Paas quiz groep 3
1 / 36
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Oefenvraag: Hoe heet ik?
A
Joost
B
Nadia
C
Eugenie
D
Bert
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Hoeveel kinderen zitten er in klas 3A?
A
32
B
31
C
30
D
29
Slide 4 - Quizvraag
Morgen is het vrijdag (oranje), welke dag was het gisteren?
A
dinsdag (geel)
B
woensdag (blauw)
C
donderdag (groen)
D
vrijdag (oranje)
Slide 5 - Quizvraag
Hoe schrijf je dit:
A
plangk
B
plank
C
plang
D
planck
Slide 6 - Quizvraag
Wie is dit?
A
Henny de Slak
B
Patrick Ster
C
Gerrit de Slak
D
Octo
Slide 7 - Quizvraag
Waar is dit?
A
De Efteling
B
Artis
C
Slagharen
D
Disneyland
Slide 8 - Quizvraag
maandag
vrijdag
dinsdag
woensdag
donderdag
Slide 9 - Sleepvraag
Hoe schrijf je dit:
A
haaj
B
haai
C
heij
D
hij
Slide 10 - Quizvraag
Hoe heet deze man?
A
Hans
B
Cornelis
C
Piet
D
Frank
Slide 11 - Quizvraag
In welk museum woont Cornelis?
A
het archeologisch museum
B
architectuur museum
C
nemo
D
teylers museum
Slide 12 - Quizvraag
Wat vieren we met pasen?
A
dat de paashaas langs komt
B
dat jezus uit de dood is opgestaan
C
een extra dagje weekend
D
dat eitjes lekker zijn
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Hoe laat is het?
A
9 uur
B
10 uur
C
11 uur
D
12 uur
Slide 15 - Quizvraag
Hoe laat is het
1 uur later?
1 uur later?
A
9 uur
B
10 uur
C
11 uur
D
12 uur
Slide 16 - Quizvraag
zet in volgorde van groot naar klein
heel groot
groot
klein
kleinst
Slide 17 - Sleepvraag
Welke plattegrond?
A
B
C
D
Slide 18 - Quizvraag
Hoeveel blokken?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 19 - Quizvraag
Half 7
Slide 20 - Sleepvraag
1
2
3
4
Slide 21 - Sleepvraag
hoeveel?
A
50
B
60
C
70
D
80
Slide 22 - Quizvraag
5 + 3 =
15 + 3 =
3 + 15 =
18
18
8
13
15
5
Slide 23 - Sleepvraag
Wat staat er in de koelkast?
Slide 24 - Sleepvraag
Slide 25 - Tekstslide
Jos zoekt zijn badjas. Waar zie jij een badjas?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 26 - Quizvraag
Wat past het best bij een hobbelige weg?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 27 - Quizvraag
Waar zie jij een krab?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 28 - Quizvraag
Waar wordt er geschaatst?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 29 - Quizvraag
Wat past het best bij broeden?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 30 - Quizvraag
Waar zie jij een wiel van een auto?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 31 - Quizvraag
Welk dier heeft hoeven?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 32 - Quizvraag
Waar zie jij een everzwijn?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 33 - Quizvraag
Waar zie jij de wortels van een boom?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 34 - Quizvraag
Petra wil iets wegen. Waar zie jij een weegschaal?
A
1
B
2
C
3
D
4
