03-06-2024

Luisteren???
Niet lezen, maar luisteren?

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Luisteren???
Niet lezen, maar luisteren?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Waar wil ik op vakantie?
A
Portugal
B
Nederland
C
Thailand
D
Griekenland

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zijn we vorig jaar op vakantie geweest?
A
Griekenland
B
Thailand
C
Engeland
D
Portugal

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoelang verblijven we aan het strand?
A
4 dagen
B
5 dagen
C
3 nachten
D
11 dagen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we aan het begin van onze vakantie doen?
A
naar het strand
B
naar de hoofdstad
C
rondreizen met de fiets
D
rondreizen met de auto

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn vriend wil liever een ......
A
actieve vakantie
B
strandvakantie
C
stedentrip
D
naar een hotel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk land is duurder?
A
Griekenland
B
Thailand
C
Portugal
D
Geen van allen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woordstrategieën voor het begrijpen van onbekende woorden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Vandaag herhaal je 4 manieren om onbekende woorden te begrijpen:

synoniemen
omschrijvingen 
voorbeelden
 tegenstellingen

Slide 10 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel en leg uit wat de leerling aan het einde van de les zal kunnen doen.
Wat weet je nog over het begrijpen van onbekende woorden in een tekst?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn woordstrategieën?
Woordstrategieën zijn handige manieren om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit wat woordstrategieën zijn en welke voordelen ze hebben bij het begrijpen van onbekende woorden in een tekst.
Synoniemen
Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis.

Zo is dokter een synoniem van arts.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat synoniemen zijn en hoe ze gebruikt kunnen worden om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen. Geef voorbeelden.
Omschrijvingen
In een omschrijving legt een schrijver uit wat een moeilijk woord betekent. 

Sharif kocht bij de entree  van Pathé Spui een kaartje. Bij de ingang van het gebouw staat een automaat waar je kaartjes kunt kopen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent entree?

Omschrijvingen staan vaak tussen haakjes of tussen komma’s in dezelfde zin of in de zin ervoor of erna:
Voorbeelden
Je kunt een woord begrijpen door naar voorbeelden te denken.

In de gymzaal zie je verschillende attributen, bijvoorbeeld trampolines, een bok en touwen.





Slide 15 - Tekstslide

Wat betekent attribuut? 
Na de volgende woorden worden vaak voorbeelden genoemd: als, zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van. Ook haakjes, komma’s of een dubbele punt kunnen je helpen om voorbeelden te vinden.
Tegenstellingen
Een tegenstelling is het tegenovergestelde van het onbekende woord.

Hoewel de voetballer bekendstaat om zijn complexe balvaardigheid, was hij verrassend eenvoudig in zijn spel.

Slide 16 - Tekstslide

Let in de tekst op woorden als maar, echter, toch, daarentegen. Aan deze woorden kun je zien dat er een tegenstelling volgt.
Wat is de juiste betekenis van het woord citeren?

Je moet de zin citeren uit alinea drie, waaruit blijkt wat de hoofdgedachte is.
A
ontleden
B
letterlijk overschrijven
C
vertalen
D
overslaan

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woordstrategie heb je bij de vorige vraag gebruikt?
A
zoek naar een voorbeeld
B
zoek een bekend woorddeel
C
zoek naar een synoniem
D
zoek een tegenstelling

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de onderstaande zin een tegenstelling?
Ik houd van spruitjes, maar mijn broertje vindt ze ontzettend vies.
A
juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staat er in de onderstaande zin een voorbeeld?
Jordan houdt van Mexicaans eten. Denk dan aan gevulde tortilla's, bonen met rijst en guacamole.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies