4.4 Taalbewustzijn 2h/v

Nederlands
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Vragen over paragraaf 2.4 ?
Taalvariatie ?

Slide 2 - Tekstslide

4.4 Taalbewustzijn

Slide 3 - Tekstslide

Woorden samenstellen

Slide 4 - Tekstslide

Nieuwe woorden
Samenstelling: samenvoegen van twee of meer woorden
paard + bloem = paardenbloem, zon + stelsel = zonnestelsel

Afleiding: samenvoegen van woord + voor- of achtervoegsel
sprakeloos, redelijk, vergeetachtig, non-fictie

Slide 5 - Tekstslide

Welk woord is correct geschreven?
A
bedrijfleider
B
bedrijfsleider

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord is correct geschreven?
A
verkooporganisatie
B
verkoopsorganisatie

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord is correct geschreven?
A
herehuis
B
herenhuis

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord is correct geschreven?
A
krullebol
B
krullenbol

Slide 9 - Quizvraag

Samenstellingen
Basisregel: samenstellingen schrijven we aan elkaar vast:

  • werkwoorden: aaneenschrijven, autorijden
  • zelfstandige naamwoorden: hoogbouw, autoalarm
  • bijvoeglijke naamwoorden: aardewerken, tegenstrijdig

Slide 10 - Tekstslide

Meerledige samenstellingen

Slide 11 - Tekstslide

Filmpje
Je gaat kijken naar een deel van een filmpje.


Kijk goed naar de honden EN naar het hek....





Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Hoe het verder ging... 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

aanvallen 
vluchten 
dreigen
angst
blij

Slide 16 - Sleepvraag

Welke communicatie zien we hier?
A
Ik ben boos
B
Ik wil spelen
C
Ik ben bang
D
Ik vind je lief

Slide 17 - Quizvraag

Dierentaal
Dieren spreken geen mensentaal, maar dieren communiceren wel met elkaar.

1. Hoe kunnen dieren met elkaar communiceren?   
2. Met welke redenen communiceren dieren? 
3. Welke boodschappen brengen ze over? 

Slide 18 - Tekstslide

Mensentaal: alle talen hebben dezelfde elementen

a. Klanken worden gecombineerd tot woorden en woorden worden gecombineerd tot zinnen
b.  klinkers en medeklinkers 
c. ontkenningen, vragen en bevelen
d. woorden voor zwart/ wit en voor donker/ licht.


Slide 19 - Tekstslide

Mensentaal vs. dierentaal
Dieren:  
- gedrag, geluiden, geuren, kleuren en houding

Mensen:
- maken met klanken oneindige combinaties = woorden en samenstellingen 
- maken zinnen
- leren de taal van hun ouders en omgeving (niet erfelijk)
- spreken over abstracte onderwerpen, ook als dat ergens anders is

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Een experiment bij apen heeft geleerd dat een  aap na veel oefenen slechts vier woorden kon zeggen:

papa, mama, cup, up.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

1. wat doen de hanen hier?
2. doen mensen dit ook zo?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Mensentaal vs. dierentaal
Dieren:  
- gedrag, geluiden, geuren, kleuren en houding

Mensen:
- maken met klanken oneindige combinaties = woorden en samenstellingen 
- maken zinnen
- leren de taal van hun ouders en omgeving (niet erfelijk)
- spreken over abstracte onderwerpen, ook als dat ergens anders is

Slide 26 - Tekstslide

Welke communicatie kennen we nog meer behalve ruzie maken en bepalen wie de baas is?

Slide 27 - Open vraag

Ik ken 3 overeenkomsten of verschillen tussen mensen-en dierentaal
Ja
Nee
Een beetje

Slide 28 - Poll

Huiswerk
Zoek in tweetallen het communicatiesysteem van een zelfgekozen dier uit.
 Verwerk in een kort stukje tekst:
- hoe het dier communiceert
- in hoeverre het overeenkomt met de menselijke taal
- in hoeverre het afwijkt van de menselijke taal

Slide 29 - Tekstslide