Bandes dessinées - Tintin 3

Une bande dessinée!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Une bande dessinée!

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on fait aujourd'hui?
  • je leert meer over de juiste uitspraak in het Frans
  • Je leert nieuwe woorden en zinnen voor je vlog
  • We gaan verder met de Tintin film

Slide 2 - Tekstslide

La prononciation
Als aan het eind van een woord –ez, -er of –é staat, spreek je dat uit als een: ee.
VB: vous parlez, chanter

Staan er andere letters zoals –e of –es op het einde dan worden die niet uitgesproken (of hooguit als uh)
Vb: Tu aimes, il aime, ils aiment

Slide 3 - Tekstslide

La prononciation
De é spreek je uit als: ee
Vb: numéro

De è spreek je uit als: eh
Vb: près de, frère

De ‘(e)au’ en de ‘(e)aux’ spreek je uit als: oo
Vb: cadeau



Slide 4 - Tekstslide

La prononciation
De s aan het eind van een woord niet uitspreken
Bijv. repas

Woorden met tion spreek je uit als sjon en niet als chon
Bijv. l'addition


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Vous avez reservé?
Asseyez-vous!
Qu'est-ce que vous avez à manger?
Voilà, la carte.
Vous avez choisi?
Vous avez fini?
Bon appétit!
Heeft u gereserveerd?
Gaat u zitten?
Wat heeft u te eten?
Alstublieft, de menukaart.
Heeft u een keuze kunnen maken?
Bent u klaar?
Eet smakelijk!

Slide 14 - Sleepvraag

Wat zie je op het plaatje?
A
l'assiette
B
l'addition
C
l'entrée

Slide 15 - Quizvraag

Wat zie je op het plaatje?

A
La carte
B
L'addition
C
Une entrée
D
Le plat principal

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het juiste antwoord op de volgende vraag: 'Vous avez choisi?'
A
Non, pas encore.
B
Non, ça fait combien?
C
Non, c'est bon.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het juiste antwoord op de volgende vraag: 'Vous prenez un dessert?'
A
Non, je ne prends de dessert pas.
B
Non, je prends ne dessert pas.
C
Non, je ne prends pas de dessert.

Slide 18 - Quizvraag

Je voudrais la soupe à l'oignon, s'il vous plait.
A
Désolé, il n'y a pas de soupe à l'oignon
B
Désolé, il y a pas de soupe à l'ognion
C
Désolé, il n'y a pas d'entrée.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Link