toetsje ter voorbereiding 2 toets H1 Planten en dieren

H1 planten en dieren
Quiz
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H1 planten en dieren
Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Quiz
Zijn deze dieren een zoolganger, teenganger of topganger?

Slide 2 - Tekstslide

Neushoorn
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 3 - Quizvraag

Kangoeroe
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 4 - Quizvraag

Koe
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 5 - Quizvraag

Vos
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 6 - Quizvraag

Wie kan het hardste rennen?
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 7 - Quizvraag

Een kanaal is bedekt met een paar centimeter ijs. Een teenganger, een topganger en een zoolganger zijn even zwaar. Ze willen alle drie het kanaal oversteken.
Welk van deze drie dieren heeft de grootste kans om het kanaal veilig over te steken?
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 8 - Quizvraag

Wie kan het beste sluipen?
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 9 - Quizvraag

Wie kan het beste op steile rotsen klimmen?
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 10 - Quizvraag

Zoolganger
Topganger
Teenganger

Slide 11 - Sleepvraag

Zachte bodem
Harde bodem
Zacht en harde bodem

Slide 12 - Sleepvraag

Wat gebeurt er tijdens de ontwikkeling?
A
Oudere dieren sterven onmiddellijk
B
Verandering van een organisme

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een levenscyclus?
A
De ontwikkeling van een organisme
B
De voeding van een volwassen dier

Slide 14 - Quizvraag

Wat is fotosynthese?
A
Proces waarbij planten energie maken
B
Dieren die zich voortplanten in water

Slide 15 - Quizvraag

levend dood en levenloos organisme


Tekst

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een levenloos organisme?
A
Een computer
B
Een boom
C
Een bacterie
D
Een boek

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van levende organismen?
A
Ze zijn altijd zichtbaar
B
Ze kunnen niet bewegen
C
Ze reageren op hun omgeving
D
Ze hebben een stofwisseling

Slide 18 - Quizvraag

Welke van de volgende is geen levend organisme?
A
Een bacterie
B
Een steen
C
Een plant

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een levend organisme?
A
Een organisme dat zich voortplant
B
Een organisme dat niet reageert op prikkels
C
Een organisme dat kan groeien
D
Een organisme dat alleen bestaat uit cellen

Slide 20 - Quizvraag

Welke snavel is geschikt voor zaden?
A
Lange, dunne snavel
B
Korte, stevige snavel

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn eetbare delen van planten?
A
Bladeren
B
Stam
C
Bloemen
D
Vruchten

Slide 22 - Quizvraag

Welke aanpassing hebben vogels voor vliegen?
A
Zware poten
B
Dikke veren
C
Vleugels
D
Lichte botten

Slide 23 - Quizvraag

Wat doet de huidmondjes bij planten?
A
Voorkomt waterverlies
B
Regelt gasuitwisseling
C
Voedt de plant
D
Versterkt de wortels

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een aanpassing van cactussen?
A
Dikke schil
B
Langzame groei
C
Diepe wortels
D
Wateropslag

Slide 25 - Quizvraag

Welke organen zijn betrokken bij fotosynthese?
A
Stengels
B
Bloemen
C
Wortels
D
Bladeren

Slide 26 - Quizvraag

Waar vindt fotosynthese plaats?
A
In de wortels van planten
B
In de bladeren van planten

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste proces in fotosynthese?
A
Omzetten van licht in energie
B
Afbreken van koolstofdioxide

Slide 28 - Quizvraag