Enkelvoudige- en samengestelde interest (H.6)

Hoofdstuk 6   Samengestelde- en enkelvoudige interest
Leerdoelen: Je kunt....
  • de eindwaarde en de contante waarde van één bedrag berekenen
  • de eindwaarde en de contante waarde van een rente (termijnen) berekenen met en zonder formule   alleen vwo
  • je kunt percentages aanpassen aan verschillende perioden
  • de schuldrest van een lening berekenen
  • het interestbedrag berekenen nadat er is afgelost.


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6   Samengestelde- en enkelvoudige interest
Leerdoelen: Je kunt....
  • de eindwaarde en de contante waarde van één bedrag berekenen
  • de eindwaarde en de contante waarde van een rente (termijnen) berekenen met en zonder formule   alleen vwo
  • je kunt percentages aanpassen aan verschillende perioden
  • de schuldrest van een lening berekenen
  • het interestbedrag berekenen nadat er is afgelost.


Slide 1 - Tekstslide

Herhalen hoofdstuk 5 met 5 vragen..

Slide 2 - Tekstslide

Welke verzekering is een sommenverzekering?
A
Brandverzekering
B
Kredietverzekering
C
Compangnon-verzekering
D
Bedrijfsschade verzekering

Slide 3 - Quizvraag

Verzekerd voor € 200.000,-. Werkelijke waarde € 250.000,-. Schade € 20.000,-.

Hoeveel keert de verzekeringsmaatschappij uit?
A
€ 0,-
B
€ 4.000,-
C
€ 16.000,-
D
€ 20.000,-

Slide 4 - Quizvraag

Een automobilist heeft een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Deze verzekering dekt schade die hij met zijn auto veroorzaakt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Waar kan je aanspraak op maken als je je pensioenleeftijd bereikt?
A
AOW
B
Bijstandswet
C
WW
D
Wajong

Slide 6 - Quizvraag

Een verzekering voor je spullen in je huis noem je een ...
A
inboedelverzekering.
B
opstalverzekering.

Slide 7 - Quizvraag

6.1 Enkelvoudige interest
I = (K x p x t)
I = interest
p = interestperunage per periode
K = oorspronkelijke kapitaal
t = aantal perioden (jaren, maanden, dagen)
Per jaar, tenzij er iets anders is vermeld

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld:  €2000 lenen tegen 2% e.i. rente gedurende 2 kwartalen
Kapitaal?                             2.000
Interestperunage?         0,02 per kwartaal
aantal perioden?             2 kwartalen

I = 2.000 x 0,02 x 2 = € 80

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld: €2000 sparen tegen 5% e.i. gedurende 4 jaren
Kapitaal?                             2.000
Interestperunage?         0,05 per jaar
aantal perioden?             4 jaar

I = 2.000 x 0,05 x 4 = € 400

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Vwo oefenen 6.2 (SI)
Opgave 6.12

Slide 12 - Tekstslide

Vwo oefenen paragraaf 6.3 en 6.4 (Rente)
Opgave 6.19 en 6.26

Slide 13 - Tekstslide

6.3/6.5  Samengestelde rente omrekenen
De samengestelde rente is 2% per half jaar, wat is de rente per jaar

rente per jaar = 
dan weer 1 eraf halen = 0,0404
dan x 100 = 4,04%

(1+0,02)2=1,0404

Slide 14 - Tekstslide

Samengestelde rente omrekenen
De samengestelde rente is 3% per jaar, wat is de rente per half jaar

rente per half jaar = 
het rentepercentage is 1,49% 

(1+0,03)21=1,030,5=1,0149

Slide 15 - Tekstslide

 Oefenen 
vwo 6.29 en 6.30
havo ......

Slide 16 - Tekstslide

6.4/6.6         Lenen: aflossing
Je leent € 10.000 voor een auto. De lening los je af in 10 jaar. 

Wat is het aflossingsbedrag per jaar? 

Slide 17 - Tekstslide

Lenen: aflossing
Je leent € 10.000 voor een auto. De lening los je af in 10 jaar. 

Wat is het aflossingsbedrag per jaar? 
€ 10.000/ 10 = € 1.000 

Wat is de restschuld na 3 jaar? 

Slide 18 - Tekstslide

 Lenen: aflossing en restschuld
Je leent € 10.000 voor een auto. De lening los je af in 10 jaar. 
Wat is het aflossingsbedrag per jaar? 
€ 10.000/ 10 = € 1.000 

Wat is de restschuld na 3 jaar? 
€ 10.000 - 3 x € 1.000 = € 7.000


Slide 19 - Tekstslide

Lenen: rente
Je leent € 10.000 voor een auto. De lening los je af in 10 jaarlijkse termijnen. De rente bedraagt 8% per jaar. 

Wat is de rente die je betaalt over het 1e jaar ? 




Slide 20 - Tekstslide

Lenen: rente
Je leent € 10.000 voor een auto. De lening los je af in 10 jaarlijkse termijnen. De rente bedraagt 8% per jaar en betaal je jaarlijks achteraf.
Wat is de rente die je betaalt over het 1e jaar ? 
0,08 x € 10.000 = € 800

Wat is de rente die je betaalt over het 3e jaar?



Slide 21 - Tekstslide

Lenen: rente
Je leent € 10.000 voor een auto. De lening los je af in 10 jaarlijkse termijnen. De rente bedraagt 8% per jaar en betaal je jaarlijks achteraf.

Wat is de rente die je betaalt over het 3e jaar?
0,08 x (€ 10.000 - 2 x € 1.000) = 0,08 x € 8.000 = € 640



Slide 22 - Tekstslide

Oefenen
vwo:  6.33
havo: 6.17

Slide 23 - Tekstslide