De Ismen

Wat gaan we de komende vier lessen doen? 
De komende lessen gaan we het hebben over verschillende ''stromingen''. Deze stromingen komen volgend jaar bij geschiedenis terug. 
Zet in je schrift:
- Liberalisme 
- Socialisme 
- Confessionalisme 
- Feminisme 
- Nationalisme 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we de komende vier lessen doen? 
De komende lessen gaan we het hebben over verschillende ''stromingen''. Deze stromingen komen volgend jaar bij geschiedenis terug. 
Zet in je schrift:
- Liberalisme 
- Socialisme 
- Confessionalisme 
- Feminisme 
- Nationalisme 

Slide 1 - Tekstslide

Politiek in de 19e eeuw. 
In 1848 waren er veel opstanden in Europa tegen absolute machthebbers. 
Willem I was bang dat het in Nederland ook zou komen, hij gaf zijn macht
op en tekende een nieuwe grondwet.

Opstand Tegen:
  • Absolute machthebbers
Opstand Voor: 
  • Meer democratie en zeggenschap van de burgers
      (alleen rijke burgers) 
'Ik alleen beslis alles'

Slide 2 - Tekstslide

Politiek in de 19e eeuw. 
De invoering van de grondwet van 1848 was de basis voor de moderne politiek die wij nu kennen. Politieke partijen, zoals in onze tijd waren er nog niet

Verandering:
  • Absolute macht van de koning weg
  • Macht bij het parlement (1e & 2e kamer)
  • De ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering

'Ik alleen beslis alles'
_________

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Politiek in de 19e eeuw. 
Door de snelle veranderingen in de 19e eeuw op het gebied van de industrialisering veranderde de maatschappij. De sociale kwestie en politieke vraagstukken (hoe lossen we dat op) zorgde voor partijvorming. 

  1. Liberalen
  2. Confessionelen
  3. Socialisten

Slide 5 - Tekstslide

Liberalisme 
Mensen die de vrijheid van het individu voorop stelden. Vaak waren dit de rijkere burgers 

Voor:
  • Persoonlijke vrijheid van mensen.
  • Zelf besturen, niet afhankelijk zijn van de koning.
  • Wie belasting betaald mag stemmen 


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Socialisme
Socialisten komen op voor de rechten van arbeiders. Zij vinden dat werkende mensen beschermd moeten worden. Vaak de arme arbeiders.

Voor:
  • Het verbeteren van werkomstandigheden.
  • Staken en vakbonden op richten om op te komen voor hun rechten.
  • Taak van de overheid is om te zorgen voor arme mensen.  
  • Algemeen kiesrecht. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Confessionalisme
De godsdienstige kant was in de politiek. Mensen die zich lieten leiden door het geloof. 
Voor:
  • Wilden dat de overheid ook geld gaf aan hun scholen, net als aan de openbare scholen.
  • Tegen het socialisme en liberalisme.
  • De bijbel was de manier


Slide 11 - Tekstslide

Iedereen moet hetzelfde verdienen
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme

Slide 12 - Quizvraag

Katholieke scholen moeten geld krijgen van de overheid
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme

Slide 13 - Quizvraag

De overheid moet zich niet zo veel met de burgers bemoeien
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Confessionalisme

Slide 14 - Quizvraag

Politiek in de 19e eeuw. 
Door emancipatiebewegingen in de 19e eeuw ontstonden er nog meer stromingen.
Emancipatiebeweging: is ‘een beweging die streeft naar gelijkberechtiging van achtergestelde groepen’.

  • Nationalisme
  • Feminisme

Slide 15 - Tekstslide

Nationalisme
Nationalisten voelen zich door taal, gewoontes, een vlag en het volkslied als inwoners sterk met elkaar verbonden. Geloven dat hun volk, land en cultuur de beste is van de hele wereld. Vaak overdreven trots.

Voor: 
  • Zij willen graag dat de trots voor het land op school aandacht krijgt
  • Sterk leger om wereldwijd militair een machtig land te zijn.
  • Liefde voor het eigen volk en de eigen land. 

Slide 16 - Tekstslide

Feminisme 
Feministen vinden dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn. Dat betekent dat vrouwen dezelfde rechten zouden moeten hebben als mannen. 

Voor:
  • Stemrecht, ook voor vrouwen
  • Rechten en plichten gelijk gedeeld moeten worden tussen man en vrouw.

Slide 17 - Tekstslide