6.1 De achtergrond van het conflict.

Hoofdstuk 6: 
Het Israëlisch-Palestijnse conflict


§6.1 De achtergrond van het conflict
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: 
Het Israëlisch-Palestijnse conflict


§6.1 De achtergrond van het conflict

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom het gebied waar nu Israël ligt, een belangrijk gebied is voor Joden, christenen en moslims.
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen noemen van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk.
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van joden naar Palestina vóór 1939.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom het gebied waar nu Israël ligt, een belangrijk gebied is voor Joden, christenen en moslims.

Slide 3 - Tekstslide

Voorgeschiedenis
Om het Israëlisch-Palestijns conflict goed te kunnen begrijpen moeten we 3000 jaar terug in de tijd.

Slide 4 - Tekstslide

Drie geloven

Slide 5 - Tekstslide

Joden in het Romeinse Rijk 

  • Leefden in de provincie Judea (huidige Israël)
  • Joods koninkrijk 
  • Romeinen veroveren dit gebied rond het jaar 1
  • Spanningen tussen Romeinen en Joden: Romeinen geloven in meerdere goden (polytheïsme), Joden maar in één god (monotheïsme). 

Slide 6 - Tekstslide

Joden
  • Een eigen taal, cultuur en godsdienst. 
  • Heilig boek 'Tenach' 
  • Hun God werd vereerd in een grote Tempel in Jeruzalem.  

Slide 7 - Tekstslide

Joodse diaspora
  • Na een Joodse opstand tegen de romeinen worden Joodse rituelen verboden en de Joodse Tempel werd verwoest (70 na Chr.)

  • Steeds meer Joden trekken/vluchten weg uit de provincie Judea (latere naam: Syria-Palestina)

  • De verspreiding van het Joodse volk over de hele wereld heet diaspora.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Christendom
  • Uit het Joodse geloof was het Christendom ontstaan.  
  • Belangrijk verschil: christenen willen anderen bekeren.
  • Grote delen van Europa en het Midden-Oosten werden hierdoor christelijk. 

Slide 10 - Tekstslide

Islam
  • In de 7e eeuw kwam de islam op.
  • Ook de islam is een monotheïstische godsdienst.
  • In het Midden-Oosten verdrong de islam het christendom bijna helemaal. 

Slide 11 - Tekstslide

Overeenkomsten
1. Eén God (monotheïstisch)
2. Eén heilig boek.
3. Jeruzalem is belangrijk.

Slide 12 - Tekstslide

Jeruzalem
  • Voor alle drie de geloven is Jeruzalem een heilige stad met belangrijke heiligdommen. 
  • Daardoor is er heel wat strijd geweest over wie Jeruzalem mag besturen.
  • Ook nu is hier nog ruzie over. 

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de oorzaken en gevolgen noemen van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk.

Slide 14 - Tekstslide

Rond 1450: ontstaan Ottomaanse Rijk (Turkse Rijk)

  • Rond 1900: groot deel van het islamitische Midden-Oosten bij dit rijk.
  • --> dit rijk kon niet op tegen imperialistische staten zoals Frankrijk en Groot-Brittannië.
  • Begin 20ste eeuw werd het Midden-Oosten interessanter i.v.m. de ontdekking van olievelden -> voor industrie

Slide 15 - Tekstslide




Het Ottomaanse Rijk valt uit elkaar











Het oude rijk stond in Europa
bekend als: de zieke man van Europa

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

  • Tijdens WOI lukte het Westerse landen een groot deel van Ottomaanse Rijk te veroveren.
  • Alleen Turkije bleef bestaan
  • Na 1918 werd het gebied opgeknipt in enkele mandaatgebieden: Gebied dat op verzoek van de Volkenbond (voorloper VN) werd bestuurd door een ander land.
    --> deze gebieden zouden uiteindelijk zelfbestuur moeten krijgen
    --> tot die tijd zouden Britten of Fransen de gebieden besturen
    --> Britse mandaatgebied: Palestina

Slide 18 - Tekstslide

Mandaatgebieden in het Midden-Oosten

Slide 19 - Tekstslide

Groot-Brittannië beloofde in 1915: 
Arabische nationalisten te helpen om van Palestina een onafhankelijke Arabische staat te maken. Dit in ruil voor hun strijd tegen de Ottomanen in de eerste wereldoorlog. 

