Het uur oefeningen

• Wiskunde
• Lager onderwijs

Het uur

Oefeningen

1. Les heures pleines et les demi heures

Vocabulair pour la vidéo:

- De grote wijzer = la grande aiguille

- De kleine wijzer = la petite aiguille

- Tussen = entre

- Half = demi

- Onderweg naar = en route pour  

00:31

Hoe laat is het?

1. Half acht
2. half negen
3. negen uur
4. tien uur

00:59

Hoe laat is het?

1. Het is half één.
2. Het is half twee.

01:37

Hoe laat is het?

1. Het is half vijf.
2. Het is vier uur.
3. Het is twingit na twee.
4. Het is half vier.

Hoe laat is het?

1. 10 uur
2. 9 uur
3. 5 uur
4. 12 uur

hoe laat is het ?

08:30

1. half 9
2. half 8
3. half 10
4. 8 uur

Hoe laat is het?

1. half 7
2. half 6
3. 9 uur
4. half 5

Hoe schrijf je vier uur 's middags?

1. 4:00
2. 16:00
3. 3:00
4. 15:00

Hoe schrijf je twee uur 's nachts?

1. 2:00
2. 14:00
3. 1:00
4. 13:00

Digitale klok
Hoe schrijf je half drie 's middags?

1. 14:00
2. 14:30
3. 2:00
4. 2:30

Hoe zeg je 7:00

1. zeven uur 's ochtends
2. zeven uur 's avonds

hoe laat is het ?

1. half twee
2. half 1
3. 12 uur
4. half 4

hoe laat is het ?

11:30

1. half 11
2. 11 uur
3. half 12
4. 1 uur

9 uur

half 1

half 11

half 6

5 uur

Sleep de klokken naar de juiste tijd

Het is nu half 12. 0ver een uur is het ?
(= Dans une heure il est?)

1. 12 uur
2. 11 uur
3. half 1
4. 1 uur

Comment est indiqué 'Het is half zeven 's morgens' sur un horloge digitale. Notes les chiffres.
par exemple: 14:18

2. Les quarts de l'heure

De klok lezen tot op een kwartier nauwkeurig.

Eerst even herhalen.

• Als de grote wijzer in het gele deel staat zeg je VOOR
  Dus kwart VOOR
• Als de grote wijzer in het rode deel staat zeg je OVER
  Dus kwart OVER

Hoe laat is het?
(phrase complète)

Hoe laat is het?
(phrase complète)

Hoe laat is het?
05:45

1. kwart voor 5
2. kwart voor 6

Comment est indiqué "Het is kwart voor acht 's avonds" sur un horloge digitale. Notes les chiffres.
par exemple: 14:18

3. Les minutes avant et après l'heure.

Hoe laat is het?
18:50

1. 10 voor 6
2. 10 voor 7
3. 10 over 6
4. tien over 7

Hoe laat is het op de klok?

1. Twintig voor zeven.
2. Kwart na zeven
3. Half acht
4. middernacht

Hoe laat is het op de klok?

1. 10 voor 3
2. 10 voor 2
3. 10 voor 5
4. 10 voor 10

Hoe laat is het?
09:24
(phrase complète)

4. exercices mixtes

20 over 8

10 voor half 4

kwart na 12

5 na 6

20 voor 5

10 over half 4

5 voor 6

Hoe laat is het? Sleep naar de juiste klok.

half 2

kwart voor 11

kwart over 12

kwart over 9

kwart voor 10

half 1

kwart voor 12

kwart voor 9

Hoe laat is het op de klok

1. Kwart over 1
2. kwart over 2
3. kwart voor 3
4. kwart over 3

Hoe laat is het op de klok?

1. 25 over 6
2. 25 na 9
3. Tina Turner
4. 25 voor 6

Hoe laat is het op de klok?

1. 25 voor 2
2. 25 over 2
3. 25 na twee
4. 25 voor 3

Hoe laat is het op de klok?

1. 5 over 1
2. 5 over 12
3. 10 over 12
4. 1 over 12

Hoe laat is het op de klok?

1. 5 voor 6
2. 5 over 6
3. half 11
4. 5 voor half 11

Hoe laat is het op de klok

1. kwart na 8
2. kwart na 9
3. kwart voor 3
4. kwart voor 9

Hoe laat is het op de klok

1. kwart over 12
2. kwart voor 1
3. kwart over 10
4. kwart over 11

Hoe laat is het op de klok?

1. vijfentwintig na vier
2. vijfentwintig voor vier
3. vijfentwintig voor drie
4. vijfentwintig over drie

Hoe laat is het op de klok?

1. 10 voor 10
2. 10 voor 6
3. 10 voor 7
4. 10 voor 5

Hoe laat is het op de klok

1. kwart over 6
2. kwart over 7
3. kwart voor 6
4. kwart over 3

Hoe laat is het op deze klok?

1. kwart voor 11
2. kwart voor 9
3. kwart voor 10
4. kwart over 11

Hoe laat is het op de klok?

1. 10 voor 3
2. 10 voor 2
3. 10 voor 5
4. 10 voor 10

5. extra

04:58

1. voormiddag
2. namiddag

Hoe laat gaat het zwembad open op maandagmiddag?

Wanneer gaat het zwembad open op maandagmiddag?

Hoe laat gaat het zwembad open op maandagmiddag?

Om hoe laat sluit het zwembad op vrijdagavond?

Hoe laat gaat het zwembad open op maandagmiddag?

Op welke dagen is het zwembad open in de namiddag?

Het is nu 3 uur. De bus komt over een uur. Om hoe laat komt de bus?

1. half 4
2. 4 uur
3. half 5
4. half 3

Het is half 5.
De winkel gaat dicht over een half uur. Om hoe laat gaat de winkel dicht?

1. 5 uur
2. 6 uur
3. half 5
4. half 6

Goed gedaan!