In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Cultureel-mentale ontwikkelingen in
Nederland na 1945
3. Jongeren in opstand!
Slide 1 - Tekstslide
Waartegen zou jij, als jongere, in verzet komen?
Slide 2 - Woordweb
Verzet tegen ouders
Vanaf de jaren 50 gaan jongeren steeds langer naar school, waardoor ze vaak een hogere opleiding dan hun ouders volgen én in contact kwamen met andere ideeën.
Door de stijgende welvaart kunnen (en gaan) jongeren zich steeds meer onderscheiden door hun kleding, kapsel, muziek en manier van omgaan met elkaar. Ze vormden een eigen jeugdcultuur.
Elvis Presley (1935-1977) was een Amerikaans zanger en acteur. Hij wordt vaak The King of Rock and Roll of kortweg The King genoemd. Veel ouders spraken schande van de bewegingen die Elvis met zijn heupen maakt: "Het had alleen maar te maken met seks!"
Slide 3 - Tekstslide
Welke jeugdculturen, toen en nu, ken jij?
Slide 4 - Woordweb
Jeugdculturen
We zien 3 jeugdculturen ontstaan:
Begin jaren 50 --> Nozems
Halverwege jaren 60 --> Provo's
Eind jaren 60/begin jaren 70 --> Hippies
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Nozems
Nozems zijn vaak werkende jongeren.
Ze dragen spijkerbroeken, leren jassen en hadden vetkuiven. Meisjes dragen korte rokken en petticoats.
Ze staan in groepjes bij elkaar op straat of bij een snackbar, hangend op hun brommer en maken (volgens ouderen...) veel lawaai en schreeuwden naar voorbijgangers.
Ze luister naar rock-’n-rollmuziek, uiteraard uit Amerika.
Slide 7 - Tekstslide
Zoek een plaatje van een Nozem.
Slide 8 - Open vraag
Wat past niet bij de nozems?
A
Rock and roll
B
Brommers
C
Vetkuif
D
Make peace, not war
Slide 9 - Quizvraag
Provo
Halverwege de jaren zestig ontstaat in Amsterdam de provobeweging.
Provo komt van het woord ‘provoceren’, dat ‘uitdagen’ of ‘uitlokken’ betekent.
Dat is ook precies wat de provo’s willen: iets doen of zeggen om een reactie uit te lokken.
Kritiek op de consumptiemaatschappij en milieuproblemen
Met ludieke acties, grappig en zonder geweld, wilden zij de ouderen aan het denken zetten.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Hippies
Amerikaanse jongeren komen in protest tegen de oorlog die hun regering voert in Vietnam. Hieruit ontstaat de hippie- of flowerpowercultuur.
Eind jaren zestig komt deze jeugdcultuur ook naar Nederland. De hippies hebben lange haren en vrolijke, kleurrijkekleding. Ze willen zo eenvoudig mogelijk en zonder luxe leven.
De slogan van de hippies is: ‘Make love, not war’.
Het Woodstock-festival (1969) wordt wel gezien als hét hippie-festival. Bijna alle grote bands uit die tijd waren aanwezig bij '3 Days of Peace & Music'. Hoewel het wereldberoemd is geworden, was het bijzonder slecht georganiseerd (slechte sanitaire voorzieningen) en kwamen er veel te veel mensen binnen (zonder te betalen). De organisatie maakte dan ook geen winst.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Nozem
Hippie
Provo
Slide 14 - Sleepvraag
Hippie
Nozem
Provo
Slide 15 - Sleepvraag
Seks? Heel gewoon!
Jongeren gingen vanaf de jaren 60 heel anders met seksualiteit om dan hun ouders.
Taboes als homoseksualiteit, geboortebeperking, abortus en seks buiten huwelijk, waren bij jongeren juist wél bespreekbaar
Deze verandering in denken over seksualiteit heet: seksuele revolutie
Belangrijk hierin is de uitvinding van de pil (1962) --> vrouw kreeg zelf de controle
Op 9 oktober 1967 verscheen de kunstenares Phil Bloom geheel naakt in het VPRO-programma Hoepla, wat een primeur voor de Nederlandse televisie was. Het leidde tot grote commotie en zelfs tot Kamervragen in de Tweede Kamer. Ook haalde Phil met haar optreden de internationale pers.
Slide 16 - Tekstslide
Wees kritisch, geef je mening
Jongeren hadden in de politiek weinig te zeggen: stemmen mocht pas vanaf 23 jaar.
Ook op scholen en universiteiten, waar dingen nog op de 'ouderwetse manier' gingen, hadden jongeren kritiek.
Omdat ze niet veel konden inbrengen begonnen jongeren in de jaren 60 meer inspraak te eisen. Dit heet democratisering.
In september 1969 bezetten studenten het Maagdenhuis in Amsterdam. Dit is het bestuursgebouw van de Universiteit Amsterdam. Ze probeerden hiermee meer inspraak te bereiken.
Toen na vijf dagen de politie hen met harde hand verwijderde, leek alles voor niets. Toch kwam er langzaamaan steeds meer inspraak voor studenten op scholen en universiteiten. Maar ook op het werk werd veel democratischer met beslissingen omgegaan: personeel en directie gingen steeds vaker samen overleggen.