkwoorden

Werkwoord

Tegenwoordige tijd (stam)

Verleden tijd enkelvoud

knijpen

???

???

sterke werkwoorden

Werkwoord

Tegenwoordige tijd (stam)

Verleden tijd enkelvoud

sterven

???

???

sterke werkwoorden

Werkwoord

Tegenwoordige tijd (stam)

Verleden tijd enkelvoud

vliegen

???

???

sterke werkwoorden

Werkwoord

Tegenwoordige tijd (stam)

Verleden tijd enkelvoud

bedriegen

???

???

sterke werkwoorden

Werkwoord

Tegenwoordige tijd (stam)

Verleden tijd enkelvoud

bijten

???

???

sterke werkwoorden

Werkwoord

Tegenwoordige tijd (stam)

Verleden tijd enkelvoud

grijpen

???

???

sterke werkwoorden

Werkwoord

Tegenwoordige tijd (stam)

Verleden tijd enkelvoud

helpen

???

???

sterke werkwoorden

Werkwoord

Tegenwoordige tijd (stam)

Verleden tijd enkelvoud

geven

???

???

Wat vond je van de les?

1. 
2. 
3. 
4.