Je kent het verschil tussen feitelijke en waarderende argumenten
Je kunt standpunten en argumenten benoemen
Je weet wat tegenargumenten en weerleggingen zijn
Je kunt een argumentatiestructuur invullen
Je weet (een beetje) wat drogredenen zijn.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom H4A
Vrijdag 3 juni, vijfde en zesde uur
Lesdoelen:
Je kent het verschil tussen feitelijke en waarderende argumenten
Je kunt standpunten en argumenten benoemen
Je weet wat tegenargumenten en weerleggingen zijn
Je kunt een argumentatiestructuur invullen
Je weet (een beetje) wat drogredenen zijn.
Slide 1 - Tekstslide
Aan de slag
Maken opdracht 4, p. 194
Maken opdrachten 3 en 4, p. 199-200
Klaar? Werken aan de examentekst 'Het is rot, maar vlees is zo lekker'
Slide 2 - Tekstslide
Zesde uur
In het leerhuis ga je verder met 'Tralievader'. Houd er rekening mee dat volgende week vrijdag de laatste mogelijkheid is om het werkblad in te vullen.
Houd er ook rekening mee dat 'Tralievader' bevraagd wordt op je mondeling (SE2).
Werk in stilte, kun je dit niet, dan ga je bij mevrouw Duijnisveld werken.
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 2a. Wat is het standpunt?
Slide 4 - Open vraag
Hier is sprake van argumentatie gebaseerd op:
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 5 - Quizvraag
Opdracht 2b. Wat is het argument?
Slide 6 - Open vraag
Hier is sprake van argumentatie gebaseerd op:
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 7 - Quizvraag
Opdracht 2c. Wat is het standpunt?
Slide 8 - Open vraag
Hier is sprake van argumentatie gebaseerd op:
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 9 - Quizvraag
Opdracht 2d. Wat is het argument?
Slide 10 - Open vraag
Hier is sprake van argumentatie gebaseerd op:
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 11 - Quizvraag
Opdracht 2e. Wat is het standpunt?
Slide 12 - Open vraag
Hier is sprake van argumentatie gebaseerd op:
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 13 - Quizvraag
Opdracht 2f. Wat is het argument?
Slide 14 - Open vraag
Hier is sprake van argumentatie gebaseerd op:
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 15 - Quizvraag
Nu jij!
Maak opdracht 4, blz. 207
Lees tekst 1 en beantwoord de vragen (in je werkboek of in je schrift)
Tien minuten, daarna kijken we na!
Volgende week: drogredenen, kijk alvast naar de filmpjes.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
De lesdoelen (herhaald):
Je kent het verschil tussen feitelijke en waarderende argumenten