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van joden naar Palestina vóór 1939.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

  • Veel antisemitisme (jodenhaat) in de wereld 
  • - West Europa vanaf 1800 minder gewelddadig
  • - In Oost Europa leefden Joden afgeschermd van de rest van de samenleving. Bij spanningen werden zij slachtoffer van pogroms (gewelddadige en georganiseerde aanvallen tegen Joden)

Slide 23 - Tekstslide

Eeuwenlang zijn er pogroms geweest:
Uitbarsting van Jodenhaat!

Slide 24 - Tekstslide





Een pogrom is een gewelddadige uitbarsting van jodenhaat

Slide 25 - Tekstslide

  • Vanaf 1900: ontstaan van het Zionisme: Joods nationalisme, streven naar een onafhankelijke staat. 
    ==> Joden wilden een eigen staat stichten in Palestina, het land waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen

Slide 26 - Tekstslide

Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

    1917: Balfour-verklaring

    • Britse minister van Buitenlandse zaken beloofde dat de Joden in Palestina een 'nationaal tehuis' mochten stichten. 
    • Wel moesten ze de rechten van niet-Joodse bevolking respecteren 

    Slide 27 - Tekstslide

    Groot-Brittannië doet een dubbele belofte: 

    1. 1915: beloofden ze Arabische nationalisten om hen te helpen van Palestina een onafhankelijke Arabische staat te maken
    2. 1917: Arthur Balfour beloofde dat de Joden een 'nationaal tehuis' mochten stichten in Palestina. 

    Slide 28 - Tekstslide

    Joodse immigratie - Palestijnse problemen (1)
    • Door de Britse toezegging van een Joods nationaal tehuis: veel Joodse immigranten (ongeveer 40.000) naar Palestina 

    • Welgestelde Joden kopen veel grond van Arabische grootgrondbezitters: Palestijnse Arabieren worden van hun land gezet

    Slide 29 - Tekstslide

    Joodse immigratie – Palestijnse problemen (2)
    • Grote immigratie en Joodse landaankoop zorgen voor irritatie en angst bij de Palestijnse Arabieren

    • In het gebied ontstaan rellen

    • Joden vinden dat de Britten niet genoeg doen tegen het Arabische geweld en richten daarom hun eigen 'leger' op

    Slide 30 - Tekstslide

    Opkomst Adolf Hitler 1933
    • Anti-Joodse wetten (Neurenberger Rassenwetten, 1935) zorgen voor emigratie uit Dui (en andere Europese landen)

    • Veel Joden willen het liefst naar de VS maar dat land heeft strenge immigratiewetten

    • Joden kiezen daarom voor Palestina. Gevolg: 170.000 Joodse migranten in drie jaar tijd

    Slide 31 - Tekstslide

    • Al voor WO2 veel spanningen tussen Joden en Palestijnen in Palestina

    • Arabieren plegen aanslagen op zowel Joden als Britten (die soms samenwerkten), en Joden plegen aanslagen op Arabieren en Britten

    • Onoverzichtelijke situatie waar de Britten zich geen raad mee weten

    Slide 32 - Tekstslide


    Zionisme

    • Na de Holocaust is het zionisme sterk toegenomen

    Slide 33 - Tekstslide

    Slide 34 - Video

    Leerdoelen
    • Je kunt uitleggen waarom het gebied waar nu Israël ligt, een belangrijk gebied is voor Joden, christenen en moslims.
    • Je kunt de oorzaken en gevolgen noemen van het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk.
    • Je kunt oorzaken en gevolgen noemen van de verhuizing van joden naar Palestina vóór 1939.

    Slide 35 - Tekstslide